![]() 2. Institut de Pathologie et de Génétique, Gosselies aanwezigheid van trilhaarepitheel dat lijkt op een normale endosalpinx zonder endometriumstroma, op het perito- neum of de para-aortische lymfeklieren. ES werd voor het eerst beschreven in 1930 door Sampson (1). Net zoals bij endometriose is er discussie over de pathogenese van ES. De belangrijkste twee hypothesen zijn: een multifocale metaplasie uitgaande van peritoneale cellen of inplanting van eileiderepitheel op het peritoneum. Sampson heeft tubaire letsels teruggevonden na een salpingectomie, sal- pingitis of chronische ontstekingsprocessen in het bekken. Volgens Zinsser (2), die zich daarbij heeft gebaseerd op een histologisch onderzoek van omentum na chirurgische resectie, is de frequentie van endosalpingiose met 12,5% gestegen. De diagnose wordt zelden preoperatief gesteld. Soms toont het röntgenonderzoek multipele, verspreide verkalkingen in het bekken. doen denken aan peritoneale tuberculose of peritoneale metastasen van een ovariumkanker. Er is weinig bekend over de kliniek van ES. De aandoening kan volledig asymp- tomatisch zijn. Andere auteurs hebben vastgesteld dat ES geassocieerd kan zijn met bekkenpijn, vroegere eilei- derchirurgie, een sereuze borderline tumor met maligne poten tieel, een adenocarcinoom van de eileider en en- dometriose. Er werden letsels van ES teruggevonden op het pariëtale en het viscerale peritoneum, het omentum, lichaam en de huid. De klinische presentatie van ES varieert van noduli in het peritoneum of het omentum tot massa's in het bekken. sche antecedenten omvatten hypertensie, osteoporose, een cholecystectomie en een appendicectomie via abdo- minale weg. Bij een echografie van het bekken tijdens een controleonderzoek worden toevallig een cyste van 2cm in het rechterovarium en pseudocysten van 4cm in de douglasholte ontdekt zonder ascites. Het CA125-gehalte is normaal. Een MrI van het bekken toont multipele cys- tische structuren in beide ovaria, een vochtuitstorting in de douglasholte en een cystische structuur van 18mm ter hoogte van de ileocaecale streek. Bij open laparoscopische exploratie worden vergroeiingen tussen het omentum en de wand waargenomen evenals een nodulaire haard in de douglasholte tegen het rectum met twee peritoneale haarden (die verwijderd worden) en een cyste van 4cm in het rechterovarium tegen het parametrium. De linkereier- stok is normaal. Er wordt een bilaterale adnexectomie uitgevoerd met een peroperatief pathologisch onderzoek. Daarbij werd geen invasie aangetoond, maar wel multipele cystadenomen en cystadenofibromen in beide ovaria. Bij onderzoek van het monster van de douglasholte worden ES-cysten in de vorm van een druiventros waargenomen. Het is een weinig bekende entiteit. Uitgaande van twee gevallen hebben we de literatuur over endosalpingiose doorgenomen. De kliniek en aanvullende onderzoeken brengen weinig bij. Het cytologische onderzoek kan diagnostische toevallig gesteld. Endosalpingiose is een goedaardig letsel dat te wijten is aan metaplasie, maar gezien de diagnostische problemen is de behandeling vaak chirurgisch. Het verloop is gunstig. |