background image
11
GUNAIKEIA
VOL 18 Nr 9
2013
GG193F
Eerstelijnsbeleid bij een
onvruchtbaar koppel
Werkgroep `reproductiegeneeskunde' van de GGOlFB ­ Charlotte Cheruy, Anne Delbaere, Annick
Delvigne, Isabelle Demeestere, Damien Detournay, Michel Dubois, romain Imbert, Pascale laurent,
Jean-François Simon, Christine Wyns
Wanneer?
Evaluatie voor de bevruchting
Bij elke patiënte die te kennen geeft dat ze de contracep-
tie wil stopzetten (zie: `Nationale richtlijn voor prenatale
zorg': KCE en Gids voor prenatale consultatie).
Evaluatie van de vruchtbaarheid
Na één jaar regelmatige geslachtsgemeenschap
zonder contraceptie
In de algemene bevolking zal 84% van de vrouwen
zwanger worden tijdens het eerste jaar van onbeschermde
geslachtsgemeenschap. Na 2 en 3 jaar bedraagt het cu-
mulatieve percentage zwangerschap respectievelijk 92%
en 96%.
Minder dan één jaar regelmatige
geslachtsgemeenschap zonder contraceptie
Als de vrouw 35 jaar of ouder is: na 6 maanden regel-
matige geslachtsgemeenschap zonder contraceptie.
In geval van risicofactoren: meteen.
Bij het eerste contact kunnen verschillende risico-
factoren voor aandoeningen die meteen moeten
worden aangepakt, worden opgespoord:
geringere ovariële reserve: verkorting van de
cycli, familiale geschiedenis van menopauze
voor de leeftijd van 45 jaar, ernstige ovariële
aandoening (endometriose, ovaritis...), ovarium-
chirurgie, behandeling met cytostatica of radio-
therapie, roken;
stoornis van de menstruatiecyclus: cycli < 25 of
> 35 dagen;
aandoening van de eileiders: antecedenten van
bekkeninfectie (PID), extra-uteriene zwanger-
schap, chirurgie van de adnexa;
al dan niet gedocumenteerde
onvruchtbaarheid
van één van de partners in een vroeger koppel;
risicofactoren bij de mannelijke partner: voor-
geschiedenis van chirurgie of infectie van de
urogenitale streek, voorgeschiedenis van cryp-
torchidie, blootstelling aan toxische stoffen
(werkomgeving, medicatie, behandeling met
cytostatica...).
Wat?
Minimaal onderzoek voor de
bevruchting: herinnering
Een volledige anamnese en een gynaecologisch onder-
zoek met baarmoederhalsuitstrijkje.
Om de nodige preventieve maatregelen te kunnen ne-
men: meting van de
Body Mass Index (BMI), evaluatie
van risicogedrag (roken, alcohol, drugs) en gebruik van
geneesmiddelen.
Prenataal onderzoek: serologie voor
Toxoplasma,
rubella, CMV, hepatitis B (HBsAg en anti-HBcAb), he-
patitis C, hiv, syfilis en varicella.
Bloedgroep en bepaling van onregelmatige anti-
stoffen.
Een screeninglaboratoriumonderzoek met glykemie,
ferritine, tSH, anti-tPO.