Economische Samenwerking en Ont- wikkeling (OESO) een rapport over Eind januari werd de studie voorgesteld op een symposium georganiseerd door het Riziv. Hoewel de algemene teneur vrij positief is voor ons land, is de OESO toch kritisch over de geestelijke gezondheidzorg. trische ziekenhuisbedden in ons land. Weliswaar heeft er een diepgaande hervorming plaats via artikel 107, de `vermaatschappelijking' van de zorg gekoppeld aan de afbouw van het aantal ziekenhuisbedden maar dat is (nog) niet zichtbaar in de OESO-statistieken. Die hebben betrekking op de jaren 2009-2010. Toen, maar ook nu nog, was/is ons land beddenkampioen. Met 185 psychiatrische bedden per 100.000 inwoners moesten we in 2010 alleen Japan laten voorgaan. Positief is natuurlijk wel dat iedereen het erover eens is dat hieraan moet gewerkt worden. Alleen vindt de OESO dat de hervormin- gen nogal traag op gang komen. De internationale organisatie formuleert een aantal aanbevelingen. Zo stelt ze voor om de titel van psychotherapeut wettelijk te bescher- men. Dat komt de zorgkwaliteit ten goede en maakt de geestelijke gezondheidszorg beter toegankelijk, zo luidt het. Bovendien vergemak- kelijkt het de terugbetaling van de prestaties zodat er meer patiënten behandeld worden. Een verdere investering in samenwerking en de uitbouw van zorgnetwerken is noodzake- lijk. Bijvoorbeeld tussen hospitalen en centra voor geestelijke gezondheidszorg. Tegelijker- tijd dringt een verdere afbouw van het aantal ziekenhuisbedden zich op. Het moet gemak- kelijker worden om patiënten naar gespecia- liseerde zorg te verwijzen. Opmerkelijk is nog dat de OESO pleit voor de introductie van telefonische contactpunten waar huisartsen terecht kunnen voor advies over (de behan- deling van) mentale gezondheidsproblemen. heid van de bevolking steeds meer proble- men op voor de arbeidsmarkt en de sociale politiek. België is daarop geen uitzondering: een derde van het stijgend aantal aanvragen voor invaliditeitsuitkeringen is nu al op basis van geestelijke problemen. Een derde van de werkzoekenden in ons land heeft psychische moeilijkheden en de tewerkstellingsgraad van mensen met mentale problemen ligt maar liefst 15% lager. De werkloosheidsgraad is een tiende hoger. Wie wel werkt, is twee tot is minder productief. Dit alles heeft uiteraard zijn prijs. Volgens de OESO kosten geestelijke gezondheidsproblemen ons land 3,4% van het Bruto Binnenlands Product. In principe beschikken we nochtans over een "veelbelovende structuur" om de uitdagingen op gebied van geestelijke gezondheid en werk grootschalige structurele hervorming is over- bodig op voorwaarde dat de bestaande wet- geving beter wordt toegepast. Tevens is meer samenwerking nodig tussen de verschillende instellingen. plex en de nadruk ligt te fel op de ziekenhuiszorg en op zware men- tale stoornissen. De eerste, tweede en derde lijn werken te weinig samen en er zijn vaak lange wachtlijsten. Tegelijk worden patiënten vaak niet of verkeerd behandeld. Emconcor 10 mg fi lmomhulde tabletten. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SA- MENSTELLING: Emconcor Mitis 5 mg: elke tablet bevat 5 mg bisoprololfumaraat. Em- concor 10 mg: elke tablet bevat 10 mg bisoprololfumaraat. FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD VAN DE VERPAKKING: Filmomhulde tablet. Uiterlijk: Emconcor Mitis 5 mg: geelachtig witte, hartvormige fi lmomhulde tabletten met breukgleuf. Emconcor 10 mg: bleek oranje-licht oranje, hartvormige fi lmomhulde tabletten met breukgleuf. THERAPEUTISCHE INDICATIES: · Hoge bloeddruk (hypertensie) · Angina pectoris (alleen als basisbehandeling, niet bij een aanval van angina pectoris) · Hyperkine- tisch hartsyndroom · Behandeling van stabiel chronisch hartfalen met verminderde systolische linkerventrikelfunctie als aanvulling op ACE-remmers en diuretica en optio- neel hartglycosiden. DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING: Dosering: Behandeling van hypertensie of angina pectoris.Volwassenen: Voor beide indicaties is de dosering 5 mg bisoprololfumaraat eenmaal daags. Zo nodig kan de dosis verhoogd worden tot 10 mg bisoprololfumaraat eenmaal daags. De maximale aanbevolen dosis is 20 mg eenmaal daags. In alle gevallen wordt de dosering individueel aangepast, vooral naar polsslag en therapeutisch succes. Behandeling van hyperkinetisch hartsyndroom: In de meeste gevallen zal 5 mg Emconcor per dag volstaan. De ß-blokkade wordt gecontroleerd door meting van de pols bij inspanning. Net als met alle ß-blokkers (en vooral bij angina pectoris) is het gevaarlijk om de behandeling plotseling te stoppen (risico van ernstige angina pectoris, asystolie en plotse dood). Behandeling van stabiel chronisch hartfalen: De standaardbehandeling van chronisch hartfalen bestaat uit een ACE-remmer (of een angiotensine-receptorblokker in geval van intolerantie voor ACE- remmers), een bètablokker, diuretica, en zo nodig hartglycosiden. Patiënten moeten stabiel zijn (zonder acuut falen) wanneer de bisoprololbehandeling wordt ingezet. Het is aanbevolen dat de behandelende arts ervaring heeft in de behandeling van chronisch hartfalen. Voorbijgaande verergering van hartfalen, hypotensie of bradycardie kunnen optreden tijdens de titratieperiode en daarna. Titratiefase: De behandeling van stabiel chronisch hartfa- len met bisoprolol vereist een titratiefase. De behandeling met bisoprolol moet gestart worden met een geleidelijke opti- tratie in de volgende stappen: - 1,25 mg eenmaal daags gedurende 1 week, en als dit goed verdragen wordt, verhogen tot - 2,5 mg eenmaal daags gedurende 1 week, en als dit goed verdragen wordt, verhogen tot - 3,75 mg eenmaal daags gedurende 1 week, en als dit goed ver- dragen wordt, verhogen tot - 5 mg een- maal daags gedurende 4 weken, en als dit goed verdragen wordt, verhogen tot - 7,5 mg eenmaal daags gedurende 4 weken, en als dit goed verdragen wordt, verhogen tot - 10 mg eenmaal daags voor de onderhoudstherapie. De maxi- male aanbevolen dosis is 10 mg een- maal daags. Nauwlettend toezicht op de vitale parameters (hartslag, bloeddruk) en symptomen van verergerend hartfa- len is aanbevolen tijdens de titratiefase. Symptomen kunnen al optreden binnen de eerste dag na het begin van de the- rapie. Aanpassing van de behandeling: Als de maximale aanbevolen dosis niet goed verdragen wordt, kan een geleidelijke dosisverlaging overwogen worden. In geval van voorbijgaande verergering van hartfa- len, hypotensie of bradycardie, is een herziening van de dosering van de gelijktijdige medicatie aanbevolen. Het kan ook noodzakelijk zijn om de bisoprololdosis tijdelijk te verlagen of stopzetting te overwegen. Herinvoering en/of optitratie van bisoprolol moet altijd overwogen worden wanneer de patiënt opnieuw stabiel is. Als stopzetting wordt overwogen, is een geleidelijke dosisverlaging aanbevolen, aangezien plotse ont- houding kan leiden tot een acute verergering van de toestand van de patiënt. Duur van de behandeling: De behandeling met bisoprolol is over het algemeen van lange duur. De behandeling met bisoprolol mag niet plotseling gestopt worden, aangezien dit kan leiden tot een voorbijgaande verergering van de toestand. Vooral bij patiënten met ischemische hartaandoening mag de behandeling niet plotseling gestopt worden. Een geleidelijke dosisverlaging is aanbevolen. Nier- of leverstoornissen: Hypertensie of angina pectoris. Bij patiënten met lichte tot matige lever- of nierfunctiestoornissen is er normaal geen doseringsaanpassing vereist. Bij patiënten met ernstig nierfalen (creatinineklaring <20 ml/ min) en bij patiënten aanbevolen om de dagelijkse dosis van 10 mg bisoprololfumaraat niet te overschrij- den. Ervaring met het gebruik van biso- prolol bij nierdialysepatiënten is beperkt; er zijn echter geen aanwijzingen dat het doseringsschema veranderd moet worden. Stabiel chronisch hartfalen. Er is geen informatie over de farmacokinetiek van biso- prolol bij patiënten met chronisch hartfalen en met verstoorde lever- of nierfunctie. Optitratie van de dosis moet daarom bij deze populatie extra voorzichtig uitgevoerd worden. Bejaarden: De dosis hoeft niet aangepast te worden. Pediatrische patiën- ten: Er is geen pediatrische ervaring met bisoprolol , daarom kan het gebruik niet aanbevolen worden bij pediatrische patiënten. Wijze van toediening: De bisopro- loltabletten moeten `s morgens ingenomen worden en dit mag gebeuren met voed- sel. Ze moeten doorgeslikt worden met vloeistof en mogen niet gekauwd worden. CONTRA-INDICATIES: Bisoprolol is tegenaangewezen voor patiënten met · acuut hart- falen of tijdens episodes van hartdecompensatie die I.V. inotrope therapie vereisen, · cardiogene shock, · tweede- of derdegraads AV-blok (zonder pacemaker), · sick- sinussyndroom, · sinoatriaal blok, · symptomatische bradycardie, · symptomatische hypotensie, · ernstige bronchiale astma of ernstig chronisch obstructief longlijden, · ernstige vormen van perifere arteriële occlusieve aandoening of ernstige vormen van syndroom van Raynaud, · onbehandeld feochromocytoom, · metabole acidose. Emconcor is contra-geïndiceerd bij patiënten met overgevoeligheid voor bisoprolol of voor één van de hulpstoffen. BIJWERKINGEN: De volgende defi nities gelden voor de frequentieterminologie die hierna wordt gebruikt. Zeer Vaak ( 1/10), Vaak ( 1/100, den ( 1/10.000, < 1/1.000), Zeer zel- den (< 1/10.000). Onderzoeken: Zelden: stijging in triglyceridespiegel, stijging in leverenzymconcentraties (ALAT, ASAT). Hartaandoeningen: Zeer vaak: bradycar- die (bij patiënten met chronisch hartfa- len). Vaak: verergering van hartfalen (bij patiënten met chronisch hartfalen). Soms: AV-geleidingsstoornissen, verergering van bestaand hartfalen (bij patiënten met hy- pertensie of angina pectoris); bradycardie (bij patiënten met hypertensie of angina pectoris). syncope. Oogaandoeningen: Zelden: ver- minderde traanproductie (rekening mee te houden als de patiënt contactlenzen gebruikt) Zeer zelden: conjunctivitis. Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen: zelden:gehoorstoornissen. maandoeningen: Soms: bronchospasme bij patiënten met bronchiale astma of een voorgeschiedenis van obstructieve luchtwegaandoening Zelden: allergische rhinitis. Maagdarmstelselaandoeningen: Vaak: gastro-intestinale klachten zoals misselijkheid, braken, diarree, constipa- tie. Huid- en onderhuidaandoeningen: Zelden: overgevoeligheidsreacties zoals jeuk, roodheid, uitslag Zeer zelden: alope- induceren. Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen: Soms: spierverzwakking, spierkrampen. Bloedvataandoeningen: Vaak: gevoel van koude of gevoelloosheid in de extremiteiten, hypotensie vooral bij patiënten met hartfalen. Algemene aandoe- ningen: Vaak: asthenie (bij patiënten met chronisch hartfalen), vermoeidheid* Soms: asthenie (bij patiënten met hypertensie of angina pectoris) Lever- en galaandoeningen: Zelden: hepatitis. Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen: Zelden: potentiestoor- nissen. Psychische stoornissen: Soms: depressie, slaapstoornissen Zelden: nachtmer- ries, hallucinaties * Deze symptomen treden vooral op in het begin van de therapie van hypertensie of angina pectoris. Ze zijn over het algemeen licht van aard en verdwij- nen gewoonlijk binnen 1-2 weken. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN: Merck n.v./s.a., Brusselsesteenweg 288, B-3090 Overijse. REGIS- TRATIENUMMERS: Emconcor 10 : BE138363 Emconcor mitis 5 : BE155346 AFLEVE- RING: Op medisch voorschrift DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST : Emconcor |