neemt in de geïndustrialiseerde landen stilaan epidemische vor- ernstig gezondheidsprobleem. Abdomi- nale obesitas is geassocieerd met een reeks stofwisselingsstoornissen die wor- den gekenmerkt door een verstoring van de koolhydratenbalans en de ontwikkeling van cardiovasculaire aandoeningen. verhoogde prevalentie van obesitas en di- abetes type 2 (DT2) niet langer uitsluitend kan worden verklaard door veranderingen in het genoom, voedingsgewoonten of DT2 worden gekenmerkt door een laag- gradige ontsteking, die is geassocieerd met de ontwikkeling van insulineresis- tentie. De oorsprong van de nauwe ver- banden tussen stofwisselingsziekten en ontstekingsprocessen is minder duidelijk. Via welke mechanismen kan een te vet- rijke voeding een ontsteking van geringe intensiteit in de hand werken? Wat zijn de moleculaire verbanden tussen een te vet- rijke/energierijke voeding en de ontwikke- ling van deze ontstekingsreactie? een vetrijke voeding niet enkel aanleiding geeft tot de ontwikkeling van DT2 en obe- sitas die als dusdanig nauw verbonden zijn met een inflammatoire toestand van geringe intensiteit maar ook tot een verhoogde concentratie van lipopoly- saccharide (LPS; een bestanddeel van de wanden van gramnegatieve bacteriën) in het bloed. Daarin lijkt het verband te zit- ten tussen ontsteking, oxidatieve stress, metabole stoornissen en de darmflora (100.000 miljard bacteriën of 10x het totale aantal cellen van het menselijke lichaam). Deze toestand wordt metabole endotoxemie genoemd. continue barrière, die de passage van LPS of exogene gebeurtenissen kunnen echter de beschermfunctie van deze barrière ver- storen. Onderzoek uitgevoerd door prof. Cani toonde aan dat veranderingen in de intestinale microbiota geassocieerd met obesitas aanleiding konden geven tot een verstoring van de darmbarrière en dus de permeabiliteit van de darmen konden ver- hogen. Uit het onderzoek bleek ook dat een herstel van de bifidobacteriënpopulatie in de darmen (met behulp van prebiotica) bij muizen die een vetrijke voeding kregen of obese ob/ob-muizen aanleiding gaf tot een afname van de metabole endotoxemie en de hiermee geassocieerde inflammatoire stoornissen. De onderzoekers toonden aan hoe dankzij een selectieve wijziging van de intestinale microbiota met behulp van pre- biotica, de integriteit van de barrièrefunctie van de darmen en dus de permeabiliteit ervan kunnen worden verbeterd. darmslijmvlies lijkt duidelijk verband te houden met een verhoging van de en- dogene productie van een hormoon dat betrokken is bij de groei en de proliferatie van het darmepitheel, het Glucagon-like Peptide-2 (GLP-2). Het is aangetoond dat langdurige en concomitante toediening van een GLP-2-antagonist en prebiotica de heilzame effecten die worden geïndu- ceerd door de veranderingen van de intes- tinale microbiota volledig blokkeert. ningen) een bacterie die hij Akkermansia mucini-phila doopte. Die bleek zeer over- vloedig aanwezig te zijn in de darmen van gezonde personen. Ze vertegenwoordigt 3 tot 5% (in aantal) van de bacteriën die het colon koloniseren. In tegenstelling tot de meeste darmbacteriën leeft Akkermansia muciniphila in het slijm dat de darmcellen bedekt en beschermt. darmen versterken onlangs dat de bacterie Akkermansia muci- van de barrièrefunctie van de darmen (1). Amandine Everard, lid van het team van Patrice Cani, ontdekte dat de slijmlaag die het colon bedekt duidelijk dunner is bij obese muizen en muizen met DT2. De onderzoekers ontdekten dat er 100 keer minder Akkermansia muciniphilabacteriën leven in de darmen van obese en DT2-mui- zen. Bovendien stelden ze een omgekeerd verband vast tussen het aantal Akkerman- sia in de darmen en het lichaamsgewicht bij mensen. Met andere woorden, mensen met overgewicht of obese mensen hebben minder Akkermansia muciniphilabacteriën in hun intestinale microbiota. De onderzoekers toonden aan dat door toediening van levende Akkermansia mu- ciniphila aan obese en diabetische muizen de slijmlaag in de darmen kon worden hersteld, de opslag van vetten kon worden beperkt en de ß-oxidatie van de vetzuren in het vetweefsel kon worden gestimu- leerd; daarnaast beschermt de bacterie dieren tegen diabetes en ontsteking. nieuwe mechanismen aan het licht wor- den gebracht, die kunnen verklaren hoe Akkermansia muciniphila en de cellen van onze darmen erin slagen om een dialoog op te bouwen. Enkele moleculen die be- derzoekers wisten te identificeren, waren stoffen van het type endocannabinoïden, en een antibacterieel peptide (Reg3g) geproduceerd door de bekercellen en de intestinale epitheelcellen. Drie soorten endocannabinoïdemoleculen reageren in aanwezigheid van Akkermansia ter hoogte van de darmholte: één waarvan is geweten dat ze de darmbarrière aantast (afname), een anti-inflammatoir endocannabinoïde (verhoging) en één dat GLP-1 stimuleert (en mogelijk ook GLP-2, dat de darm- barrière beschermt) (verhoging). sia muciniphila een belangrijke rol speelt in de barrièrefunctie van onze darmen en in de regeling van de vetopslag. Deze bacterie zou dus wel eens tot een nieuwe methode kunnen leiden in de preventie en behande- ling van obesitas en diabetes type 2. mensen. Daarin moet worden nagegaan of de toediening van Akkermansia hier onlangs de resultaten gepubliceerd van een nieuw onderzoek onder leiding van Patrice Cani (erkend onderzoeker van het FRS-FNRS in het Louvain Drug Research Institute aan de UCL en onderzoeker aan het Welbio). De studie toonde aan dat de bac- terie Akkermansia muciniphila een cruciale rol speelt in het be- houd van de barrièrefunctie van de darmen en beschermt tegen de ontwikkeling van obesitas, diabetes type 2 en ontsteking als gevolg van een vetrijke voeding. wijziging van de intestinale microbiota met behulp van prebio- tica, de integriteit van de barrièrefunctie van de darmen en dus de permeabiliteit ervan kunnen worden verbeterd. |