Farma-Sfeer 188 Oktober 2013
8
Speciale editie Pediatrie
Hoe zit het met nieuwe geneesmiddelen?
Prof. Samy Cadranel:
We beschikken
ondertussen over vele nieuwe therapeutische
oplossingen voor kinderen en jongeren. Er is
zowel vooruitgang geboekt in de behandeling
van specifieke kinderziekten als in de aanpassing
van behandelingen die voordien enkel voor
volwassenen bedoeld waren.
Er was lang geen aandacht voor de ontwikkeling
van pediatrische geneesmiddelen en dit staat
dus nog in de kinderschoenen. Een Europees
initiatief wijst echter op een vernieuwde interesse
voor galenische vormen die aangepast zijn aan
de allerkleinsten. Langzaam maar zeker komt
er schot in de zaak. Heel veel geneesmiddelen
die we toedienen aan kinderen zijn eigenlijk niet
voor hen ontwikkeld. Naar schatting worden bij
kinderen gemiddeld 65% van de specialiteiten
voorgeschreven voor toepassingen waarvoor
geen vergunning voor het in de handel brengen
bestaat. Of het nu gaat om de indicatie, de
posologie, de galenische vorm of de leeftijd
die niet overeenkomt met wat de VHB bepaalt,
de gegevens waarover we beschikken voor
volwassenen worden geëxtrapoleerd, zonder
dus specifiek klinisch onderzoek bij kinderen uit
te voeren. Daar zijn verschillende redenen voor,
onder andere ethische en praktische bezwaren
die gepaard gaan met klinisch onderzoek bij
kinderen, de specifieke aard en/of zeldzaamheid
van sommige aandoeningen in een bepaalde
leeftijdscategorie en het geringe enthousiasme
van de farmaceutische industrie om te investeren
in onderzoek bij deze patiëntenpopulatie. Nochtans
in tegenstelling tot wat al te vaak beweerd
wordt is de `markt' van geneesmiddelen voor
de pediatrie verre van beperkt. De Europese
pediatrische populatie, met andere woorden
de kinderen jonger dan 18 jaar, bedraagt
gemiddeld 20% van de volledige populatie. Dat
zijn ongeveer 100 miljoen zuigelingen, kinderen
en jongeren. Bovendien is het goed bekend dat
kinderen hun eigen kenmerken hebben (het zijn
geen miniatuurvolwassenen), meer bepaald
op farmacokinetisch vlak. Als we zomaar de
regel van drie zouden toepassen ten opzichte
van volwassenen dan kunnen er bijwerkingen
optreden die soms specifiek zijn voor kinderen,
zoals een weerslag op de groei. En dan hebben
we het nog niet over de fouten in de posologie,
waar we des te meer beducht voor moeten zijn
indien een grote verdunning vereist is.
Zit er sleet op de galenische innovatie?
Prof. Samy Cadranel:
Het gebrek van nieuwe,
echt innoverende vormen voor gebruik in
de pediatrie is zeer actueel. Dat wordt nog
schrijnender als jonge patiëntjes 10 tot 20
geneesmiddelen per dag moeten innemen.
Het mag hierbij duidelijk zijn dat een drinkbare
vorm geen wondermiddel is, meer bepaald
wegens de verschillende aroma's en mogelijke
beperkingen in verband met het toe te dienen
volume. Een ander prangend probleem betreft
de aanpassing van de posologie. Een mogelijke
oplossing zouden bijvoorbeeld nanopartikels of
nanocapsules kunnen zijn. Daarvan zouden we
de hoeveelheid kunnen bepalen met nieuwe
hulpmiddelen en ze dan pas op het laatste
moment in suspensie brengen. Een andere
mogelijkheid zijn nieuwe vormen die aan de
binnenkant van de wang worden gekleefd.
Welke evolutie ondergaat het
geneesmiddelengebruik bij kinderen?
Prof. Samy Cadranel:
In 2011 telde België
meer dan 2,2 miljoen jonge gerechtigden in de
leeftijdscategorie 0-18 jaar, dus 20% van de totale
populatie. Geneesmiddelen voor de luchtwegen
en antibiotica voor systemisch gebruik vormen
ongetwijfeld het leeuwendeel van het gebruik bij de
totale pediatrische populatie, jongeren inbegrepen.
Ondanks de bewustmakingscampagnes blijft
het antibioticagebruik bij kinderen te hoog.
Protonpompremmers zoals omeprazol worden
gebruikt bij kinderen als behandeling van
gastro-oesofageale reflux. Tussen 2007 en 2011
is het aantal terugbetaalde doses omeprazol
bij kinderen uit alle leeftijdscategorieën bijna
verdubbeld. Een mogelijke verklaring hiervoor is
dat reflux steeds vaker behandeld wordt en dat
de therapeutische aanbevelingen veranderd zijn.
Omeprazol is nu namelijk de eerste keuze en
vervangt cisapride, dat niet meer verkrijgbaar is.
Ik wil er nadrukkelijk op wijzen dat hygiënische
maatregelen nog steeds de beste behandeling
zijn (zie ons artikel G van GOR).
Welke boodschap wilt u meegeven
aan de apothekers die dit lezen?
Prof. Samy Cadranel:
De apotheker moet zich
blijven bijscholen om de nazorg bij behandelingen
bij kinderen te verzekeren. Hij moet de
therapeutische realiteit van de pediatrie, die sterk
verschilt van die van de algemene geneeskunde,
kennen en begrijpen. De apotheker heeft als
taak de informatie die wij de patiënt meegeven
verder aan te vullen. Hij heeft een beter zicht op
eventuele problemen die te maken hebben met
geneesmiddeleninname. Hij hoort het immers
vaker als ouders problemen ondervinden, hij
kent de doseringen goed en kan zien dat er
problemen zijn met de inname, de bewaring of
mogelijke verwarring tussen de verschillende
geneesmiddelen. Ik verzoek de apothekers
dan ook de pediaters op de hoogte te brengen
van eventuele problemen met pediatrische
voorschriften.