background image
Farma-Sfeer 188 Oktober 2013
42
Speciale editie Pediatrie
P
A0
0
04N
m
van
Melk
Welke melk voor mijn kind?
Tussen zijn geboorte en zijn eerste verjaardag schakelt een
baby over van uitsluitend melk naar een gevarieerde voeding.
Onze uitdaging bestaat erin de aanbevolen hoeveelheden aan
te passen aan zowel de behoeften als de maturiteit van het
verteringsstelsel van het kind.
De gouden regel: melk moet de allerbelangrijkste component
blijven tijdens dat eerste levensjaar.
De behoeften van de zuigeling
De energiebehoefte van zuigelingen
van 0 tot 12 maanden bedraagt
±92kcal/kg/dag.
Van 0 tot 6 maanden vertaalt deze
behoefte zich in 150-120ml/kg/dag
water dat wordt gebruikt om de melk
te bereiden. Van 6 tot 12 maanden
bedraagt de waterbehoefte gemiddeld
120ml/kg/d en wordt hieraan voldaan
met melk en een gediversifieerde
voeding. Na een jaar drinkt het kind
nog steeds ongeveer 500ml melk per
dag. De grootte van de flesjes moet
worden aangepast aan de maaginhoud
van het kind. Hoe ouder het kind,
hoe kleiner het aantal flesjes maar hoe
meer melk ze dus bevatten.
Waarom speciale melk
voor zuigelingen?
De WHO
(Wereldgezondheidsorganisatie) en
het ONE (Office de la Naissance et de
l'Enfance) bevelen moedermelk aan
als de gold standard voor zuigelingen
die geen spijsverteringsproblemen
hebben.
Toch kiezen sommige moeders er
om medische of persoonlijke redenen
voor om geen borstvoeding te geven.
Koemelk bevat ongeveer evenveel
energie als moedermelk, maar
heeft een andere samenstelling die
niet geschikt is voor de behoeften
van de zuigeling. Ze mag dus niet
worden gegeven aan baby's. Koemelk
ASSIStent
Ê
Niet geschikt voor baby's!
De samenstelling van paardenmelk,
lammerenmelk, ezelinnenmelk
of schapenmelk is niet geschikt
voor baby's. Hetzelfde geldt voor
plantensappen (kastanje, soja, rijst,
hazelnoot, amandel), die te verkrijgen zijn
in grootwarenhuizen, biowinkels, etc.,
en onterecht `plantaardige melk' worden
genoemd. Door deze melksoorten te
gebruiken kan de zuigeling ernstige
voedingstekorten ontwikkelen.
bevat te veel eiwitten en te weinig
lactose, de koolhydraten van de melk.
Moedermelk bevat ook ingrediënten
die ervoor zorgen dat er zich in de
darmen van de baby een bacteriële
flora nestelt die goed is voor de
immuniteit. Deze moeders hebben
een ruime keuze aan melktypes die
sterk lijken op de moedermelk.
Welke melk
voor welk kind?
De arts schrijft een melk voor die is
aangepast aan de leeftijd en de
gezondheids toestand van het kind.
Er mag dus geen andere melk worden
gegeven zonder zijn advies.
De voedingsbehoeften en de melk evolueren
met de leeftijd van het kind:
·
van 0 tot 6 maanden:
`zuigelingenmelk'
of
`eersteleeftijdsmelk'
;
·
van 6 tot 12-24 maanden:
`opvolgmelk'
of
`tweedeleeftijdsmelk'
;
Sommige kinderartsen geven liever wat
langer opvolgmelk, tot 24 maanden, aan
kinderen met spijsverteringsstoornissen
of allergische of potentieel allergische
kinderen;
·
vanaf 1 jaar:
`groeimelk'
.
De wetgeving bepaalt welke limieten
de zuigelingenmelk moet respecteren.
De melk moet alle voedingsstoffen,
vitamines en mineralen bevatten om
aan alle behoeften van de zuigeling
te voldoen.
De overschakeling van eersteleeftijds- naar
tweedeleeftijdsmelk moet samenvallen met
het begin van de gediversifieerde voeding.
Adviseer de klanten van zuigelingenmelk
dat ze de melk behoorlijk moeten verdunnen
(30ml fleswater met een laag mineraalgehalte
voor een afgestreken lepel poedermelk).
De hoeveelheid melk moet ook aangepast
zijn aan de behoeften van het kind.