background image
20
GUNAIKEIA
VOL 18 Nr 9
2013
Steatopygie bij archetypische volkeren
`Steatopyge' is de term die wijst op dikke bips ­ dit in

tegenstelling met `callipyge' wat wijst op mooie bips.
Er is wel eens verband gelegd tussen de vrouwelijke vorm
van de Venusbeeldjes en de steatopygie van de in gene-
tisch opzicht meest archetypische mensen, de Khoisan,
of het San-volk, de Bosjesmannen, de Hottentotten, de
Bornu, maar ook het de Ewe-volk, het Konde-volk en het
Pygmeënvolk in Afrika.
Steatopygie, een hypertrofie van de bips, wordt als een ka-
rakteristiek van sommige zwarte rassen gezien, vooral bij
de Bosjesmannen en de Hottentotten, en heeft de Euro-
peanen steeds geïntrigeerd. Bij blanke vrouwen is het een
pathologisch symptoom, bij sommige zwarte volken heeft
het een raciaal karakter. De vetopstapeling bij het San-volk
bevindt zich niet alleen onder het zitvlak, maar ook boven
de pubisbeenderen en vooral boven de trochanters van de
dijbeenderen (
Figuur 3).
De discussies tussen polygenisten en monogenisten over
de oorzaken van deze anatomische bijzonderheid konden
in de 19
e
eeuw sterk oplopen. De ene groep verdedigde een
natuurlijk en raciaal determinisme, de andere opteerde
voor een culturele en sociale uitleg.
Zo bouwden wetenschappers, vertrekkend van een deel
van het vrouwelijk lichaam, theorieën op over de verschil-
lende rassen en het gehele mensdom. De `wetenschappe-
lijke` aantrekkingskracht van de steatopygie, het focalise-
ren van de medische blik op dit seksueel lichaamsdeel van
de Afrikaanse mens, wees volgens hen op de natuur van de
aandacht die de Afrikaanse man voor de vrouw vertoonde.
tussen de uitbeelding van een sterk geseksualiseerd wezen
met exuberante seksuele organen en een lelijk monster
met onmogelijke vormen, trok het lichaam van de zwarte
vrouw de aandacht, de vrees, maar tevens de fascinatie
van de geneesheren. Vanuit hun kabinet in Europa of in
hun dispensarium diep in de brousse van de kolonie be-
schreven ze hun indrukken en besluiten, communiceerden
ze over mythes en legenden die ze omschreven met meer
of (vooral) minder kennis van het echte Afrika.
Het lichaamsdeel dat de meeste aandacht trok, was de vo-
lumineuze bips die dan ook het meest beschreven werd.
De exponent was Sara (Saartje) Baartman (1789-1816), een
Khoisan-vrouw uit Zuid-Afrika, die te londen in 1810-11
en te Parijs in 1815 werd tentoongesteld (
Figuur 4).
In de jaren 1870 groeide ze zelfs uit tot een racistisch sym-
bool dat stelde dat het San-volk het meest primitieve ras
was in de evolutietheorie.
Na haar dood te Parijs in 1816,
werden haar seksuele organen en hersenen in het
Musée
de l'Homme te Parijs bewaard, tot haar resten in 2002 bij
wet terug naar Zuid-Afrika werden overgebracht.
In 1904-1908 werden de Bosjesmannen slachtoffer van
een Duitse genocide in Namibië. tegelijkertijd werden ze
zeer gezochte etnologische `artefacten'. De opvatting van
primitiviteit van de Bosjesmannen (en vrouwen!) rond de
jaren 1860-70 werd aanvaard door de Oostenrijkse anti-
darwinistische antropologie. Deze was gebaseerd op de
binaire oppositie van `wildheid' (die synoniem stond voor
immoraliteit) en (christelijke) `cultuur', en negeerde de libe-
rale idee van een civilisatieproces. Antropologische metin-
gen werden door anatomisten en biologisten ten top ge-
dreven en de conclusies werden overdreven. Een exponent
hiervan was het boek door Cuvier (3) en Montandon (4).
Hierin staat te lezen:
La plus dégradée des races humaines,
celle des nègres, dont les formes s'approchent le plus de
la brute, et dont l'intelligence ne s'est élevée nulle part au
point d'arriver à un gouvernement régulier, ni a la moindre
apparence de connaissances suivies, n'a conservé nulle
part d'annales ni de tradition.
Hierop reageerde Bessora (5) met haar boek, getiteld
53cm. Deze titel verwijst haar eigen omtrek ter hoogte van
haar bips als reactie op de raciale classificatie van mensen
Figuur 3: Bushman-vrouw in 1824. Lithografie uit Histoire
naturelle des mammifères
door Geoffroy Saint-Hilaire en
Fréderic Cuvier, Pichon et Didier, Paris, 1829
Figuur 4: Karikatuur van de tentoonstelling van Saartje, de
Hottentotvrouw te Parijs: La Venus Hottentote arrivée dans
la Capitale vue dans les Salons à l'occasion de la fête donnée
à la Duchesse de Berri l'année 1815
.