behandeling: de hoeksteen van het succes is veel meer gericht op de patiënt. Wat dat betreft kunnen we spreken van een kleine revolutie. conclusies van de klinische onderzoeken, maar artsen worden ook aangeraden om bij de keuze van hun behandelingsstrategieën rekening te houden met de eigenschappen van de patiënt, zoals zijn leeftijd, de duur van zijn diabetes, zijn motivatie, zijn comorbiditeiten, de aanwezigheid van cardiovasculaire complicaties en zijn kans op bijwerkingen (vooral hypoglycemie). Ook moet de behandeling worden afgestemd op de voorkeuren van de patiënt en moet hem alles heel duidelijk worden uitgelegd. controle van de bloedsuikerspiegel slechts een tussendoelstelling is van de strategie om het cardiovasculair risico te verlagen, het eerste doel van de behandeling van diabetespatiënten type 2; recent heerste er immers onzekerheid over de voordelen van een strikte controle van de bloedsuikerspiegel ten opzichte van cardiovasculaire complicaties. en metformine zijn nog steeds de eerstelijnsbehandeling van hyperglycemie. De keuze van de tweedelijnsbehandeling die is vereist als de doelstellingen niet worden bereikt, ligt minder voor de hand. Het aantal therapeutische stoffen en klassen neemt immers voortdurend toe, net als de ongerustheid over hun mogelijke bijwerkingen. "Omdat slechts weinig studies hun efficiëntie op lange termijn hebben vergeleken, kunnen we over wat het beste geneesmiddel is naast metformine", benadrukt de tekst. Volgens de experts moeten artsen zich bij de keuze van de tweedelijnsbehandeling niet meer baseren op de mogelijke efficiëntie op de bloedsuikerspiegel, maar op het werkingsmechanisme en het bijwerkingenprofiel van de geneesmiddelen en op de voorkeuren en de middelen van de patiënt. houden met het heterogene en progressieve karakter van diabetes type 2, de specifieke rol van elk geneesmiddel, de factoren die eigen zijn aan de patiënt en de ziekte waarop de klinische beslissing gebaseerd is en de beperkingen opgelegd door de leeftijd en comorbiditeiten. Uit enkele reacties die we opvingen tijdens het congres, blijkt dat heel wat endocrinologen deze veranderingen gunstig onthalen. Ze kunnen deze personalisering van de behandeling alleen maar toejuichen. Uiteindelijk kan ze immers worden gezien als een opwaardering van de `echte geneeskunde', een geneeskunde die rekening houdt met de individuele patiënt en waarin de artsen meer zijn dan `eenvoudige' technici die aanbevelingen toepassen! behandeling? zijn streefwaarde heeft bereikt met monotherapie, dan kunnen we 1) een tweede oraal antidiabeticum (hypoglycemiërende sulfamiden, gliniden, glitazones, DPP4- of 3) een basaal insuline toevoegen. hoewel hij zijn behandeling goed heeft opgevolgd, dan moeten we het gekozen geneesmiddel vervangen door een product met een ander werkingsmechanisme. behandeling? het gebruik van stoffen met aanvullende werkingsmechanismen. Het meest efficiënt in dit stadium is meestal overschakelen op insuline. Zodra de diabetes gepaard gaat met een geleidelijke afname van de bètacelfunctie, zijn heel wat patiënten, in het bijzonder als ze de ziekte al lang hebben, gebaat met een insulinebehandeling, vooral als de graad van hyperglycemie (bijvoorbeeld een HbA1c > 8,5%) de efficiëntie van een ander middel onwaarschijnlijk maakt. specifieke situaties bevatten de aanbevolen combinaties (bi- of tritherapieën) geen sulfamiden of insuline. EASD-ADA 2012: Europese wetenschappelijke verenigingen tal van congressen organiseren. Een ervan was de 48e editie van het congres van de Europese Vereniging voor de Studie van Diabetes (European Association for the Study of Diabetes, EASD). Hierna volgen de grote lijnen van de recentste aanbevelingen van de ADA-EASD 2012, die nu veel meer gericht zijn op de patiënt in plaats van alleen op de bloedsuikerspiegel. - het gewicht; onnodige worden vermeden door de geneesmiddelen en hun dosering goed te selecteren; intestinale bijwerkingen, waterophouding, fractuurrisico); - de levensverwachting; - de comorbiditeiten; - de cardiovasculaire leidend dan de vorige en bevatten in tegenstelling tot het verleden geen algoritme ... Wij willen de artsen aanmoedigen om rekening te houden met het heterogene en progressieve karakter van diabetes type 2 en de specifieke rol van elk geneesmiddel. Daarnaast ook met de factoren die eigen zijn aan de patiënt en de ziekte waarop de klinische beslissing gebaseerd is en de beperkingen die worden opgelegd door de leeftijd en de comorbiditeiten ", aldus het stappenplan. |