background image
JSC026N
COMMUNIQUÉ VAN DE LABORATORIA NOVARTIS
MULTIPELE SCLEROSE
Fingolimod (Gilenya
®
) één jaar terugbetaald in België
FINGOLIMOD WORDT TERUGBETAALD SINDS
FEBRUARI 2012. TIJD DUS OM ONS EENS AF TE VRAGEN
OF DE VASTSTELLINGEN IN HET ECHTE LEVEN STROKEN
MET DE RESULTATEN VAN DE KLINISCHE STUDIES. PRO-
FESSOR CHRISTIAN SINDIC (CLINIQUES UNIVERSITAIRES
SAINT-LUC, BRUSSEL) IS BEREID OM ZIJN ERVARINGEN
MET ONS TE DELEN.
Professor Sindic, kunt u even kort
herhalen wat we vooral hebben
geleerd uit de gegevens die over
fingolimod werden gepubliceerd?
C. Sindic:
Aan fingolimod, dat 1 keer per
dag oraal wordt toegediend, werden verschil-
lende fase III-studies gewijd. De belangrijkste
zijn FREEDOMS I (1), FREEDOMS II ­ met
een vergelijkbare methodologie als de eer-
ste maar uitgevoerd in de Verenigde Staten
­ en TRANSFORMS (2). FREEDOMS I en
FREEDOMS II vergeleken fingolimod met een
placebo, TRANSFORMS met een conventione-
le behandeling, namelijk interferon bèta-1a, (Avonex
®
) in een intramusculaire injectie.
De resultaten van deze drie studies zijn nagenoeg gelijk: ongeveer 0,2 opstoten per
jaar, minder actieve plaques, lagere incidentie van nieuwe letsels en kleinere waar-
schijnlijkheid dat de plaques op het hersen-MRI groter zijn geworden.
De studies werden uitgevoerd bij naïeve en al behandelde patiënten. In dit opzicht wil
ik benadrukken dat het geneesmiddel in de Verenigde Staten, Australië en Zwitserland
geïndiceerd is in de eerste lijn. In Europa daarentegen is het geïndiceerd in de tweede
lijn, als de interferonbehandeling faalt. Dit wil zeggen: als de patiënt tijdens één jaar
behandeling toch een opstoot had en op het MRI minstens 9 T2-hyperintense letsels
te zien zijn, of als uit dit onderzoek blijkt dat minstens 1 letsel is aangekleurd na
injectie van gadolinium.
Een van de geregistreerde indicaties is ernstige relapsing-remitting multipele sclerose
die snel evolueert en, op klinisch vlak, wordt gedefinieerd als minstens twee invalide-
rende opstoten. In de praktijk is het zo dat bij de meeste patiënten onder fingolimod in
ons land de interferonbehandeling heeft gefaald.
Stroken de resultaten van de klinische studies met wat u ziet in uw
dagelijkse praktijk?
C. Sindic:
Sommige patiënten die wij opvolgen werden opgenomen in de
TRANSFORMS-studie. Zij worden dus al 4 of 5 jaar behandeld met fingolimod. Andere
patiënten hebben deelgenomen aan fase III b-onderzoeken over de cardiovasculaire
veiligheid van het geneesmiddel of het behoud van de reactiviteit op het griepvaccin
of het herhalingsvaccin tegen tetanus. Dankzij de terugbetaling die op 1 februari 2012
werd toegestaan en het medical need program in de maanden daarvoor, hebben we
nu ervaring met ongeveer 35 patiënten. Voor onze Amerikaanse collega's of onder-
zoekers in grote Europese landen is dat cijfer waarschijnlijk belachelijk laag, maar op
schaal van ons land is het zeker niet verwaarloosbaar.
De werkzaamheid van fingolimod wordt in het echte leven onmiskenbaar beves-
tigd: slechts 1 patiënt heeft de behandeling moeten stopzetten omdat ze niet hielp.
Belangrijk om op te merken in dit opzicht is dat het geneesmiddel wordt gebruikt
bij patiënten met een zeer actieve ziekte. De interferonbehandeling heeft bij deze
patiënten immers gefaald. De bijwerkingen die vaak worden geassocieerd met de
intramusculaire of subcutane injectie van interferon zijn vaak een bijkomende re-
den om de verandering van behandeling toe te juichen: de patiënten zijn dan im-
mers meer gemotiveerd en therapietrouw. En omdat hun behandeling enkel door de
ziekenhuisapotheek wordt verstrekt, en ze dus sowieso naar ons moeten komen,
kunnen we hen ideaal opvolgen.
Hoe zit het met de tolerantie*?
C. Sindic:
Omdat fingolimod bradycardie kan veroorzaken, wordt de eerste behande-
ling toegediend in het ziekenhuis. De patiënt wordt daarbij (in het ziekenhuis) 24 uur
onder toezicht gehouden via holterregistratie. De incidentie van symptomatische bra-
dycardie die in de studies wordt gerapporteerd, is laag, namelijk 0,5%. Geen enkele
patiënt die wij opvolgen heeft dit probleem gehad. De hartslag was bij onze patiënten
nooit lager dan 45 slagen per minuut. Het bradycardiserend effect wordt verklaard
door de aanwezigheid van bepaalde soorten sfingosine-1-fosfaatreceptoren in de
bloedvaten en het atrium. Hierdoor kan bradycardie optreden, maar de internalisering
en zeer snelle desensibilisering van deze receptoren zorgen ervoor dat de kans op
deze bijwerking bij de tweede behandeling al onbestaande is. In onze praktijk had
1 patiënt episodes van symptomatische tachycardie, waardoor de behandeling
preventief werd stopgezet.
Moeten er nog andere parameters worden opgevolgd*?
C. Sindic:
Fingolimod induceert een omkeerbare en selectieve lymfopenie. Dat effect
is verwacht. We nemen daarvoor bloed af 1 maand en 3 maanden na de start van
de behandeling, en vervolgens nog om de drie maanden. Bij lymfopenie waarbij het
bevestigd aantal lymfocyten kleiner is dan 200/microliter, moeten we de behandeling
tijdelijk stopzetten. Dat is nog maar 1 keer gebeurd. In het begin van de behandeling
kunnen de leverenzymen toenemen. De behandeling wordt pas onderbroken als het
transaminasegehalte vijf keer hoger is dan de referentiewaarde.
3 tot 4 maanden na de start van de behandeling voeren we een oogonderzoek uit
om er zeker van te zijn dat de patiënt geen macula-oedeem heeft, een bijwerking die
slechts in 0,4% van de gevallen wordt beschreven en volledig omkeerbaar is als ze
tijdig wordt ontdekt. In onze instelling hebben we geen enkel effect op de lever of de
ogen vastgesteld. Patiënten die niet spontaan immuun zijn voor het varicellazoster-
virus vaccineren we daartegen.
Fingolimod blokkeert de lymfocyten in de lymfoïde klieren zonder ze te vernietigen. De
geheugen-effector-T-lymfocyten worden niet geblokkeerd in de klieren. De immuniteit
komt niet in het gedrang en de kans op een opportunistische infectie is minimaal. Met
deze voorzorgsmaatregelen kunnen we eventuele valstrikken vermijden. De patiënten
hebben geen problemen met deze onderzoeken. Ze vinden de behandeling overigens
comfortabeler dan een intramusculaire of subcutane toediening.
Tot slot...
C. Sindic:
De werkzaamheid van fingolimod wordt bevestigd in de dagelijkse praktijk
en op het vlak van tolerantie zien we geen alarmerende signalen. Zoals steeds zullen
we de patiënten ook de komende jaren nog blijven opvolgen.
Referenties
1.
Kappos L et al. N Engl J Med 2010;362:387-401.
2.
Cohen J et al. N Engl J Med 2010;362:402-15.
* Raadpleeg de laatste versie van de bijsluiter, het informatiepakket voor artsen (deel van het plan inzake risicobeheer ­
versie januari 2012) en de geschreven communicatie over de herhaling van surveillancemaatregelen bij toediening van de eerste dosis (versie januari 2013).
BE1302076147
JSC026N.indd 2
6/02/13 16:06