background image
19
GUNAIKEIA
VOL 18 Nr 9
2013
ten. Zo zijn de seksuele signalen bij de vrouwtjes achteraan
aangebracht. Zij die een meer gewelfd achterwerk hadden,
stuurden sterke seksuele signalen uit, en hierdoor ontwik-
kelde deze plaats bij de vrouwelijke dieren soms tot een
enorme gekleurde bips (2)"
(Figuur 1).
Prehistorische voluptueuze
vrouwenfiguren
De Venus van Willendorf (
Figuur 2) is het populairste
vrouwenbeeldje uit een reeks van paleolithische beeldjes
die worden gekenmerkt door sterk overdreven vrouwe-
lijke vormen. Deze beeldjes zijn zowel een uitbeelding van
zwangerschap als van het levenschenkende en voedselver-
schaffende vrouwenlichaam. Het is een kalkstenen vrou-
wenbeeldje uit het paleolithicum dat 11cm hoog is en ge-
vonden werd door de archeoloog Josef Szombathy nabij de
Oostenrijkse stad Willendorf. Volgens de recentste datering
werd het gemaakt tussen 24.000 en 22.000 voor Christus.
Aanvankelijk werden deze beeldjes beschouwd als uitin-
gen van prehistorische kunst, waardoor ze uitsluitend
werden vergeleken met het vrouwelijk naakt in de kunst
van recentere periodes. Pas de laatste tijd ontstonden er
theorieën waar men de beeldjes een mogelijke maatschap-
pelijke functie toedraagt, of hen beschouwd als uiting van
de ideeënwereld van de mens uit het stenen tijdperk.
De naam
Venus werd voor het eerst gebruikt in de 19
e
eeuw door de markies de Vibraye, die hiermee een ander
prehistorisch, naakt vrouwenbeeldje beschreef dat gevon-
den was bij laugerie-Basse in de Vézèrevallei. Hij noemde
het beeldje
la Venus impudique of onzedige Venus als
woordspeling op de
Venus pudica, het preutse venusbeeld
in het museum van het Capitool te rome.
Inmiddels zijn er ongeveer 100 Venusbeeldjes bekend, die
deel uitmaken van de cultuur van de prehistorische noma-
disch levende jagers.
Bij deze prehistorische Venusbeeldjes wordt sterk de na-
druk gelegd op de delen van het vrouwenlichaam die in
verband staan met het vermogen om leven voort te bren-
gen en te voeden. Ze hebben grote, volle borsten en ook
de dijen en de bips zijn dermate zwaar dat men in huidige
tijden kan spreken van obesitas. De vulva is meestal duide-
lijk zichtbaar. De beeldjes vertonen kenmerken van zwan-
gerschap, zoals de dikke buik en grote borsten. Meestal
ontbreken de voeten en dikwijls ook het gezicht.
Algemeen, maar deze theorie is nog steeds controversieel,
denkt men dat het gaat om een moedergodin die in een
uitgestrekt gebied van West-Europa werd vereerd: vanaf
de Atlantische Oceaan tot aan het Baïkalmeer in Siberië. In
die tijd deed men nog niet aan akkerbouw en we kunnen
dus stellen dat dit waarschijnlijk vruchtbaarheidssymbolen
waren waarmee de moedergodin werd vereerd. De ken-
merken van corpulentie en vruchtbaarheid symboliseer-
den veiligheid en succes en het verlangen naar welvaart.
Vandaag vindt men een vrouw met het figuur van een pre-
historisch Venusbeeld helemaal niet meer mooi. Op artis-
tiek vlak blijven deze figuren met buitengewone boezem
en bips ons echter intrigeren. Ze blijven ons boeien omdat
ze inzicht bieden in het leven in de prehistorie. In die tijd
werden ze vereerd omdat ze met hun overdreven vormen
de toekomst van de mensheid belichaamden. Een vrouw
met een dergelijk lichaam had meer overlevingskansen
omdat ze over een groter vetreserve beschikte! Haar fi-
guur wees bovendien op een zwangerschap die het ras zou
voortzetten.
Figuur 1: Gezien bij de aapachtigen de coïtus `a tergo' ge-
beurt, wordt de bilstreek bij sommige apen fel gekleurd als
seksuele aantrekking.
Figuur 2: De Venus van Willendorf in Oostenrijk, kalksteen, 24.000 ­ 22.000 v.Chr.
achteraan bekeken.