gezondheidszorgsysteem op de ongelijkheid gelieerd aan gezondheid. "It is more important to know what disease a patient has." Aan de hand van het citaat van sir William Osler herinnert prof. De Spiegelaere eraan dat ons gezondheidszorgsysteem in de eerste plaats gericht is op de `aandoening' eerder dan op de `persoon'. "De ongelijkheid in de zorg neemt toe omdat men geen re- kening houdt met het samengaan van verschillende ge- zondheidsproblemen: een verhoogd risico op een gebrek aan coördinatie, neveneffecten en het onverzoenbaar zijn van behandelingen, vermenigvuldiging van onderzoeken, ziekenhuisopnames, kosten veroorzaakt door het opsplit- sen van de behandeling, te korte duur van raadplegingen, uitsluiting van niet-spoedeisende vragen (preventie, the- rapeutische educatie), enz.", legt de onderzoekster uit. van de gezondheidsongelijkheid schuilt in het feit dat be- paalde praktijkaanbevelingen geen rekening houden met de globale context van de patiënt. Om een voorbeeld te citeren: de onderschatting van de reële risico's bij de so- ciaal lagere klassen bij de evaluatie van cardiovasculaire risico's. Dat wordt nochtans goed gedocumenteerd in de wetenschappelijke literatuur (stress, werkomstandig- heden, omgeving, mentale belasting, enz.). rekening brengen van de sociale omstandigheden die een invloed kunnen hebben op de efficiëntie van de interven- tie. Sommige zorgverstrekkers anticiperen op de reactie van de patiënt en verkiezen hem geneesmiddelen te ge- ven eerder dan preventieve maatregelen voor te stellen. Bovendien hebben sommige patiënten meer vertrouwen in een medicamenteuze behandeling omdat ze vrezen dat ze geen invloed hebben op de ander factoren. Deze twee een therapeutische begeleiding van chronisch zieken die gekoppeld wordt aan een psychosociale begeleiding", be- nadrukt Myriam De Spiegelaere. Dergelijke aanpak vraagt uiteraard wel meer tijd en vraagt tevens een belangrijke investering. "Enkel een aanpak van de morbiditeit gericht op de persoon kan meer precies de belangrijke impact beschrijven van ziekte bij sociaal achtergestelde groepen en kan duidelijk maken welke tussenkomst noodzakelijk is om de om de patiënt zo efficiënt mogelijk te behande- len en interactie tussen de aandoeningen te vermijden", voegt prof. De Spiegelaere er nog aan toe. op de patiënt bevorderen? De onderzoekster benadrukt de essentiële rol van de huisartsgeneeskunde, die in staat is de complexe en multiple morbiditeit te beheersen. Ze benadrukt tevens de noodzaak van de ontwikkeling van het werken in een netwerk met de ziekenhuissector (echelonnering, continuïteit). Ook een multidisciplinaire aanpak gericht op de patiënt wordt aangeraden. Men zou kunnen opwerpen dat men als sinds jaar en dag op colloquia allerhande hoort spreken over de globale en multidisciplinaire aanpak van de patiënt, maar dat de organisatie van het ziekenhuis gericht en georganiseerd blijft op de behandeling van een ziekte, van een orgaan. "De diensten geriatrie, die al jaren geconfronteerd wor- den met deze complexiteit, functioneren reeds in de optiek van een globale behandeling van de patiënt. Dat kan eveneens toegepast worden op de dienst pediatrie. Deze aanpak is moeilijker realiseerbaar in meer gespecia- liseerde diensten zoals cardiologie of pneumologie", aldus prof. De Spiegelaere. Ze meent dat de globale aanpak op een bredere schaal kan worden aangenomen en dat de fi- nanciële moeilijkheden dat ons gezondheidszorgsysteem vandaag kent de overheid en de zorgverstrekkers ertoe zal dwingen het huidige ziekenhuismodel in vraag te stellen. zondheidszorgsysteem de belangrijkste uitdaging bij de strijd tegen ongelijkheid. "De continuïteit van de zorg wordt steeds moeilijker binnen ons gezondheidszorgsys- teem. De vrije keuze van de zorgverstrekker en de conti- nuïteit zijn sterk met elkaar verbonden. Belgen houden sterk vast aan de vrije keuze omdat het toelaat een ver- trouwensband te creëren tussen patiënt en zorgverstrek- steeds meer onder druk komt te staan. Een voorbeeld: naargelang wat het OCMW voorstelt, kan een patiënt een zeer ruime, dan wel een zeer beperkte keuze hebben. De vrije keuze van de zorgverstrekker wordt steeds moeilij- ker bij gespecialiseerde zorg: ofwel kan een patiënt een privé-raadpleging betalen en krijgt hij op korte termijn een afspraak; ofwel kan hij dat niet betalen en moet hij afwachten of hij in de loop van de komende maanden een afspraak krijgt; ofwel wil een patiënt voor bijvoorbeeld een oftalmologisch onderzoek geen maanden wachten en begeeft hij zich naar de dienst spoedgevallen of naar een raadpleging in een ziekenhuis en heeft hij telkens een andere arts voor zich." Myriam De Spiegelaere meent dat de informatie die ge- bruikt wordt om de kwaliteit van de zorg, de performantie van het systeem en de financiering van de dienstverlening te evalueren, onvoldoende en incorrect rekening houdt met de sociale factoren. "Het systeem van gezondheids- informatie is eveneens sterk gericht op de aanpak van een ziekte. Het gebeurt slechts zelden dat de gezondheids- noden eveneens in aanmerking worden genomen." Wat de planning van het medisch aanbod betreft, herin- nert de onderzoekster van de Ecole de Santé publique van de ULB eraan dat de sociaal het minst bevoordeelde of de meest kwetsbare patiënten meer gestraft zullen wor- den door een tekort aan of een mindere densiteit aan zorgverstrekkers. Ze hebben minder contact met de Spiegelaere dat "gezondheidszorg geen predominante rol speelt in het ontstaan of het behoud van sociale ongelijk- heid ten aanzien van de gezondheid. Maar hoe efficiënter de zorg en de preventieve tussenkomsten zijn, hoe belang- rijker hun impact op de gezondheidsongelijkheid kan zijn." Ze nodigde de zorgverstrekkers uit actief tegen deze on- gelijkheid te vechten. "De overheid en de zorgverstrekkers moeten er zich bewust van zijn dat ze een rol kunnen spe- len. Maar dat ze vandaag niet proactief te werk gaan om de obstakels voor een echte toegang tot de gezondheids- zorg weg te werken en om het gezondheidszorgsysteem te heroriënteren. Doen ze dat niet dan zal de ongelijkheid binnen het systeem blijven toenemen. Door zijn werk `goed' te doen, blijft men de ongelijkheid accentueren. Er moet op dit vlak een actieve demarche komen." de toename of de vermindering van Myriam De Spiegelaere, hoogleraar aan de Ecole de Santé publique van de ULB, gaf een antwoord op deze vraag tijdens het jaarlijkse colloquium van de zieken- huisorganisatie Santhea. met het samengaan van verschillende gezondheidsproblemen. op patiënt |