background image
12
GUNAIKEIA
VOL 18 Nr 9
2013
Als de patiënt(e) afkomstig is uit een endemisch ge-
bied of in geval van een suggestieve familiale voorge-
schiedenis:
hemoglobine-elektroforese: gezien de lage kost-
prijs (3,98) en de huidige rassenvermenging
kan het verantwoord zijn om systematisch een
hemoglobine-elektroforese aan te vragen;
opsporing van de frequentste mutaties van het
HEXA-gen, dat de ziekte van tay-Sachs (ashke-
nazi) veroorzaakt, en/of het mucoviscidosegen.
Sinds januari 2013 wordt opsporing van het
muco viscidosegen alleen nog maar terugbetaald
in de volgende omstandigheden: familiale ante-
cedenten, aangetaste partner, onvruchtbare man
met CBAVD, mannen in het kader van een IVF en
donoren van gameten (volle prijs = 156).
Chlamydiaserologie om het risico op infectieuze af-
wijkingen van de eileider te ramen. Als de serologie
negatief is in een groep met een laag risico op pelvi-
peritonitis, zal minder dan 15% van de patiënten
afwijkingen van de eileiders vertonen bij hystero-
salpingografie.
Mogelijke acties
Inname van 0,4mg foliumzuur.
Vaccinatie tegen rubella en varicella indien geen anti-
stoffen (en verder een voorbehoedmiddel gebruiken
gedurende één maand na injectie).
Evaluatie, behandeling en preventie van horizontale
en verticale besmetting (hepatitis C, hiv, syfilis) en zo
mogelijk vaccinatie van bloedverwanten in de zijlinie
(hepatitis B).
Opsporing van recessieve aandoeningen bij de partner
en informatie over mogelijke overdracht en screening
(thalassemie, sikkelcelanemie, mucoviscidose, tay-
Sachs), samen met genetisch advies.
Eerstelijnsevaluatie van de
vruchtbaarheid
Sommige onderzoeken worden herhaald bij evaluatie van
onvruchtbaarheid.
Eerste visite
Beide partners moeten tegelijkertijd worden onderzocht.
V + M: volledige anamnese van de 2 partners:
duur van de onvruchtbaarheid van het koppel en de
partners vroeger/apart;
primaire of secundaire onvruchtbaarheid met evolutie
van de vroegere zwangerschappen (biochemie, mis-
kraam, extra-uteriene zwangerschap, abortus, mola)
en tijd nodig tot bevruchting;
algemene medische en chirurgische antecedenten;
gynaecologische, verloskundige en urogenitale
antecedenten;
onderzoek van de menstruele cycli: menarche, lengte
en kenmerken van de cycli, dysmenorroe, dyspareunie.
40% van de onvruchtbare vrouwen vertoont stoornis-
sen van de ovulatie, maar de meeste patiënten met
cycli van 25 tot 35 dagen hebben een normale ei-
sprong en een variatie van 5 dagen is normaal (komt
voor bij 75% van de patiënten die gedurende één jaar
worden gevolgd);
geschiedenis en behandeling van seksueel overdraag-
bare aandoeningen en bekkeninfecties;
bekkenchirurgie;
galactorroe, hirsutisme, refractaire acne;
familiale geschiedenis: polycysteusovarium syndroom,
endometriose, vroege menopauze (< 45 jaar),
infertiliteit;
levenswijze:
roken, alcohol, toxische blootstelling op het werk,
gebruik van geneesmiddelen;
frequentie van geslachtsgemeenschap en seksuele
problemen;
voor de details van de anamnese bij de man: zie `
Bilan
d'infertilité masculine' door de werkgroep `Médecine
de la Reproduction
' [Gunaïkeia 2008;13(7):228-9].
V: 1. Klinisch onderzoek:
een gynaecologisch onderzoek met uitvoering van
nuttige screenings (rCC);
evaluatie van de ontwikkeling van de secundaire
geslachtskenmerken;
onderzoek van de borsten, de schildklier, zoeken naar
tekenen van hyperandrogenisme;
bepaling van de BMI en de bloeddruk;
intravaginale echografie;
niet vergeten naast de klassieke basisexploratie de
antrale follikels te tellen, om de ovariële reserve (AFC)
te evalueren.
2. Gerichte hormonale evaluatie: hypofyse/ovaria/
bijnieren/schildklier:
basaal:
- FSH - oestradiol (dag 2- 4) - progesteron (7 dagen
voor de verwachte datum van de menstruatie) en
tSH en tPO;
- een temperatuurcurve om de luteale fase te eva-
lueren (minstens 10 dagen). De interpretatie ervan
is echter soms moeilijk en is enkel betrouwbaar als
zeer strikte regels worden gevolgd bij het bepalen
van de temperatuurcurve;
tekenen van/risico op ovariuminsufficiëntie:
- patiënte van 35 jaar of ouder;
- kortere cycli, familiale geschiedenis van menopau-
ze voor 45 jaar, ernstige aandoening van de ova-
ria (endometriose, ovaritis...), ovariumchirurgie,
behandeling met chemotherapie of radiotherapie,
roken;