ischemisch event gediagnosticeerde maar frequent voorkomende oorzaak van acute 12% van de gevallen bij jonge volwassenen). Bij 21% van de patiënten leidt ze op lange termijn, d.w.z. na een periode van gemiddeld drie jaar, tot gedilateerde cardiomyopathie. Zes tot tien procent van de gevallen van recente gedilateerde cardiomyopathie is overigens secundair aan een myocarditis. "Het is dus belangrijk dat we de aandoening zo snel mogelijk opsporen", zegt Anne-Catherine Pouleur (UCL). "Ook al zijn de symptomen a-specifiek: thoraxpijn, dyspneu, hartkloppin- gen." Hoewel de oorsprong heel vaak viraal is (al mogen we ook de toxische of auto- immunitaire oorzaken niet vergeten), wordt de diagnose maar heel zelden gebaseerd op de virale serologie of klassieke biologie (troponine, CPK). Omdat ook een ecg niet erg specifiek is, net zo min als een echocar- diografie of MRI (desondanks nog altijd het niet-invasieve onderzoek bij uitstek), geeft meestal een myocardbiopsie in combina- tie met een PCR-test uitsluitsel. Hoewel er verschillende soorten myocarditis bestaan (acuut, fulminant, chronisch actief, chronisch persisterend), is de behandeling dezelfde als die van hartdecompensatie gecombineerd met rust. "Auto-immunitaire myocarditis pressiva en corticosteroïden." De prognose van de aandoening hangt af van de klinische presentatie, de klinische parameters, de ge- gevens van de biopsie en in sommige geval- behandelingsalgoritme is te vinden op http:// www.sciencedirect.com/science/article/pii/ S0735109711052004 (Kindermann I, et al. J Am Coll Cardiol. 2012 feb. 28;59(9):779-92). Bernhard Gerber (UCL) benadrukte nog het belang van magnetische resonantie. Deze techniek kan myocarditis onderscheiden van andere oorzaken van thoraxpijn met tro- ponineverhoging. Ook het genezingsproces kan er uitstekend mee worden opgevolgd en de techniek levert bovendien prognostische gegevens op. (te) vaak over het hoofd gezien aug.;12(8):767-78) vat deze aandoening, die voorkomt tijdens de zwangerschap en in de maanden na de bevalling (meestal in de eerste maand), waarschijnlijk het best samen. Peripartumcardiomyopathie uit zich als hart- falen dat secundair is aan een systolische linkerventrikeldisfunctie zonder andere op- spoorbare oorzaak en heeft vaak een virale of auto-immunitaire oorsprong. "Recent werden echter andere hypothesen naar voren gescho- ven", zegt Sofie Gevaert (UZ Gent). "Met name een verandering in de signalisatieweg van prolactine. Dat verklaart ook de huidige belangstelling voor bromocriptine." Verschil- lende risicofactoren werden vastgesteld: de leeftijd (> 30 jaar), multipariteit, de etnische oorsprong (Afrikaans), obesitas, een lage socio-economische status en cocaïneverbruik. De symptomen zijn dezelfde als bij hart- decompensatie, net als de paraklinische onder- zoeken (vooral echocardiografie), gecombi- neerd met een aanzienlijke verhoging van het BNP. Behandelen doen we zoals bij hartfalen, maar dan zonder ACE-remmers, sartanen, als de patiënte zwanger is. Bij de bevalling moet een multidisciplinair team aanwezig zijn en na de bevalling is de behandeling de- zelfde als die bij decompensatie. De moeder mag haar kind dan geen borstvoeding geven. "Tot slot", besluit Sofie Gevaert, "moeten we onverbiddelijk zijn wat toekomstige zwanger- schappen betreft. De mortaliteit is al hoog bij de eerste episode (10 tot 30%), maar neemt bij een volgende zwangerschap nog exponen- tieel toe." De prognosecijfers variëren sterk naargelang de regio en de studie (23-78% recidieven), maar over het algemeen is een aanzienlijke verbetering merkbaar na zes maanden. gezichten over deze acute coronaire aandoening, die vooral voorkomt bij vrouwen (93,5%) en een prevalentie heeft van 1,7 tot 2%. Ta- kotsubo stemt overeen met een ontlading van catecholamines (meestal na een stres- serende gebeurtenis) met thoraxpijn. Die gaat gepaard met dyskinesie van de linker- ventrikel en tekenen van ischemie op het ecg (negativatie van de T-golf in alle aftakkingen behalve V1, manifeste ST-inversie in aVR en verlenging van het QT-interval of torsades de pointe) zonder coronaire letsels. Waar- schijnlijk omdat het gaat om microvasculaire spasmen met myocardiale toxiciteit en endo- theliale disfunctie. Een MRI en biopsie beves- tigen de diagnose. De behandeling is klassiek en niet-specifiek. Ze wordt aangepast aan de klinische parameters van iedere patiënt. georganiseerd door de Belgian Working Group of Non-Invasive Cardiology Imaging (BWGNICI) van de BSC. Een betoog over myocarditis en enkele weinig bekende cardiomyopathieën, onder leiding van de professoren Agnès Pasquet (UCL) en Peter Sinnaeve (KU Leuven). Een bondige maar dus onvolledige samenvatting van de vele zaken die we hebben opgestoken. |