![]() veranderen snel tijdens de groei en de rijping van het lichaam. Dat verklaart de grote farmacokinetische en farmacodynamische verschillen tussen pasgeborenen en grotere kinderen of volwassenen (1, 2). De dosering en het toedieningsschema moeten dus worden aangepast aan de neonatale periode om doeltreffend geneesmiddelen te gebruiken en toxische effecten of omgekeerd therapeutische ondoeltreffendheid te vermijden. fysiologische parameters van het maag-darmkanaal. Bij de geboorte is de pH in de maag neutraal, maar daarna daalt die in enkele dagen tijd. Bij prematuren verloopt dat veel trager. De pH blijft neutraal tijdens de eerste tien levensdagen, daalt dan geleidelijk en bereikt de volwassen waarden De snelheid van maaglediging en de intestinale transittijd zijn verlengd tot de leeftijd van 6 maanden, zowel bij voldragen pasgeborenen als bij prematuren. Andere factoren die invloed uitoefenen op de absorptie van geneesmiddelen bij pasgeborenen, zijn de onrijpheid van het darmslijmvlies, de galfunctie, het metabolisme en het intestinale transport. De veranderingen van de pH oefenen invloed uit op de stabiliteit, de mate van ionisatie en zodoende ook op de absorptie. De biologische beschikbaarheid van zure geneesmiddelen zoals penicilline en erytromycine is doorgaans hoger bij pasgeborenen dan bij grotere kinderen. Zwak zure geneesmiddelen zoals fenobarbital en fenytoïne daarentegen worden minder goed geabsorbeerd (4). Bij kinderen jonger dan 6 maanden ledigt de maag zich trager. Het duurt dan ook langer voor de piekconcentratie (t cisapride bij premature pasgeborenen biologische beschikbaarheid van de meeste geneesmiddelen lager is bij pasgeborenen. De meeste van die fysiologische variabelen bereiken de volwassen waarden tussen de leeftijd van 5 en 10 jaar. hangt af van het vochtgehalte in de huid en de oppervlakte waarover de absorptie plaatsvindt, en vermindert naarmate de hoornlaag dikker is. De absorptie is hoger bij pasgeborenen en kan 100 maal hoger zijn bij prematuren met een zwangerschapsleeftijd van minder dan 30 weken dan bij voldragen pasgeborenen (6). Dat is minstens gedeeltelijk te wijten aan het feit dat de hoornlaag dunner is en dat de huid sterker wordt bevloeid en een hoger vochtgehalte bevat. Sommige toxische effecten, die bijvoorbeeld worden waargenomen met pentachlorofenol, hydrocortison en aspirine, getuigen van een te sterke absorptie als gevolg van onrijpheid van de huid (7, 8). |