background image
De Specialist
13-2
13 februari 2013
www.despecialist.eu
6
I
"D
eze wet maakte de patiënt tot
meester van zijn leven en be-
schermde hem tevens tegen mis-
bruiken. De wet gaf patiënt en arts vrij spreek-
recht over het levenseinde. Ze kunnen in ver-
trouwen, zonder iets te verzwijgen of overhaaste
beslissingen te nemen van gedachten wisselen.
Het stelt de zieke gerust. Omdat hij weet dat zijn
verzoek zal worden gehoord, aanvaardt hij ge-
makkelijker palliatieve zorg, bevrijd als hij is van
de angst om buitensporig te lijden of alle waar-
digheid te verliezen. Het stelt ook de arts gerust,
die voortaan weet dat hij de ultieme menselijke
daad kan stellen om een patiënt uit zijn lijden te
verlossen zonder de wet te overtreden, wanneer
hij binnen de perken van die wet, op verzoek van
de patiënt handelt",
zegt Philippe Mahoux bij
de voorstelling van zijn wetsvoorstel.
De socialistische senator vindt dat de wet in
2002 een echte stap vooruit was. "Na tien
jaar is het vandaag tijd voor evaluatie, en in-
dien nodig, voor verbetering van de wet."
Afschaffen van de geldigheids-
limiet van de wilsverklaring
Vandaag wordt amper 2% van de euthana-
siegevallen uitgevoerd na een wilsverklaring.
"Het publiek maakt geleidelijk aan kennis met
de regels rond euthanasie en steeds meer Bel-
gen wensen een wilsverklaring op te stellen",

stelt Philippe Mahoux. "Diegenen die meteen
een wilsverklaring opstelden, moesten die be-
schikking na tien jaar reeds laten hernieuwen.
We horen klachten dat de hernieuwingsplicht
om de vijf jaar te zwaar is."
De socialistische senator stelt daarom voor de
wilsverklaring hetzelfde statuut te geven als een
testament: ze kan steeds herroepen of gewij-
zigd worden, maar blijft niettemin levenslang
geldig. Hij stelt dus voor de notie `geldigheids-
limiet' voor een wilsverklaring te schrappen.
Dr. Mahoux stelt verder vast dat het vermo-
gen om een medisch antwoord te bieden op
vragen bij het levenseinde niet in heel België
van hetzelfde niveau is. "De opleiding van de
artsen en van het geneeskundig personeel in
het algemeen moet worden verbeterd, zodat
de competenties inzake het levenseinde alge-
meen verspreid worden. De middelen moeten
worden aangeboden zodat multidisciplinaire
teams overal op het grondgebied in staat zijn
palliatieve zorg te verstrekken, waarbij ze de
pijnbestrijding efficiënt beheersen en in staat
zijn een antwoord te bieden op een verzoek om
euthanasie."
Doelstellingen die niet meteen
passen binnen de euthanasiewet.
Alleen een arts kan een
gewetensbezwaar inroepen
De wet voorziet dat men niet verplicht kan
worden euthanasie uit te voeren of eraan
mee te werken. Naast evidente medische
redenen, kan een arts zich ook omwille van
een gewetensbezwaar tegen een euthana-
sieverzoek verzetten. "Dat is een vrijheid van
de arts die tegenover het recht van de patiënt
staat. En het gaat om een fundamentele vrij-
heid die absoluut in acht moet worden ge-
nomen. Omdat het echter om een beperking
van een recht van de patiënt gaat, mag deze
clausule over gewetensbezwaren de patiënt
niet beletten een antwoord op zijn verzoek te
vinden. De wet beschermt de zwakke partij. In
de dialoog tussen arts en patiënt is die laatste
de zwakke partij. Hij is afhankelijk van de arts,
en dat geldt zeker in situaties rond het levens-
einde. De arts moet dus verantwoord gebruik
maken van zijn clausule over gewetensbezwa-
ren",
analyseert Philippe Mahoux.
De senator wil een termijn vastleggen waar-
binnen de arts zijn patiënt duidelijkheid moet
verschaffen over de beslissingen in verband
met het levenseinde. "Het volledig ontbreken
van een termijn lijkt soms echter te leiden tot
problemen om tot een heldere dialoog te ko-
men en uiteindelijk tot het uitblijven van een
tijdig antwoord. Het vermelden van een maxi-
mumtermijn om te antwoorden kan de zaken
uitklaren. Wanneer het gaat om het bekend-
maken van een gewetensbezwaar, kan men vrij
snel een antwoord eisen",
zegt Mahoux. De
auteur van het wetsvoorstel stelt voor een
termijn van zeven dagen in te stellen voor
de mededeling van een weigering om eutha-
nasie ­ om niet-medische redenen ­ uit te
voeren. Bovendien stelt hij voor een nieuwe
termijn van vier dagen te introduceren voor
de overdracht van het medisch dossier aan de
arts die door de patiënt of zijn vertrouwens-
persoon werden aangeduid.
Beter informeren
Philippe Mahoux is ervan overtuigd dat de
burgers beter moeten geïnformeerd worden
over het levenseinde. Die informatie moet
volgens hem aanwezig zijn in alle zorginstel-
lingen en moet bijvoorbeeld ook beschikbaar
zijn in alle apotheken. De informatie moet
onder ander melding maken van de mogelijk-
heden van palliatieve zorg en van euthanasie,
alsook van het artsenforum LEIF-EOL, dat in
staat is een antwoord te bieden op verzoeken
in alle mogelijke omstandigheden (patiënt
thuis, in een instelling, enz.).
Clausule van gewetensbezwaar
niet institutionaliseren
Vertrekkend vanuit het principe dat de clau-
sule in verband met het gewetensbezwaar ei-
gen is aan de arts, oordeelt de auteur dat de
clausule niet kan worden uitgebreid tot een
instelling die ze zou opleggen aan zijn art-
sen. "Het recht van de arts mag immers geen
verbod rechtvaardigen, hetzij in een contract,
hetzij in een associatieovereenkomst die de
arts bindt aan een erkende en door de in België
bevoegde overheid betoelaagde zorginstelling.
De arts is vrij om al dan niet in te gaan op het
verzoek om euthanasie, ongeacht waar hij zijn
praktijk uitoefent. Geen enkele zorginstelling,
ziekenhuis of WZC, kan een arts verbieden bin-
nen haar muren euthanasie toe te passen."
De senator betreurt dat er vandaag ziekenhui-
zen zijn die de clausule over het individuele
gewetensbezwaar `institutionaliseren' door
het uitvoeren van euthanasie te weigeren.
"Mocht in de toekomst worden vastgesteld dat
instellingen de weigering van een antwoord op
een verzoek om euthanasie `institutionaliseren',
zodat zij de toepassing van een erkend patiën-
tenrecht weigeren en de therapeutische vrijheid
van de artsen schenden, dan moet de bevoegde
overheid maatregelen treffen om daar een
einde aan te stellen",
vindt Philippe Mahoux,
die voorstelt deze bepaling in de wet op te
nemen. Deze maatregel geeft onrechtstreeks
een antwoord op getuigenissen van patiënten
(1) die duidelijk maakten dat het in sommige
ziekenhuizen moeilijk is dit recht op te eisen.
1. Frédéric Soumois, `On m'a fait vivre l'enfer sur terre',
Le Soir van 24 maart 2012.
Vincent Claes
JS0391N
EUTHANASIEWET
Mahoux: "De tijd van evaluatie en
eventuele verbetering is aangebroken"
De euthanasiewet bestaat tien jaar. Is het nodig ze aan te passen
door een antwoord te geven op ethische vragen waarop in 2002 geen
antwoord werd gegeven? Concreet: moet de wet uitgebreid worden
naar minderjarigen of naar meerderjarige, bewuste personen die
echter niet in staat zijn een duidelijke wil te uiten? Moet er ook geen
maximale tijdspanne vastgelegd worden voor een weigering van eu-
thanasie? Moet er geen verbod komen op een "geïnstitutionaliseerde"
weigering? Senator Philippe Mahoux (PS) diende op 10 januari een
wetsvoorstel in om de huidige wetgeving te vervolledigen.
UW SOCIO-PROFESSIONELE ACTUALITEIT
Philippe Mahoux is ervan
overtuigd dat de burgers
beter moeten geïnformeerd
worden over het levenseinde.
Die informatie moet volgens
hem aanwezig zijn in alle
zorginstellingen en moet
bijvoorbeeld ook beschikbaar
zijn in alle apotheken.
JS0391BN
Wet uitbreiden tot minderjarigen
De wet die euthanasie gedeeltelijk uit het strafrecht haalt, geldt enkel
voor meerderjarigen en voor ontvoogde minderjarige patiënten. Niet-
ontvoogde minderjarigen kunnen dus niet om euthanasie vragen.
P
hilippe Mahoux herinnert eraan dat
de wetgever in 2002, ten tijde van de
hoorzittingen, besloot dat de maat-
schappij niet rijp was om op een serene
manier euthanasie bij minderjarigen te aan-
vaarden. De wetgever oordeelde wel dat de
ethische reflectie moest worden voortgezet
om te bepalen waarop de arts bij zijn inter-
ventie kan steunen wanneer hij geconfron-
teerd wordt met een verzoek om euthanasie
van iemand die nog handelingsonbekwaam is.
Volgens dr. Mahoux moet deze reflectie eerst
en vooral in het licht van de realiteit van de
medische praktijk gehouden worden. "Wat
leert ons de geneeskundige praktijk? Wan-
neer zij geconfronteerd wordt met situaties