background image
14
GUNAIKEIA
VOL 18 Nr 9
2013
G163
1N
3
de
bijeenkomst
in
het
kader
van
de
pelvi
-
perineologie
,
b
elgisch
-l
uxemburgse
afdeling
van
de
sifud-pp
Vulvodynie begrijpen
en behandelen
Philippe Mauclet, naar de mededeling van Valérie Albert (HU Erasme; UMC Sint-Pieter, Brussel)
Een vulvodynie is een aandoening die vaak wordt verwaar-
loosd: ze wordt meestal gekenmerkt door een branderig
gevoel in de vulva dat leidt tot dyspareunie, zonder een
objectiveerbaar letsel of waarneembare anomalie. Vaak
gaat het om chronische pijn.
De ISSVD (
International Society for the Study of Vulvovaginal
Disease) maakt een onderscheid tussen een `vulvodynie', die
wordt beschreven als chronische pijn aan de vulva zonder
etiologie, en `vulvaire pijn', die gepaard gaat met een in-
flammatoire, neoplastische of neurologische pathologie.
Een vulvodynie kan lokaal voorkomen ­ bijvoorbeeld een
vestibulodynie of clitorodynie ­ of algemeen zijn, van de
schaamheuvel tot de anus. Soms zijn deze aandoeningen
het gevolg van iets anders, dan zijn ze weer idiopathisch en
soms duiken ze op zonder duidelijke reden.
Vicieuze cirkel
Patiëntes met deze aandoening hebben meestal al meerdere
artsen geconsulteerd. Dit parcours leidt tot verschillende
lokale behandelingen, die meestal niet helpen.
Deze situatie maakt de patiënte angstig, depressief en
ze voelt zich schuldig omdat de pijn ervoor zorgt dat ze
seksueel contact vermijdt. Zo krijg je een vicieuze cirkel
met pijn aan de basis: angst om seksueel contact te hebben
vermindert het libido en de lubrificatie ­ wat de pijn dan
weer in de hand werkt ­ wat leidt tot een onwillekeurige
contractie van de perineumspieren, wat de pijn op zijn
beurt weer verergert.
Vestibulodynie
Vestibulodynie, pijn aan het vestibulum veroorzaakt door
druk, is de vaakst voorkomende vorm van vulvodynie.
Het is de belangrijkste oorzaak van dyspareunie onder de
50 jaar. De prevalentie bedraagt 15%.
Vestibulodynie komt meestal voor tussen 18 en 25 jaar bij
vrouwen zonder kinderen die seksueel actief zijn. Er is bij
de patiëntes geen sprake van een specifiek psychologisch
profiel, of van antecedenten van seksueel misbruik, maar
het lijkt een probleem te zijn van prestatie en controle op
basis van angst en depressie ­ dat kan de aandoening in
de hand werken.
Idiopathische vulvodynie
Idiopathische vulvodynie komt minder vaak voor, vooral
bij patiëntes ouder dan 40. De klachten zijn meestal een
algemeen branderig gevoel aan de vulva, van de schaam-
heuvel tot de anus. Het verschil met een vestibulodynie is
dat een idiopathische vulvodynie niet wordt geassocieerd
met dyspareunie. De aandoening wordt gekenmerkt door
een opeenvolging van fases met pijn en fases waar de pijn
volledig verdwijnt, zonder verklaring.
Eerst en vooral een klinisch onderzoek
De diagnose van vulvodynie berust vooral op de anam-
nese en het klinische onderzoek. Er is geen beeldvorming
nodig, of biopsie. Het onderzoek van deze hyperalgetische
patiënten moet met grote voorzichtigheid gebeuren. Het
is belangrijk om een sfeer van vertrouwen te creëren en de
patiënte gerust te stellen. Er is heel wat nauwkeurigheid
nodig, vooral om het vestibulum correct te onderzoeken.
Met de Q-tiptest kunnen we een allodynie opsporen. Het
onderzoek wordt soms aangevuld met een visueel analoge
schaal, waarbij de arts de evolutie van de pijn kan bepalen
naarmate de therapeutische behandeling vordert.
Vulvodynie was lang een nogal wazig hoofdstuk in de gynaecologie. Vandaag is de aandoening beter omschreven. Aangezien
er meerdere aspecten betrokken zijn, is een multidisciplinaire therapeutische aanpak nodig.