meester van zijn leven en be- schermde hem tevens tegen mis- recht over het levenseinde. Ze kunnen in ver- trouwen, zonder iets te verzwijgen of overhaaste beslissingen te nemen van gedachten wisselen. Het stelt de zieke gerust. Omdat hij weet dat zijn verzoek zal worden gehoord, aanvaardt hij ge- makkelijker palliatieve zorg, bevrijd als hij is van de angst om buitensporig te lijden of alle waar- digheid te verliezen. Het stelt ook de arts gerust, die voortaan weet dat hij de ultieme menselijke daad kan stellen om een patiënt uit zijn lijden te verlossen zonder de wet te overtreden, wanneer hij binnen de perken van die wet, op verzoek van de patiënt handelt", zegt Philippe Mahoux bij de voorstelling van zijn wetsvoorstel. De socialistische senator vindt dat de wet in 2002 een echte stap vooruit was. "Na tien jaar is het vandaag tijd voor evaluatie, en in- dien nodig, voor verbetering van de wet." limiet van de wilsverklaring siegevallen uitgevoerd na een wilsverklaring. "Het publiek maakt geleidelijk aan kennis met de regels rond euthanasie en steeds meer Bel- gen wensen een wilsverklaring op te stellen", stelt Philippe Mahoux. "Diegenen die meteen een wilsverklaring opstelden, moesten die be- schikking na tien jaar reeds laten hernieuwen. We horen klachten dat de hernieuwingsplicht om de vijf jaar te zwaar is." wilsverklaring hetzelfde statuut te geven als een testament: ze kan steeds herroepen of gewij- zigd worden, maar blijft niettemin levenslang limiet' voor een wilsverklaring te schrappen. Dr. Mahoux stelt verder vast dat het vermo- gen om een medisch antwoord te bieden op vragen bij het levenseinde niet in heel België van hetzelfde niveau is. "De opleiding van de artsen en van het geneeskundig personeel in het algemeen moet worden verbeterd, zodat de competenties inzake het levenseinde alge- meen verspreid worden. De middelen moeten worden aangeboden zodat multidisciplinaire teams overal op het grondgebied in staat zijn palliatieve zorg te verstrekken, waarbij ze de pijnbestrijding efficiënt beheersen en in staat zijn een antwoord te bieden op een verzoek om euthanasie." Doelstellingen die niet meteen passen binnen de euthanasiewet. gewetensbezwaar inroepen worden euthanasie uit te voeren of eraan mee te werken. Naast evidente medische redenen, kan een arts zich ook omwille van een gewetensbezwaar tegen een euthana- sieverzoek verzetten. "Dat is een vrijheid van de arts die tegenover het recht van de patiënt staat. En het gaat om een fundamentele vrij- heid die absoluut in acht moet worden ge- nomen. Omdat het echter om een beperking van een recht van de patiënt gaat, mag deze clausule over gewetensbezwaren de patiënt niet beletten een antwoord op zijn verzoek te vinden. De wet beschermt de zwakke partij. In de dialoog tussen arts en patiënt is die laatste de zwakke partij. Hij is afhankelijk van de arts, en dat geldt zeker in situaties rond het levens- einde. De arts moet dus verantwoord gebruik maken van zijn clausule over gewetensbezwa- ren", analyseert Philippe Mahoux. binnen de arts zijn patiënt duidelijkheid moet verschaffen over de beslissingen in verband met het levenseinde. "Het volledig ontbreken van een termijn lijkt soms echter te leiden tot problemen om tot een heldere dialoog te ko- men en uiteindelijk tot het uitblijven van een tijdig antwoord. Het vermelden van een maxi- mumtermijn om te antwoorden kan de zaken uitklaren. Wanneer het gaat om het bekend- maken van een gewetensbezwaar, kan men vrij snel een antwoord eisen", zegt Mahoux. De auteur van het wetsvoorstel stelt voor een termijn van zeven dagen in te stellen voor de mededeling van een weigering om eutha- nasie om niet-medische redenen uit te voeren. Bovendien stelt hij voor een nieuwe termijn van vier dagen te introduceren voor de overdracht van het medisch dossier aan de arts die door de patiënt of zijn vertrouwens- persoon werden aangeduid. burgers beter moeten geïnformeerd worden over het levenseinde. Die informatie moet volgens hem aanwezig zijn in alle zorginstel- lingen en moet bijvoorbeeld ook beschikbaar zijn in alle apotheken. De informatie moet onder ander melding maken van de mogelijk- heden van palliatieve zorg en van euthanasie, alsook van het artsenforum LEIF-EOL, dat in staat is een antwoord te bieden op verzoeken in alle mogelijke omstandigheden (patiënt thuis, in een instelling, enz.). niet institutionaliseren sule in verband met het gewetensbezwaar ei- gen is aan de arts, oordeelt de auteur dat de clausule niet kan worden uitgebreid tot een instelling die ze zou opleggen aan zijn art- sen. "Het recht van de arts mag immers geen verbod rechtvaardigen, hetzij in een contract, hetzij in een associatieovereenkomst die de arts bindt aan een erkende en door de in België bevoegde overheid betoelaagde zorginstelling. De arts is vrij om al dan niet in te gaan op het verzoek om euthanasie, ongeacht waar hij zijn praktijk uitoefent. Geen enkele zorginstelling, ziekenhuis of WZC, kan een arts verbieden bin- De senator betreurt dat er vandaag ziekenhui- zen zijn die de clausule over het individuele gewetensbezwaar `institutionaliseren' door het uitvoeren van euthanasie te weigeren. "Mocht in de toekomst worden vastgesteld dat instellingen de weigering van een antwoord op een verzoek om euthanasie `institutionaliseren', zodat zij de toepassing van een erkend patiën- tenrecht weigeren en de therapeutische vrijheid van de artsen schenden, dan moet de bevoegde overheid maatregelen treffen om daar een einde aan te stellen", vindt Philippe Mahoux, die voorstelt deze bepaling in de wet op te nemen. Deze maatregel geeft onrechtstreeks een antwoord op getuigenissen van patiënten (1) die duidelijk maakten dat het in sommige ziekenhuizen moeilijk is dit recht op te eisen. eventuele verbetering is aangebroken" door een antwoord te geven op ethische vragen waarop in 2002 geen antwoord werd gegeven? Concreet: moet de wet uitgebreid worden naar minderjarigen of naar meerderjarige, bewuste personen die echter niet in staat zijn een duidelijke wil te uiten? Moet er ook geen maximale tijdspanne vastgelegd worden voor een weigering van eu- thanasie? Moet er geen verbod komen op een "geïnstitutionaliseerde" weigering? Senator Philippe Mahoux (PS) diende op 10 januari een wetsvoorstel in om de huidige wetgeving te vervolledigen. overtuigd dat de burgers beter moeten geïnformeerd worden over het levenseinde. Die informatie moet volgens hem aanwezig zijn in alle zorginstellingen en moet bijvoorbeeld ook beschikbaar zijn in alle apotheken. voor meerderjarigen en voor ontvoogde minderjarige patiënten. Niet- ontvoogde minderjarigen kunnen dus niet om euthanasie vragen. de wetgever in 2002, ten tijde van de hoorzittingen, besloot dat de maat- manier euthanasie bij minderjarigen te aan- vaarden. De wetgever oordeelde wel dat de ethische reflectie moest worden voortgezet om te bepalen waarop de arts bij zijn inter- teerd wordt met een verzoek om euthanasie van iemand die nog handelingsonbekwaam is. Volgens dr. Mahoux moet deze reflectie eerst en vooral in het licht van de realiteit van de medische praktijk gehouden worden. "Wat leert ons de geneeskundige praktijk? Wan- neer zij geconfronteerd wordt met situaties |