![]() bied of in geval van een suggestieve familiale voorge- schiedenis: kan het verantwoord zijn om systematisch een hemoglobine-elektroforese aan te vragen; nazi) veroorzaakt, en/of het mucoviscidosegen. Sinds januari 2013 wordt opsporing van het muco viscidosegen alleen nog maar terugbetaald in de volgende omstandigheden: familiale ante- cedenten, aangetaste partner, onvruchtbare man met CBAVD, mannen in het kader van een IVF en donoren van gameten (volle prijs = 156). wijkingen van de eileider te ramen. Als de serologie negatief is in een groep met een laag risico op pelvi- peritonitis, zal minder dan 15% van de patiënten afwijkingen van de eileiders vertonen bij hystero- salpingografie. stoffen (en verder een voorbehoedmiddel gebruiken gedurende één maand na injectie). en verticale besmetting (hepatitis C, hiv, syfilis) en zo mogelijk vaccinatie van bloedverwanten in de zijlinie (hepatitis B). en informatie over mogelijke overdracht en screening (thalassemie, sikkelcelanemie, mucoviscidose, tay- Sachs), samen met genetisch advies. onvruchtbaarheid. partners vroeger/apart; van de vroegere zwangerschappen (biochemie, mis- kraam, extra-uteriene zwangerschap, abortus, mola) en tijd nodig tot bevruchting; antecedenten; en kenmerken van de cycli, dysmenorroe, dyspareunie. 40% van de onvruchtbare vrouwen vertoont stoornis- sen van de ovulatie, maar de meeste patiënten met cycli van 25 tot 35 dagen hebben een normale ei- sprong en een variatie van 5 dagen is normaal (komt voor bij 75% van de patiënten die gedurende één jaar worden gevolgd); bare aandoeningen en bekkeninfecties; endometriose, vroege menopauze (< 45 jaar), infertiliteit; de la Reproduction' [Gunaïkeia 2008;13(7):228-9]. nuttige screenings (rCC); geslachtskenmerken; tekenen van hyperandrogenisme; antrale follikels te tellen, om de ovariële reserve (AFC) te evalueren. bijnieren/schildklier: - FSH - oestradiol (dag 2- 4) - progesteron (7 dagen tSH en tPO; is echter soms moeilijk en is enkel betrouwbaar als zeer strikte regels worden gevolgd bij het bepalen van de temperatuurcurve; - patiënte van 35 jaar of ouder; - kortere cycli, familiale geschiedenis van menopau- ria (endometriose, ovaritis...), ovariumchirurgie, behandeling met chemotherapie of radiotherapie, roken; |