background image
30
GUNAIKEIA
VOL 18 Nr 9
2013
regressie van peritoneale letsels gerapporteerd, wat wijst
op hormonale invloeden (12).
ES wordt typisch teruggevonden op het viscerale pelviene
peritoneum op de baarmoeder (zoals bij onze 2
e
patiënte),
de eileiders, de eierstokken en in de douglasholte (1
e
pa-
tiënte). Minder frequente plaatsen zijn het pariëtale pel-
viene peritoneum, het omentum, de blaas, de serosa van
de darmen, rond de aorta en de huid (13-15).
ES zou een goedaardige, asymptomatische aandoening
zijn die toevallig wordt ontdekt en samenhangt met an-
dere aandoeningen zoals een salpingitis, endometriose (2
e
patiënte) of een sereuze tumor (1
e
patiënte). Er zijn en-
kele zeldzame klinische gevallen van ES gerapporteerd bij
patiënten met pijn in de onderbuik. In een retrospectieve
studie van 51 laparoscopieën wegens pijn in de onder-
buik vond Keltz 6 gevallen van ES (4). Na chirurgie had-
den de patiënten geen pijn meer. Dat wijst erop dat ES
zich klinisch kan uiten in pijn in de onderbuik. Daar werd
misschien geen aandacht aan besteed gezien het samen
voorkomen van ES en endometriose.
ES wordt vaak toevallig ontdekt bij microscopisch onder-
zoek. Dat was zo bij onze twee patiënten. ES gaat vaak
samen met een sereuze ovariumtumor. De ES wordt door-
gaans door gynaecologen niet herkend bij laparoscopie
of wordt verkeerdelijk gediagnosticeerd als endometri-
ose. Macroscopisch zijn er vaak geen letsels te zien. Als er
toch macroscopische letsels zijn, betreft het witte tot gele,
doorschijnende of opake en gestipte letseltjes.
ES wordt soms medisch behandeld met gonadotrofine-
analogen, met wisselend succes. Maligne degeneratie
werd gedocumenteerd in samenhang met endocervicose
en bij blaasletsels van mülleriaanse origine wordt een chi-
rurgische resectie aanbevolen (3).
Gemiddeld treedt ES op rond de leeftijd van 42 jaar (11). De
klinische tekenen zijn pijn in de onderbuik (het belangrijk-
ste symptoom), menorragie en onvruchtbaarheid. Soms
wordt een ES toevallig gediagnosticeerd naar aanleiding
van een massa in het bekken, een opzetting van het abdo-
men of een postmenopauzale bloeding.
Bij laparoscopie met excisie van letsels van endometriose
vinden we letsels van louter endometriose (33% van de
gevallen), letsels van louter ES (31%) of een combinatie
van beide (11%) (11).
Bij onderzoek van een hysterectomiespecimen wordt de ES
doorgaans teruggevonden op de serosa van de baarmoeder.
Andere locaties zijn het pelviene peritoneum, de blaas, de
uterosacrale ligamenten, de paravaginale ruimte, de para-
rectale ruimte en de douglasholte. ES werd ook teruggevon-
den op een cyste van het ligamentum latum, de mesosalpinx,
het omentum, de placenta en pelviene lymfeklieren.
ES is een belangrijke klinische entiteit. Ze kan gepaard
gaan met chronische pijn in de onderbuik en kan ernstige
diagnostische problemen geven bij peritoneale lavage. ES
werd teruggevonden bij patiënten met een ovarium- of
baarmoederhalskanker. Maligne transformatie is mogelijk.
Helaas wordt de diagnose vaak gemist omdat de klachten
worden toegeschreven aan endometriose.
Door laparoscopische excisie van letsels die verdacht zijn
voor endometriose zal de incidentie van ES waarschijnlijk
stijgen, maar dat is dan louter en alleen toe te schrijven
aan het feit dat de diagnose dan wordt gesteld. De excisie
van verdachte letsels zal niet alleen onze kennis van ES
verbeteren, maar kan ook de beste behandeling vormen
voor deze aandoening.
Conclusie
Endosalpingiose is een goedaardig letsel, dat moeilijk te
diagnosticeren is. De diagnose wordt toevallig bij histolo-
gisch onderzoek gesteld (beeld van microcystische en pro-
liferatieve glandulaire inclusies in de genitale tractus en op
het peritoneum). Soms is het moeilijk ES te onderscheiden
van metastasering van een sereuze ovariumkanker. Daar-
om is een chirurgische behandeling gewettigd. De follow-
up gebeurt klinisch en met laboratoriumonderzoeken. We
weten niet met zekerheid hoe ES-letsels zullen evolueren.
Over het algemeen is de evolutie echter zeer gunstig. De
prognose van patiënten bij wie een endosalpingiose wordt
gediagnosticeerd, is gunstig. Als een diagnose van endo-
salpingiose wordt gesteld, kan dan ook worden afgezien
van zware aanvullende behandelingen.
Referenties
1.
Sampson JA. Post salpingectomy endometriosis (endosalpingiosis). Am J Obstet Gynecol
1930;20:443-80.
2.
Zinsser Kr, Wheeler JE. Endosalpingiosis in the omentum. A study of autopsy and surgical
material. Am J Surg Pathol 1982;6:109-17.
3.
Hunt Jl, lynn AA. Histologic features of surgically removed fallopian tubes. Arch Path lab
Med 2002;126:951-4.
4.
Keltz MD, Kliman HJ, Arici AM, Olive Dl. Endosalpingiosis found at laparoscopy for chronic
pelvic pain. Fertil Steril 1995;64:482-5.
5.
Heinig J, Gottschalka I, Cirkelb U, Dialloc r. Endosalpingiosis ­ an underestimated cause
of chronic pelvic pain or an accidental finding? A retrospective study of 16 cases. Eur J
Obstet Gynecol reprod Bio 2002;103:75-8.
6.
Mathias H, Hesseling MD, De Wilde. Endosalpingiosis in laparoscopy. J Am assoc gynecol
laparoscopists 2000;7(2).
7.
Clement PB, Young rH. Florid cystic endosalpingiosis with tumour like manifestations. A
report of four cases including the first reported cases of transmural endosalpingiosis of
the uterus. Am J Surg Pathol 1999;23:166-75.
8.
rosenberg P, Nappi l. Pelvic mass-like florid cystic endosalpingiosis of the uterus: a case
report and a review of literature. Arch Gynecol Obstet 2011;283:519-23.
9.
Fukunaga M. tumor-like cystic endosalpingiosis of the uterus with florid epithelial
proliferation. APMIS 2004;112:45-8.
10. raiga J, Ben Abdelkrim S. tumeur séreuse borderline péritonéale découverte lors d'une
césarienne. A propos d'un cas. J Gyn Obstet Bio reprod 2009;8:693-5.
11. Ong N, Maher P. Pyman J. Endosalpingiosis, an unrecognized condition: report and
literature review. Gynecol Surg 2004;1:11-4.
12. ryuko K, Muira H, et al. Endosalpingiosis in association with ovarian surface papillary
tumor of borderline malignancy. Gynecol Oncol 1992;46:107-10.
13. Santeusanio G, Ventura l, et al. Omental endosalpingiosis with endometrial type stroma in a
woman with extensive hemorrhagic pelvic endometriosis. Anatom Pathol 1999;11:248-51.
14. Mc Cluggage WG. Endosalpingiosis of the colon and appendix. Histopathology
2001;39:639-50.
15. Dore N, landry M, et al .Cutaneous endosalpingiosis. Arch Dermatol 1980;116:909-12.