allemaal verantwoordelijk (1) reldwijd als gevolg van een ongeval. Dit is ongeveer 10% van de totale mortaliteit, en dus meer dan malaria, tuberculose en aids samen. De 3 meest voorkomende doods- oorzaken die onder deze noemer vallen, zijn verkeersongevallen (23%), zelfmoorden (15%) en moorden (11%) (Figuur 1). "Een vaststelling die we ernstig moeten nemen, aldus Etienne Krug, Directeur van de Sectie Preventie van Geweld, Ongevallen en Handicaps binnen de WGO, omdat verkeersongevallen en zelfmoor- den respectievelijk op de 7 samen, maar zeker en misschien vooral omdat ze zich tegen 2030 verplaatsen naar de 5 de mortaliteit is belangrijk. Ook de hospitali- saties (en dus de maatschappelijke kost) gaan in stijgende lijn, net als de morbiditeit en inva- liditeit. En dan hebben we het nog niet over de psychologische gevolgen van ongevallen. Geweld is een ander aspect dat de WGO grote zorgen baart: 20% van de vrouwen en 5-10% van de mannen wordt het slachtoffer van sek- sueel misbruik in de kindertijd en 15-71% van de vrouwen wordt op een bepaald moment in haar leven het slachtoffer van echtelijk geweld. langrijke verantwoordelijkheid. "Terwijl de ge- volgen van verkeersongevallen kunnen worden beperkt door een verbetering van de toestand van de wegen en de naleving van de preventie- regels (zoals een helm of veiligheidsgordel) is de preventie van intrafamiliaal geweld veel moeilij- ker." Ze berust op educatie vanaf de kindertijd. Dankzij educatie kunnen geweld en delinquen- tie worden verminderd met 10%, maar ook met maatschappelijke opvolging van zwangerschap- pen (waardoor het risico op kindermishande- ling met 48% kan worden verminderd), een beperking van de toegang tot alcohol (dankzij een Braziliaans initiatief waarbij de verkoop van alcohol na 23 uur werd verboden, kon het aan- tal moorden en aanslagen worden verminderd lijk worden teruggedrongen), een controle op de verkoop van wapens (het aantal moorden daalde op 4 jaar van 35 naar 17 per 100.000 in Zuid-Afrika na invoering van een strenge wet- geving op wapendracht), een verscherping van de wegcontroles (door de gemiddelde snelheid met 1km/uur te verlagen, kunnen dodelijke aanrijdingen met 2-3% worden verminderd) en een verhoogde bescherming op gevaarlijke plaatsen (zwembaden sluiten, verwarmings- en keukentoestellen beveiligen om het risico op brandwonden te beperken). Door deze maat- regelen te combineren, zou het aantal overlijdens als gevolg van een trauma met 40% kunnen worden verminderd. Een uitdaging? vervuiling (2) voor myocardinfarcten van Charleroi (van 1999 tot 2007) volgens het MONICA- protocol met de omgevingsgegevens verzameld in de 5 meetstations van het Waalse Gewest, kon een team van de ULB het verband bevestigen tussen PM10 (deeltjes in suspensie in de lucht met een diameter van minder dan 10 micron) en myocardinfarct. Per verhoging van 10µg/m³ aan PM10, is het risico op infarct verhoogd met 3%. Deze associatie is sterker tijdens de warme maanden (OR = 1,14) dan tijdens de koude maanden. De OR's berekend voor een gemiddelde temperatuur < 6,1° en > 15,5° bedragen respectievelijk 1,09 en 1,35. dosismeters betrouwbaar? (3) biologische gevoeligheden wordt de effectieve dosis voor fotonen- of röntgenstraling gedefinieerd als de gewogen som van de door bepaalde organen geabsorbeerde dosis. De dosislimiet voor het gehele lichaam die in onze wetgeving wordt opgelegd voor beroepshalve blootgesteld personeel wordt uitgedrukt in effectieve dosis (20mSv-12 opeenvolgende glijdende maanden). Om die op te volgen, om onder andere de `dieptedosis' (Hp10) te meten, het dosisequivalent op een diepte van 1cm in het weefsel. Maar deze dosis is systematisch hoger dan de dosis ontvangen door de organen die in aanmerking worden genomen voor de effectieve dosis! Dit riep de vraag op hoe de verhouding Hp10/ effectieve dosis varieert in functie van de stralingsenergie? Het Bordet Instituut kon hoogste doses zijn die de Hp10-dosimetrie de laagste betrouwbaarheid geven (Figuur 2). spreuk) (4) de levensverwachting zonder activiteitsbeperking (HLY voor Healthy de Association pour le Développement de l'Epidémiologie sur le terrain (EPITER), twee verenigingen die actief zijn in het domein van de epi- demiologie, hebben dit jaar samengewerkt met de Ecole de Santé Publique van de ULB onder het voorzitterschap van Alain Levêque voor de organisatie van hun internationale congres. In de strikte be- tekenis van het woord wil de epidemiologie de frequentie van ziekten bepalen in functie van het land, de tijd, het beroep, de levensstijl. In de ruime betekenis van het woord omvat epidemiologie alle studies van het etiologische en prognostische type, alsook de evaluatie van preventieve en therapeutische acties. Zo levert de epidemiologie een onontbeerlijke bijdrage aan de informatie over, het onderzoek naar, de acties en de planning op het vlak van volksgezondheid. Een presentatie van enkele gegevens specifiek voor ons land. er 60 50 40 30 20 10 ev 60 50 40 30 20 10 ev invaliditeit na 25-jarige leeftijd in België. |