huisartsen is een van de negatieve punten waarop de auteurs wijzen bij de evaluatie van de duurzaamheid van ons gezondheidszorg- systeem. Inzake gelijkheid wijst het rapport op een gro- te ongelijkheid bij de indicatoren in verband met gezondheid en levensstijl. "Ongelijkheid werd eveneens vastgesteld bij de screening naar kanker en de opvolging van patiënten met een chronische aandoening", kunnen we in het rapport lezen. Volgens het KCE dreigt de ver- mindering in progressiviteit bij de financiering van de gezondheidszorg te leiden tot minder billijkheid. Het KCE beschikt niet over voldoende indica- toren om een volledig beeld op te hangen. len zijn op regionaal en sociaal vlak inzake gezondheidspromotie. Een belangrijk punt is alvast dat van obesitas en zwaarlijvigheid, wat neiging heeft om in de toekomst nog pran- gender te worden. ons gezondheidszorgsysteem biedt de moge- lijkheid de besluitnemers relatief objectieve vaststellingen aan te reiken. Dit in afwachting december 2015. amlodipinebesilaat overeenkomend met 5 mg amlodipine. Elke harde capsule bevat amlodipinebesilaat overeenkomend met 10 mg amlodipine.Hulpstoffen: Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. en het Pfi zer-logo op de andere zijde. eenmaal daags 5 mg Amlor, te verhogen tot een maximumdosis van 10 mg, afhankelijk van de reactie van de individuele patiënt. Amlor is bij hypertensieve patiënten gebruikt in combinatie met een thiazidediureticum, alfablokker, bètablokker of een angiotensin converting enzyme inhibitor (ACE-remmer). Bij angina kan Amlor worden gebruikt als monotherapie of in combinatie met andere anti-anginale geneesmiddelen bij patiënten met angina die refractair is voor nitraten en/of voor geschikte doses bètablokkers. Er is voor Amlor geen dosisaanpassing nodig bij gelijktijdige toediening van thiazidediuretica, bètablokkers en ACE-remmers. Speciale patiëntgroepen Gebruik bij ouderen Amlor in gelijke doses gebruikt bij oudere of jongere patiënten wordt even goed verdragen. Voor ouderen worden normale doseringsschema's aanbevolen, maar verhogen van de dosering dient met voorzichtigheid te gebeuren (zie rubrieken 4.4 en 5.2). Leverinsuffi ciëntie Er is geen doseringsaanbeveling vastgesteld voor patiënten met een milde tot matige leverinsuffi ciëntie; daarom moet de dosis met zorg worden gekozen en beginnen aan de onderkant van het doseringsbereik (zie rubrieken 4.4 en 5.2). De farmacokinetiek van amlodipine is niet onderzocht bij ernstige leverinsuffi ciëntie. In patiënten met ernstige leverinsuffi ciëntie dient amlodipine met de laagste dosering geïnitieerd te worden en vervolgens langzaam verhoogd te worden. Nierinsuffi ciëntie Veranderingen in amlodipineplasmaconcentraties vertonen geen correlatie met de mate van nierinsuffi ciëntie, daarom wordt de normale dosering aanbevolen. Amlodipine is niet dialyseerbaar. Pediatrische patiënten Kinderen en adolescenten van 6 tot 17 jaar met hypertensie. De aanbevolen antihypertensieve orale dosis bij pediatrische patiënten van 6 tot 17 jaar is 2,5 mg eenmaal daags als startdosis, verhoogd tot 5 mg eenmaal daags als de beoogde bloeddruk na 4 weken niet is bereikt. Doses hoger dan 5 mg per dag zijn niet onderzocht bij pediatrische patiënten (zie rubrieken 5.1 en 5.2). Doses van 2,5 mg amlodipine zijn met dit product niet mogelijk. Kinderen onder de 6 jaar Er zijn geen gegevens beschikbaar. Wijze van toediening Harde capsule voor orale toediening shock (inclusief cardiogene shock), obstructie van het uitstroomkanaal van het linker ventrikel (bijv., ernstige aortastenose), hemodynamisch instabiel hartfalen na een acuut myocardinfarct. volgende bijwerkingen zijn waargenomen en gerapporteerd tijdens behandeling met amlodipine met de volgende frequenties: Zeer vaak ( (waaronder angstgevoelens), depressie: soms, Verwardheid: zelden, Somnolentie, duizeligheid, hoofdpijn (vooral aan het begin van de behandeling): vaak, Tremor, dysgeusie, syncope, hypo-esthesie, paresthesie: soms Hypertonie, perifere neuropathie: zeer zelden Visusstoornissen (waaronder diplopie): soms, Tinnitus: soms, Palpitaties: vaak, Myocardinfarct, aritmie (waaronder bradycardie, ventriculaire tachycardie en atriale fi brillatie): zeer zelden, Overmatig blozen: vaak, hypotensie: soms, Vasculitis: zeer zelden, Dyspneu, rhinitis: soms, Hoesten: zeer zelden, Buikpijn, misselijkheid: vaak, Braken, dyspepsie, veranderingen in de stoelgang (waaronder diarree en constipatie), droge mond: soms, Pancreatitis, gastritis, gingiva-hyperplasie: zeer zelden, Hepatitis, geelzucht, leverenzymen verhoogd*: zeer zelden, Alopecie, purpura, huidverkleuring, hyperhidrose, pruritus, huiduitslag, exantheem: soms, Angio-oedeem, erythema multiforme, urticaria, exfoliatieve dermatitis, Stevens-Johnson-syndroom, Quincke-oedeem, fotosensitiviteit: zeer zelden, Enkelzwelling: vaak, Artralgie, myalgie, spierkramp, rugpijn: soms, Urinelozingsaandoening, nycturie, toegenomen urinelozingsfrequentie: soms Impotentie, gynaecomastie: soms, Oedeem, vermoeidheid: vaak, Pijn op de borst, asthenie, pijn, malaise: soms, Gewichtstoename, gewichtsafname: soms. *meestal samenhangend met cholestase. Uitzonderlijke gevallen van extrapyramidaal syndroom zijn gerapporteerd. EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING A.Datum van eerste verlening van de vergunning: 07/07/1989 B. Datum van hernieuwing van de vergunning: 08/12/2003 OEX12N0014480-10/2012 in de kwaliteit van de zorg en meer bepaald in de efficiëntie, de billijkheid, de veiligheid, de continuïteit en de patiëntgerichte aanpak. "Wat betreft efficiëntie zijn de resultaten gemengd", vatten de auteurs van de studie sa- men. "De resultaten zijn zeer goed voor de overleving na kanker, maar eerder verontrustend op het terrein van de geestelijke gezondheid. België heeft het op een na hoogste percentage zelfdodingen in Europa (met grote regionale verschillen) en kent een stij- ging van het aantal collocaties in een psychiatrische instelling." het rapport teleurstellende cijfers: hoge percentages en stijging van de borstkan- kerscreening buiten de doelgroep, matige opvolging van de aanbevelingen inzake an- tibioticavoorschrift en wat betreft de op- volging van diabetespatiënten, een stijging van het aantal keizersneden, met daarbij een grote variatie tussen ziekenhuizen. De criteria voor de veiligheid van de zorg tonen dan weer bemoedigende resultaten. De auteurs van het rapport stellen een dalende tendens vast op het gebied van blootstelling aan medische ioniserende straling, nosocomiale infecties en zieken- huismortaliteit na heupfractuur. De incidentie van postoperatieve sepsis en het voorschrijven van antidepressiva met anticholinergische nevenwerkingen aan ouderen blijft stabiel, maar de incidentie van doorligwonden neemt toe. Voor de continuïteit en de coördinatie van de zorg geeft het KCE een gemiddeld cijfer. Het stelt vast dat er een goede rela- tionele continuïteit is tussen een patiënt die één arts bezoekt, met een gemiddeld percentage multidisciplinaire raadplegin- gen voor kankergevallen, een lage dekking van het Globaal Medisch Dossier en een hoog percentage heropnames in het psy- chiatrisch ziekenhuis. Patiëntgerichtheid kon, bij gebrek aan gegevens, slechts deels door het KCE worden beoordeeld. |