richtlijnen ... het gevoel dat ze weinig aan COPD kon- den doen. Daarom hebben de Wereldge- zondheidsorganisatie en het Amerikaanse National Institute of Health het GOLD- initiatief op touw gezet. werd gepubliceerd in december 2011 (1) en werd aan het Europese publiek gepre- senteerd tijdens het ERS-congres in 2012. Er is veel kritiek gekomen op de tekst, wat toch ongewoon was. En die controversen staken opnieuw de kop op tijdens het re- cente congres van de ATS. omschrijven sificeerd naargelang van de ernst van de bronchusobstructie (te oordelen naar de ESW uitgedrukt in % van de theoretische waarde). Patiënten die op grond van een spirometrie in hetzelfde GOLD-stadium werden ingedeeld, vertoonden echter zeer heterogene klinische verschijnselen. Daar- om "werd in 2011 een nieuwe classifica- tie opgesteld die rekening houdt met de klinische weerslag van de ziekte. Die clas- sificatie is gebaseerd op de ESW én op de symptomen van de COPD, zijnde de dys- pneu (gemeten met de mMRC-schaal) of de levenskwaliteit (gemeten met de CAT- score) en het aantal exacerbaties het af- gelopen jaar. De patiënten worden nu in 4 stadia ingedeeld (A, B, C, D) (Figuur 1). Die verschillende punten van impact van de ziekte hebben een prognostische invloed. Daarom is het belangrijk ze te evalueren." dere problemen. "Ze is complex. De oude spirometrische classificatie was zeer een- voudig. Overschakeling op de nieuwe classificatie heeft toch wat aanpassing gevraagd. Zo worden in de tabel van het GOLD-comité 3 criteria geïntegreerd die worden gepresenteerd in 2 dimensies (Fi- guur 1 mMRC en de CAT niet zo goed. De gekozen len niet op wetenschappelijke bewijzen. Wij hebben bijvoorbeeld aangetoond dat COPD-patiënten met een score van 2 op de mMRC-schaal een mediane CAT-score had- den van 20 (2). Er zijn overigens zeer weinig patiënten met een CAT-score < 10 of een dyspneu graad 1 volgens de mMRC-schaal, Een aanzienlijk gedeelte van de COPD- exacerbaties wordt niet door de patiën- ten gemeld. Het gebruik van cut-offwaar- den voor het aantal exacerbaties sluit dus niet aan bij de praktische realiteit. Bovendien wordt geen rekening gehou- den met de ernst van de exacerbaties, die nochtans een bewezen en belangrijke prognostische waarde heeft. prognostische waarde bij COPD en ook daar wordt geen rekening mee gehouden in het model dat door het GOLD-comité is opgesteld. GOLD 2011 stoelen niet altijd op vol- doende bewijsmateriaal. komen patiënten in stadium 1 met veel symptomen in aanmerking voor een lang- werkende bronchodilatator. De ervaring leert evenwel dat die patiënten vaak nog andere oorzaken van dyspneu vertonen. Vooraleer een dergelijke, vrij dure behan- deling wordt voorgeschreven, zou het dus beter zijn de juiste reden van de dyspneu op te sporen (conditieverlies, obesitas, hartziekte...). Tweede voorbeeld: er wordt een combinatie van een ICS en een lang- werkende bronchodilatator aangeraden bij patiënten met een ESW die kan gaan mers worden ingedeeld in groep C of D omdat hij herhaalde exacerbaties ver- toont, zonder dat hij daarom een ernstige bronchusobstructie of een ESW < 60% vertoont). Geen enkele studie wettigt het gebruik van een dergelijke combinatie bij patiënten met een ESW > 60%." terugbetaling liezen dat de terugbetalingscriteria voor sommige geneesmiddelen nog gebaseerd zijn op de oude GOLD-classificatie. In België mogen langwerkende broncho- dilatatoren worden voorgeschreven vanaf een spirometrisch stadium 2 (monothe- rapie of combinatie LABA + LAMA). Voor dat stadium vertonen de patiënten (die dus worden ingedeeld in groep A) door- gaans weinig symptomen als gevolg van hun COPD en zijn er dus weinig redenen om een dergelijke behandeling toe te die- nen. De wijze van terugbetaling lijkt dus coherent. maar met een correcte ademhalingsfunc- tie (spirometrisch stadium 1 en 2), die dus worden ingedeeld in groep C, worden in- halatiecorticosteroïden (ICS) in België niet terugbetaald. Patiënten in stadium 2 die zich in een dergelijke situatie bevinden, zit- ten vaak dicht bij stadium 3. De bijsluiter van Seretide rugbetaling van ICS zou dus dienovereen- komstig kunnen worden aangepast. Lang- werkende bronchodilatatoren (LABA en LAMA) en ICS bieden voorts het voordeel dat ze exacerbaties in zekere mate kunnen voorkomen. Van ICS moet trouwens het bewijs van efficiëntie worden geleverd als ze worden toegevoegd aan een combina- tie van 2 ultralangwerkende bronchodila- tatoren (LABA: indacaterol, LAMA: tiotro- pium), die maar eenmaal per dag moeten worden toegediend." moet rekening worden gehouden met de exacerbaties, de dyspneu en de levenskwa- liteit. De laatste GOLD-richtlijnen moeten echter worden aangepast of ondersteund door latere publicaties om de weten- schappelijke basis van de therapeutische richtlijnen te bevestigen. Het zou ook be- ter zijn de classificatie te vereenvoudigen. Maar misschien heeft het GOLD-comité die knuppel in het hoenderhok gegooid om de vorsers ertoe aan te zetten de mMRC- en CAT-scores te gebruiken in hun studies teneinde de bewijskracht te ver- hogen. De SPLF heeft die richtlijnen niet overgenomen en zelf raad ik ze ook niet aan in de huisartsgeneeskunde." 1. kan worden gedownload op de website www. goldcopd.org. den herzien in 2011 maar deden nog heel wat stof opwaai- en op het recente congres van de American Thoracic Society. Prof. Eric Marchand (Pneumologie, CHU de Mont-Godinne) symptomen (GOLD 2011) minstens 2 exacerbaties per jaar worden ingedeeld in groep C of D. Patiënten met een mMRC 2 of een CAT 10 worden ingedeeld in categorie B of D. Als die twee indices tegenstrijdig zijn, moet de slechtste index worden genomen. classificatie was zeer eenvoudig. Overschakeling op de nieuwe classificatie heeft toch wat aanpassing gevraagd. |