background image
15
GUNAIKEIA
VOL 18 Nr 9
2013
Waarom?
Er zijn verschillende onderzoekspistes om een vulvo-
dynie te verklaren geëvalueerd: mechanismes zoals bij
chronische pijnsyndromen, genetische wijzigingen in het
ontstekings- of immuunproces, hormonale factoren,...
In de hypothese die momenteel de voorkeur geniet, wordt
gesproken over een perifere en centrale sensibilisatie die
verantwoordelijk is voor een allodynie: een lichte stimulus,
die normaal geen pijn doet, is voldoende om de pijn uit te
lokken en te versterken.
Hoe behandelen?
Op een multidisciplinaire en transversale manier. De gy-
naecoloog is vaak de referentiearts, omdat hij het eerst
wordt gecontacteerd. Hij wordt idealiter omgeven door
kinesitherapeuten, een seksuoloog, een arts gespeciali-
seerd in de behandeling van pijn, een neuroloog en een
psycholoog... Deze specialisten moeten toch een speci-
fieke interesse tonen voor dit vakgebied.
De eerste stap is vaak om de vicieuze cirkel te doorbreken:
de arts raadt een glijmiddel aan, eventueel samen met een
topisch anestheticum (zoals lidocaïne) om te gebruiken
op het moment van seksueel contact. Vaak is het belang-
rijk om de angst voor het seksuele contact te doorbreken,
door in het begin altijd penetratie te vermijden. Met deze
maatregel valt de angst voor pijn weg en komt het plezier
dat gepaard kan gaan met de verschillende vormen van
seksualiteit, terug.
Op langere termijn worden er betere resultaten verkregen
door de verschillende therapeutische opties te combi-
neren: een lokaal anestheticum, op het moment van het
seksuele contact of systematischer en regelmatiger, ami-
triptyline en gabapentine bij idiopathische vulvodynie,
kinesitherapie om de bekkenbodem minder gevoelig te
maken, sofrologie, psychotherapie, leren `loslaten'...
Een operatie, in het geval van vestibulectomie, wordt pas
als laatste redmiddel overwogen. Ze moet gepaard gaan
met een psychoseksuele behandeling, en uiteindelijk is het
moeilijk om te weten of de goede resultaten te danken
zijn aan de operatie of aan de psychologische omkadering.
SIFUD-PP ­ De optimale
behandeling van
aandoeningen van het
bekken/perineum vereist
een transdisciplinaire
aanpak
De pelvi-perineologie is ongetwijfeld een transversa-
le medische discipline. Daarom was het gerechtvaar-
digd dat er in 1977 een wetenschappelijke vereni-
ging werd opgericht voor dit specialisme, namelijk
de SIFUD-PP (
Société Interdisciplinaire Francophone
d'UroDynamique et de Pelvi-Périnéologie).
De SIFUD-PP wil de pelvi-perineologie promoten bij
alle betrokken disciplines. En dat zijn er heel wat:
urologen, gynaecologen, neurologen, specialisten
in de fysische geneeskunde, seksuologen, colo-
proctologen, kinesitherapeuten, verplegend perso-
neel... Allemaal kunnen ze te maken krijgen met aan-
doeningen waar de expertise in hun domein ­ hoe
geavanceerd ook ­ waarschijnlijk onvoldoende zal
zijn om optimaal te beantwoorden aan de, vaak tal-
rijke, noden van mannelijke en vrouwelijke patiënten.
De SIFUD-PP wil dus de kennis van iedereen ge-
meenschappelijk maken om de behandelingen van
pathologieën van het bekken en het perineum te
optimaliseren. Daarbij denken we onder andere aan
urine- en/of fecale incontinentie, mictiestoornissen
of ano-rectale afwijkingen, seksuele disfuncties en
pijnsyndromen. Een transdisciplinaire aanpak krijgt
de voorkeur in zowel medische, chirurgische als
revalidatiebehandelingen.
Naast de therapeutische strategie optimaliseren,
kunnen we daardoor de fysiologie van de bekken-
organen ­ die sterk afhankelijk zijn van elkaar via
hun structuur en functies ­ beter beschrijven, net als
de fysiopathologie van disfuncties van het bekken en
perineum.
tot slot is de SIFUD-PP betrokken bij fundamenteel
klinisch onderzoek, bij het informeren van patiënten
en preventie. De vereniging wil een belangrijke spe-
ler zijn bij het opstellen van aanbevelingen en in de
relaties met de gezondheidsautoriteiten.
De SIFUD-PP heeft verschillende regionale takken,
waaronder de afdeling die België en luxemburg om-
vat. Deze Belgisch-luxemburgse tak van de SIFUD-
PP organiseerde recent een derde bijeenkomst, waar
we hier een verslag van opmaken.
Meer weten? Kijk op de website van de SIFUD-PP:
www.sifud-pp.org
Meer weten?
-
Guidelines for the management of vulvodynia, British
Society for the Study of Vulval Disease
, www.bssvd.org,
vooral bedoeld voor gezondheidsprofessionals.
-
The National Vulvodynia Association, www.nva.org, een
site voor patiëntes.