background image
I
19
De Specialist
13-2
13 februari 2013
www.despecialist.eu
MEDISCH & WETENSCHAPPELIJK NIEUWS
32
E
JAARLIJKS CONGRES VAN DE BELGIAN SOCIETY OF CARDIOLOGY
Als het hart het begeeft zonder verklarend
ischemisch event
JS0392BN
M
yocarditis is een veel te weinig
gediagnosticeerde maar frequent
voorkomende oorzaak van acute
hartdecompensatie en plotse dood (8,6 tot
12% van de gevallen bij jonge volwassenen).
Bij 21% van de patiënten leidt ze op lange
termijn, d.w.z. na een periode van gemiddeld
drie jaar, tot gedilateerde cardiomyopathie.
Zes tot tien procent van de gevallen van
recente gedilateerde cardiomyopathie is
overigens secundair aan een myocarditis.
"Het is dus belangrijk dat we de aandoening zo
snel mogelijk opsporen",
zegt Anne-Catherine
Pouleur (UCL). "Ook al zijn de symptomen
a-specifiek: thoraxpijn, dyspneu, hartkloppin-
gen."
Hoewel de oorsprong heel vaak viraal
is (al mogen we ook de toxische of auto-
immunitaire oorzaken niet vergeten), wordt
de diagnose maar heel zelden gebaseerd
op de virale serologie of klassieke biologie
(troponine, CPK). Omdat ook een ecg niet
erg specifiek is, net zo min als een echocar-
diografie of MRI (desondanks nog altijd het
niet-invasieve onderzoek bij uitstek), geeft
meestal een myocardbiopsie in combina-
tie met een PCR-test uitsluitsel. Hoewel er
verschillende soorten myocarditis bestaan
(acuut, fulminant, chronisch actief, chronisch
persisterend), is de behandeling dezelfde als
die van hartdecompensatie gecombineerd
met rust. "Auto-immunitaire myocarditis
wordt echter ook behandeld met immunosup-
pressiva en corticosteroïden
." De prognose
van de aandoening hangt af van de klinische
presentatie, de klinische parameters, de ge-
gevens van de biopsie en in sommige geval-
len de snelle start van de behandeling. Een
behandelingsalgoritme is te vinden op http://
www.sciencedirect.com/science/article/pii/
S0735109711052004 (Kindermann I, et al. J
Am Coll Cardiol. 2012 feb. 28;59(9):779-92).
Bernhard Gerber (UCL) benadrukte nog het
belang van magnetische resonantie. Deze
techniek kan myocarditis onderscheiden van
andere oorzaken van thoraxpijn met tro-
ponineverhoging. Ook het genezingsproces
kan er uitstekend mee worden opgevolgd en
de techniek levert bovendien prognostische
gegevens op.
Peripartumcardiomyopathie:
(te) vaak over het hoofd gezien
De paper van Sliwa (Eur J Heart Fail. 2010
aug.;12(8):767-78) vat deze aandoening,
die voorkomt tijdens de zwangerschap en in
de maanden na de bevalling (meestal in de
eerste maand), waarschijnlijk het best samen.
Peripartumcardiomyopathie uit zich als hart-
falen dat secundair is aan een systolische
linkerventrikeldisfunctie zonder andere op-
spoorbare oorzaak en heeft vaak een virale of
auto-immunitaire oorsprong. "Recent werden
echter andere hypothesen naar voren gescho-
ven"
, zegt Sofie Gevaert (UZ Gent). "Met
name een verandering in de signalisatieweg
van prolactine. Dat verklaart ook de huidige
belangstelling voor bromocriptine."
Verschil-
lende risicofactoren werden vastgesteld: de
leeftijd (> 30 jaar), multipariteit, de etnische
oorsprong (Afrikaans), obesitas, een lage
socio-economische status en cocaïneverbruik.
De symptomen zijn dezelfde als bij hart-
decompensatie, net als de paraklinische onder-
zoeken (vooral echocardiografie), gecombi-
neerd met een aanzienlijke verhoging van het
BNP. Behandelen doen we zoals bij hartfalen,
maar dan zonder ACE-remmers, sartanen,
aldosteronantagonisten en stollingremmers
als de patiënte zwanger is. Bij de bevalling
moet een multidisciplinair team aanwezig
zijn en na de bevalling is de behandeling de-
zelfde als die bij decompensatie. De moeder
mag haar kind dan geen borstvoeding geven.
"Tot slot", besluit Sofie Gevaert, "moeten we
onverbiddelijk zijn wat toekomstige zwanger-
schappen betreft. De mortaliteit is al hoog bij
de eerste episode (10 tot 30%), maar neemt
bij een volgende zwangerschap nog exponen-
tieel toe."
De prognosecijfers variëren sterk
naargelang de regio en de studie (23-78%
recidieven), maar over het algemeen is een
aanzienlijke verbetering merkbaar na zes
maanden.
Een Takotsubo met duizend
gezichten
Aan synoniemen geen gebrek als het gaat
over deze acute coronaire aandoening, die
vooral voorkomt bij vrouwen (93,5%) en
een prevalentie heeft van 1,7 tot 2%. Ta-
kotsubo stemt overeen met een ontlading
van catecholamines (meestal na een stres-
serende gebeurtenis) met thoraxpijn. Die
gaat gepaard met dyskinesie van de linker-
ventrikel en tekenen van ischemie op het ecg
(negativatie van de T-golf in alle aftakkingen
behalve V1, manifeste ST-inversie in aVR en
verlenging van het QT-interval of torsades
de pointe
) zonder coronaire letsels. Waar-
schijnlijk omdat het gaat om microvasculaire
spasmen met myocardiale toxiciteit en endo-
theliale disfunctie. Een MRI en biopsie beves-
tigen de diagnose. De behandeling is klassiek
en niet-specifiek. Ze wordt aangepast aan de
klinische parameters van iedere patiënt.
Dr. Dominique-Jean Bouilliez
Een zeer volledige sessie over niet-ischemische cardiopathieën,
georganiseerd door de Belgian Working Group of Non-Invasive
Cardiology Imaging
(BWGNICI) van de BSC. Een betoog over
myocarditis en enkele weinig bekende cardiomyopathieën, onder
leiding van de professoren Agnès Pasquet (UCL) en Peter Sinnaeve
(KU Leuven). Een bondige maar dus onvolledige samenvatting van
de vele zaken die we hebben opgestoken.
Prof. Victor Legrand