background image
Farma-Sfeer 188 Oktober 2013
20
Speciale editie Pediatrie
P0978N
F
van
Farmacokinetiek
Farmacologische bijzonderheden
bij pasgeborenen
De fysiologische parameters tijdens de neonatale periode en
de sterke veranderingen tijdens de groei en de ontwikkeling
bepalen de farmacokinetiek en de effecten van geneesmiddelen.
Alle farmacokinetische stappen (ADME, absorptie, distributie,
metabolisme en excretie) verschillen tussen pasgeborenen,
kinderen en volwassenen. De biologische beschikbaarheid van
geneesmiddelen is meestal lager, de distributie hangt af van de
lichaamssamenstelling en vooral van het water- en vetgehalte,
het metabolisme verloopt trager tijdens de neonatale fase en
neemt na de geboorte snel toe door een toename van de renale
doorbloeding en de glomerulaire filtratie. Farmacokinetische
studies zijn dan ook noodzakelijk om de dosering en het
toedieningsschema van geneesmiddelen tijdens de neonatale
periode te bepalen, teneinde toxische effecten of omgekeerd
therapeutische ondoeltreffendheid te vermijden.
De fysiologische parameters
veranderen snel tijdens de groei
en de rijping van het lichaam. Dat
verklaart de grote farmacokinetische
en farmacodynamische verschillen
tussen pasgeborenen en grotere
kinderen of volwassenen (1, 2). De
dosering en het toedieningsschema
moeten dus worden aangepast aan
de neonatale periode om doeltreffend
geneesmiddelen te gebruiken en
toxische effecten of omgekeerd
therapeutische ondoeltreffendheid te
vermijden.
Farmacokinetiek tijdens
de neonatale periode
De orale absorptie hangt af van de
fysiologische parameters van het
maag-darmkanaal. Bij de geboorte
is de pH in de maag neutraal, maar
daarna daalt die in enkele dagen tijd.
Bij prematuren verloopt dat veel trager.
De pH blijft neutraal tijdens de eerste
tien levensdagen, daalt dan geleidelijk
en bereikt de volwassen waarden
tegen de leeftijd van twee jaar (3, 4).
De snelheid van maaglediging en de
intestinale transittijd zijn verlengd
tot de leeftijd van 6 maanden, zowel
bij voldragen pasgeborenen als bij
prematuren. Andere factoren die
invloed uitoefenen op de absorptie van
geneesmiddelen bij pasgeborenen, zijn
de onrijpheid van het darmslijmvlies,
de galfunctie, het metabolisme en het
intestinale transport. De veranderingen
van de pH oefenen invloed uit op de
stabiliteit, de mate van ionisatie en
zodoende ook op de absorptie. De
biologische beschikbaarheid van zure
geneesmiddelen zoals penicilline en
erytromycine is doorgaans hoger
bij pasgeborenen dan bij grotere
kinderen. Zwak zure geneesmiddelen
zoals fenobarbital en fenytoïne
daarentegen worden minder goed
geabsorbeerd (4). Bij kinderen jonger
dan 6 maanden ledigt de maag zich
trager. Het duurt dan ook langer
voor de piekconcentratie (t
max
) wordt
bereikt, zoals werd waargenomen met
cisapride bij premature pasgeborenen
(5). Dat heeft tot gevolg dat de
biologische beschikbaarheid van de
meeste geneesmiddelen lager is bij
pasgeborenen. De meeste van die
fysiologische variabelen bereiken de
volwassen waarden tussen de leeftijd
van 5 en 10 jaar.
De percutane absorptie door de huid
hangt af van het vochtgehalte in de
huid en de oppervlakte waarover de
absorptie plaatsvindt, en vermindert
naarmate de hoornlaag dikker is. De
absorptie is hoger bij pasgeborenen en
kan 100 maal hoger zijn bij prematuren
met een zwangerschapsleeftijd van
minder dan 30 weken dan bij voldragen
pasgeborenen (6). Dat is minstens
gedeeltelijk te wijten aan het feit dat
de hoornlaag dunner is en dat de huid
sterker wordt bevloeid en een hoger
vochtgehalte bevat. Sommige toxische
effecten, die bijvoorbeeld worden
waargenomen met pentachlorofenol,
hydrocortison en aspirine, getuigen
van een te sterke absorptie als gevolg
van onrijpheid van de huid (7, 8).
Dr. Evelyne Jacqz-Aigrain
Pediatric Pharmacology and Pharmacogenetics Department,
Assistance Publique-Hôpitaux de Paris,
Hôpital Robert Debré, Paris