![]() 2. Dienst Gynaecologie, ZNA Sint-Erasmus, Borgerhout de afdeling spoedgevallen wegens hevige pijn ter hoogte van de rechter fossa. Deze pijn bestaat sinds enkele uren, is constant, toenemend en straalt uit naar haar rechterflank en -been. Er is geen uitstraling naar de rug. Er is bewe- gingsdrang aanwezig en ze heeft tweemaal moeten bra- ken. Ze meldt geen afwijkende mictie of stoelgang en haar laatste menses waren ongeveer drie weken geleden. Haar voorgeschiedenis bestaat uit een douglasabces vier jaar geleden en een polsfractuur. Ook is zij gekend met een he- roïneabusus waarvoor ze nu methadon neemt (20mg per dag). Daarnaast neemt ze bromazepam (12mg per dag). met percussiepijn, loslaatpijn en uitgesproken drukpijn ter hoogte van de rechterfossa. Er is een normale peristalsis en er is geen nierslagpijn aanwezig. De hart- en longaus- cultatie toont geen afwijkingen. Bij het biochemisch on- derzoek vindt men alleen een lichtverhoogd CrP (8,1mg/l; rX abdomen zijn negatief. Bij de Ct-abdomen ziet men vervolgens een multiloculaire cystische structuur rechts retro-uterien in het kleine bekken. De radioloog stelt hier- bij de differentiaaldiagnose van torsio ovarium, hydrosal- pinx of een gecompliceerde ovariële cyste. en piritramide. Daarnaast houdt men de patiënte nuchter en wordt er voor de volgende morgen een diagnostische en therapeutische laparoscopie gepland. hoogte van de rechtertuba die zes maal rond haar as is gedraaid ( gelijk ten gevolge van een torsie. De patiënte kent een gunstig postoperatief herstel en kan een dag na de ope- ratie het ziekenhuis verlaten. Een geïsoleerde torsie van de tuba uterina is echter vele malen zeldzamer (1). Deze geïsoleerde tubatorsie komt voor ter hoogte van het middelste deel van de tuba zelf of ter hoogte van de mesosalpinx (een brede ligamenteuze structuur |