background image
10 nummers per jaar
(speciale edities inbegrepen)
Gunaïkeia is het offi ciële
tijdschrift van de
en is uitsluitend bestemd
voor Gynaecologen en Obstetrici
In samenwerking met de
Vlaamse Vereniging
voor Obstetrie
en Gynaecologie
Koninklijke Belgische
Vereniging voor
Gynaecologie en
Verloskunde
Geert Page
Ivo Brosens
Philippe
De Sutter
Marc Dhont
Piet Hinoul
Hetty
Sonnemans
Philippe
Vantrappen
Luc De Catte
Herman
Depypere
Gilbert Donders
Yves Jacquemyn
Dirk timmerman
Frédéric Amant
Petra De Sutter
Roland
Devlieger
Walter Foulon
Patrick Neven
Ingrid Witters
Hoofdredacteur
Luc De Baene
ldebaene@telenet.be
3
Gunaïkeia
g u n a i k e i a
GUNAIKEIA
VOL 18 Nr 9
2013
Het verband tussen percentage
lichaamsvet, fysieke activiteit en
sedentair gedrag
De hoge prevalentie van overgewicht en obesitas vormt wereldwijd één van de grootste uitdagingen van de 21
e
eeuw (1). Hoewel obesitas een complex probleem is, vormt een sedentaire levensstijl een belangrijke risicofactor.
regelmatige fysieke activiteit is dan ook een essentiële component in de preventie van gewichtstoename en de
behandeling van obesitas. Onze resultaten tonen aan dat matige tot zware fysieke activiteit tijdens de vrije tijd, het
beroep en huishoudelijke taken belangrijk kunnen zijn om een toename in het percentage lichaamsvet te vermijden.
De huidige gezondheidsrichtlijnen suggereren dat 45 tot 60 minuten matige (3-6 keer het energieverbruik in rust,
bv. wandelen) tot zware (
6 keer het energieverbruik in rust, bv. lopen) fysieke activiteit per dag noodzakelijk is
om gewichtstoename te vermijden (2). Deze richtlijnen focussen enkel op fysieke activiteit, maar bevatten geen
aanbevelingen naar het reduceren van de tijd die men al zittend doorbrengt. Het verminderen van sedentair gedrag
kan echter even belangrijk zijn als de promotie van regelmatige fysieke activiteit. De vraag is of volwassenen die
de richtlijnen niet halen, of zelfs wanneer ze deze wel halen, een verhoogd risico hebben op het ontwikkelen van
obesitas indien ze het grootste deel van de dag sedentair (al zittend) doorbrengen.
Om de relatie tussen percentage lichaamsvet, fysieke activiteit en sedentair gedrag te onderzoeken werden 442
Vlaamse volwassenen (gemiddeld 41,4 ± 9,8 jaar) gedurende 7 dagen gemonitord met de
SenseWear-armband (3, 4).
De SenseWear wordt gedragen over de triceps van de rechterarm en berekent aan de hand van verschillende senso-
ren het energieverbruik per minuut (5). Het percentage lichaamsvet wordt bepaald aan de hand van bio-elektrische
impedantie (6).
De resultaten toonden een signifi cant verschil in vetpercentage tussen personen die onvoldoende (< 60min/dag)
en voldoende (
60min/dag) fysiek actief waren (26,5% vs. 21,9% bij mannen en 34,0% vs. 27,7% bij vrouwen). Er
werd geen interactie-effect van fysieke activiteit en sedentair gedrag gevonden, wat aantoont dat volwassen die
60min/dag actief zijn een lager vetpercentage hebben dan diegene die deze richtlijn niet halen, onafhankelijk van
de tijd die ze zittend doorbrengen. Dit zijn belangrijke resultaten aangezien ze suggereren dat grote hoeveelheden
sedentair gedrag kunnen gecompenseerd worden door voldoende fysiek actief te zijn. Voor elk uur dat men per
dag meer besteedt aan matige tot zware fysieke activiteit (bij een vaste hoeveelheid sedentair gedrag), daalt het
vetpercentage gemiddeld gezien met 2,3% bij mannen en 2,5% bij vrouwen.
Toch hadden vrouwen die
17u/dag zittend of liggend doorbrachten (inclusief slaap) een signifi cant hoger vet-
percentage dan vrouwen met minder sedentair gedrag (< 17u/dag) (31,8% vs. 29,8%). Dit geeft aan dat, vooral bij
vrouwen, zowel fysieke activiteit als sedentair gedrag moet worden aangepast om gewichtstoename te vermijden.
Er bestaat tot op heden echter geen internationale drempel voor sedentair gedrag. Er is dus meer onderzoek nodig
om te bepalen welke hoeveelheid sedentair gedrag geassocieerd is met obesitas en andere gezondheidsproblemen.
Eerder onderzoek heeft zich vooral toegelegd op fysieke activiteit tijdens de vrije tijd. Het is echter belangrijk om
verschillende domeinen van het dagelijkse leven te bekijken zodat alle activiteiten die bijdragen aan een gezonde
lichaamssamenstelling gepromoot kunnen worden. Onze studie toonde aan dat matige tot zware fysieke activiteit
tijdens de vrije tijd, het beroep en de huishoudelijke taken signifi cant geassocieerd is met een lager vetpercentage,
zowel bij mannen als vrouwen. Elk uur stijging in dagelijkse fysieke activiteit tijdens de vrije tijd is geassocieerd
met een gemiddelde daling in het vetpercentage van 3,3% bij mannen en 3,5% bij vrouwen. Voor fysieke activiteit
tijdens het beroep en huishoudelijke taken is dit respectievelijk 1,8 en 2,7% bij mannen en 2,5 en 3,5% bij vrouwen.
De tijd besteed aan matige en zware fysieke activiteit was omgekeerd geassocieerd met het vetpercentage, onaf-
hankelijk van de tijd gespendeerd aan sedentair gedrag en andere storende variabelen zoals leeftijd, opleidings-
niveau, rookstatus en alcoholconsumptie. Niet alleen fysieke activiteit tijdens de vrije tijd, maar ook tijdens het
beroep en huishoudelijke taken hadden een signifi cante bijdrage aan de verklaring van het percentage lichaams-
vet. Deze resultaten benadrukken dat dagelijkse fysieke activiteit ondernomen tijdens beroeps-, huishoudelijke en
recreatieve activiteiten moet worden opgenomen in strategieën gericht op de preventie van gewichts- en
vettoename. Daarnaast kan het voor vrouwen belangrijk zijn om niet alleen de fysieke activiteit te verhogen, maar
ook het sedentair gedrag te verminderen.
Tineke Scheers en Johan Lefevre
Departement Bewegingswetenschappen, Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen, KU Leuven
referenties op aanvraag
OR0862N