het KCE, benadrukt in het voorwoord van het rapport 196a (1), dat deze worden geïnterpreteerd. "De meest recent be- schikbare data zijn soms meerdere jaren oud, zeker de data op basis van enquêtes. Men moet er ook rekening mee houden dat de effecten van een interventie op het vlak van de volks- gezondheid vaak pas na geruime tijd zichtbaar worden in de cijfers. Om dus te kunnen beslui- ten dat we op koers zitten op de weg naar een optimale performantie, zullen we deze evalu- atie regelmatig moeten herhalen." Deze tweede meting van de performantie vervolledigt een eerste rapport dat het KCE in 2010 (nr. 128) publiceerde. Het initiatief past in het kader van het Charter van Tallinn, dat in 2008 door alle Europese landen werd ondertekend. Met dit document engageren de Europese landen zich ertoe op regelmatige basis de performantie van het gezondheids- zorgsysteem te meten en te evalueren. resultaten vergeleken met die van veertien andere Europese landen. De bedoeling van deze evaluatie van de performantie van het gezondheidszorgsysteem (HSPA) is bij te dragen tot een strategische planning van het systeem en uiteindelijk politici in staat te stellen om doordachte beslissingen te nemen inzake gezondheidszorg en preventie. Dankzij 74 indicatoren konden de auteurs van het rapport de toegankelijkheid, de kwaliteit, de efficiëntie, de duurzaamheid en de gelijkheid van het Belgische systeem meten. Deze indi- catoren worden hier weergegeven in relatief makkelijk te begrijpen synoptische tabellen (zie hiernaast). in verband met de gezondheidstoestand van de Belgen een positieve evolutie. De levens- verwachting in België is lichtjes lager dan het gemiddelde van de vijftien EU-landen. Voor de levensverwachting in goede gezondheid en de kindersterfte bezetten we een gemiddelde plaats in het Europees klassement. Daar staat tegenover dat de Belgen, meer dan de andere Europese landen, vinden dat ze (minstens) een goede gezondheid hebben. Het rapport geeft aan dat, ondanks de univer- het bestaan van een sociaal vangnet (MAF, Omnio, speciaal solidariteitsfonds) de toegankelijkheid tot de zorg onrustbarend is. relatie bestaat tussen een hoog persoonlijk aandeel van de patiënt en het aantal con- tacten met zorginstellingen omwille van gezondheidsproblemen. Voor preventie va- riëren de resultaten naargelang de regio en de pathologie: een relatief laag percentage kankerscreening, een gemiddelde vaccina- tiegraad tegen griep bij oudere personen en een goede vaccinatiegraad bij kinderen. De auteurs betreuren dat ze niet beschikken over gevalideerde recente gegevens om na te gaan of het aantal zorgverstrekkers in verhouding is met de noden van de bevolking. het gezondheidszorgsysteem gemiddelde tot goede resultaten met een stijging van het aantal voorschriften van `goedkope genees- middelen', het gebruik van dagchirurgie en de vermindering van het aantal hospitalisa- tiedagen bij een normale bevalling. De auteurs van het rapport temperen met- een deze positieve punten door te wijzen op de verspilling van middelen. Bijvoorbeeld door het uitvoeren van mammografieën bij bevolkingsgroepen die theoretisch niet tot de doelgroep behoren. Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV) een antwoord te geven op de bovenstaande essentiële vraag. Ze selecteerden 74 indicatoren om de performantie van het Belgische zorgsysteem te evalueren. Het gaat daarbij om zeer diverse parameters: finan- ciële toegankelijkheid, vaccinatiegraad, aantal keizersneden, voor- schriften voor antidepressiva, incidentie van doorligwonden, enz. beschikbare jaar indicatoren), maar op de grootte van de absolute verschillen: geel = 1 tot 2 jaar verschil, oranje = 2 tot 6 jaar verschil. beschikbare jaar bestand - praktiserende artsen - praktiserende verpleegkundigen toegan- kelijkheid (%) gezondheidszorguitgaven) preventieve maatregelen - Borst (% van de vrouwen tussen 50 en 69 jaar) - Baarmoederhals (% van de vrouwen tussen 25 en 64 jaar) - % DTP-Hib (3) - % BMR (1) termijn verzorgingstehuizen (per 1.000 mensen ouder dan 65 jaar) van de palliatieve zorg (%) iv Geen nationale gegevens. Waarde gebaseerd op een enkele studie van de Christelijke Ziekenfondsen BMR (1) Bof-Mazelen-Rodehond (eerste dosis). |