background image
FARMA
FORUM
Innovatie blijft onontbeerlijk
Voor de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa bestaan nog geen
curatieve therapieën. Innovatie en het verkennen van nieuwe
therapeutische routes blijft dan ook primordiaal. Een bedrijf
als Dr. Falk Pharma investeert onophoudelijk in de zoek-
tocht naar nieuwe geneesmiddelen binnen het domein van
de gastro-enterologie en hepatologie. Zo werd er onlangs,
in samenwerking met Lipid Therapeutics, een methode ont-
wikkelt om fosfatidylcholine (LT-02) op een gecontroleerde
manier in de darm vrij te stellen, zodat de pathologische ver-
anderingen die de barrièrefunctie van de lagere darm com-
promitteren ­ en die geacht worden één van de voornaamste
onderliggende oorzaken te zijn voor het optreden van colitis
ulcerosa ­ lokaal behandeld worden. Een ander voorbeeld is
de ontwikkeling van een therapie waarbij eitjes van de var-
kensworm Trichuris suis (zweepworm) als immuunmodulator
aangewend worden ter behandeling van de ziekte van Crohn.
Momenteel worden er door Dr. Falk Pharma fase II klinische
studies uitgevoerd met dit product.
Prof. Geert d'Haens is diensthoofd van de Inflammatory Bo-
wel Disease Unit
aan het Academisch Medisch Centrum te
Amsterdam en leidt een researchteam dat fundamenteel en
klinisch onderzoek voert naar de inflammatoire mechanismen
die optreden bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa. Daar-
naast is hij nauw betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe ge-
neesmiddelen ter behandeling van inflammatoire darmziekten
en hun evaluatie in klinische studies.
De Specialist: Professor D'Haens, kunt u
kort de opkomst van generieke geneesmidde-
len binnen uw domein becommentariëren?
Prof. D'Haens: Staat u mij toe om deze ontwikkeling en de
mogelijke gevolgen hiervan te illustreren aan de hand van een
voorbeeld: mesalazine (5-ASA), een ontstekingsremmend mid-
del dat aangewend wordt ter behandeling van
colitis ulcerosa en
soms ook de ziekte van Crohn. Mesalazine is op de markt onder
verschillende vormen, die zich ondermeer onderscheiden door de
manier waarop dit geneesmiddel vrijgesteld wordt in de darm.
Zo beschikken we over orale tabletten en granulaten die 5-ASA
vrijstellen in de dunne darm, andere tabletten stellen het medi-
cijn voornamelijk vrij in het colon. Anderzijds kan mesalazine ook
toegediend worden onder de vorm van een zetpil of als klysma. Er
bestaat met andere woorden een waaier aan galenische toedie-
ningsvormen, niet alleen voor 5-ASA derivaten, maar ook voor een
aantal andere geneesmiddelen ter behandeling van inflammatoire
darmziekten. Een centrale vraag binnen dit discours is of de vrij-
zettingsmechanismen bij een gegeven toedieningsvorm - bijvoor-
beeld bij de orale toediening van mesalazine, waar de omhulsels
van de verschillende tabletten zich precies om deze reden van
elkaar onderscheiden - onderling uitwisselbaar zijn, zonder in te
boeten aan therapeutische efficaciteit. Dit geldt uiteraard ook
voor de generieke geneesmiddelen.
Wat is uw mening hieromtrent?
Het doel van een behandeling voor colitis ulcerosa is in vele ge-
vallen om te trachten de symptomen onder controle te krijgen
met een 5-ASA (eerstelijns)therapie. In een aantal gevallen is dit
een moeizaam proces en zodra de patiënt in remissie is, wordt
de therapie ­ niet zelden een combinatie van tabletten of granu-
laten, zetpillen en/of klysma's ­ nadien enkel bijgestuurd indien
dit om medische redenen noodzakelijk blijkt te zijn. Om deze
therapeutische doelstellingen te halen is het zeer belangrijk dat
alle preparaten, meer bepaald de diverse galenische toedienings-
vormen die ik zonet kwam te vernoemen, ter beschikking blijven
van de behandelende arts om doeltreffend ingezet te kunnen
worden. Elk van deze preparaten heeft namelijk zijn eigen niche
en het hangt in een aantal gevallen van (ogenschijnlijke) details
af of een patiënt al dan niet onder controle gebracht kan worden
met een eerstelijnstherapie, dan wel zwaardere medicatie zoals
corticosteroiden dient toegediend te krijgen.
Het substitutiesysteem:
een verantwoorde evolutie?
En waar staan de generieke geneesmiddelen
binnen dit verhaal?
Ik heb op zich geen probleem om in bepaalde gevallen generieken
ter behandeling van inflammatoire aandoeningen voor te schrij-
ven. Een aantal geneesmiddelen die echter op de Belgische markt
verkrijgbaar zijn, staan evenwel ingebed in een zogenaamd "sub-
stitutiesysteem": de apotheker dient een bepaald percentage
van de originele geneesmiddelen door een generiek te vervangen.
Zelfs voor geneesmiddelen waarvoor deze verplichting niet be-
staat, geldt deze praktijk. Dit betekent concreet dat een patiënt,
die bijvoorbeeld Colitofalk
â
(een 5-ASA derivaat) voorgeschreven
kreeg door zijn arts in bepaalde gevallen van de apotheek een
ander, generiek geneesmiddel aangeboden krijgt (ook artsen wor-
den aangespoord om een quotum medicamenten "op stofnaam"
voor te schrijven). De beleidsinstanties gaan er dus blijkbaar a
priori van uit dat het origineel geneesmiddel perfect kan vervan-
gen worden door een generiek preparaat.
Welke bezwaren heeft u tegen een dergelijke
substitutieplicht?
Het is mijns inziens geen goed systeem, omdat de beslissing om
een bepaald preparaat al dan niet ter behandeling aan te wenden,
weggenomen wordt van de behandelende arts. Het lijkt mij geen
gunstige evolutie dat een apotheker de beslissing van de genees-
heer naast zich kan neerleggen en bepaalt welk preparaat de pa-
tiënt bekomt. Bovendien worden bepaalde galenische toedienings-
vormen ter behandeling van inflammatoire darmaandoeningen in
België niet terugbetaald of zijn ze zelfs niet verkrijgbaar. In dit
laatste geval is substitutie door een generiek niet eens een optie.
Geeft u hiervan eens een voorbeeld?
Het zou goed zijn om in België te beschikken over bepaalde to-
pische vormen van beclometazone of budenoside. In Nederland
is bijvoorbeeld Budenofalk
®
op de markt onder de vorm van een
schuim: een rectaal preparaat dat lokaal aangewend wordt,
waardoor de systemische neveneffecten van dit corticosteroïd
geminimaliseerd worden. Dit zou zonder meer een verrijking
zijn voor ons medicamenteus arsenaal, maar dit product is niet
verkrijgbaar op de Belgische markt.
Inflammatoire darmziekten:
Origineel geneesmiddel of generiek?
Een gesprek met prof. Geert D'Haens, op aanvraag van Dr Falk Pharma
De Belgische beleidsinstanties hebben in tal van medische domeinen een zogenaamde `substitutieplicht' ingevoerd, waardoor in een aantal
gevallen een origineel geneesmiddel door de apotheker vervangen wordt door een generiek. Prof. Geert D'Haens (AMC,
Amsterdam & Imelda Ziekenhuis, Bonheiden) werd bereid gevonden deze evolutie binnen het domein van inflammatoire
darmaandoeningen te becommentariëren.
JSC015N
"Om de therapeutische doelstellingen te
halen bij inflammatoire darmaandoeningen
is het belangrijk dat alle preparaten én de
verschillende doses ter beschikking blijven
van de behandelende arts om doeltreffend
ingezet te kunnen worden."
Prof. Geert D'Haens
Prof. Geert D'Haens.
JSC015N.indd 1
6/02/13 16:07