background image
De Specialist
13-12
3 Juli 2013
www.despecialist.eu
4
I
D
ie boodschap bracht dr. Patrick
Degomme op 20 juni op de lente-
vergadering van de Belgische
Vereniging voor Locoregionale Ziekenhuis-
kinderartsen. Degomme, secretaris van de
vereniging, formuleerde vooral veel vragen.
Na de financiële herwaardering van het
beroep ingezet in 2006 dringt zich van-
daag een analyse op van de manier waar-
op het beroep georganiseerd is, vond hij.
"Wat met de verhoudingen tussen privé-
werkende pediaters, huisartsen, algemene
en subgespecialiseerde ziekenhuispedia-
ters, andere specialisten, kinesitherapeu-
ten, logopedisten...?"
Internationaal perspectief
Om de discussie op gang te trekken reikte
dr. Degomme alvast internationale gege-
vens aan. "België telt 1.650 kinderartsen
en 14.500 huisartsen. Per 100.000 jon-
geren onder de 15 jaar hebben we 85
pediaters. Nederland heeft 1.311 kinder-
artsen. Ze werken ­ enkel op verwijzing
door 11.397 huisartsen ­ in 114 zieken-
huizen, 15 centra voor geestelijke gezond-
heidszorg en 25 andere centra. De noor-
derburen beschikken over 60 pediaters
per 100.000 jongeren onder de 15 jaar."
Helemaal anders is de situatie in Groot-
Brittannië waar men geen privaat werken-
de kinderartsen kent maar enkel pediatri-
sche ziekenhuisdiensten. "De Britse pedia-
trie verkeert in crisis. De organisatie ervan
is niet langer betaalbaar voor de National
Health Service
(NHS). Men zoekt nieuwe
structuren," aldus Degomme.
Ook de Franse pediaters zijn ongerust. 90%
zijn vrouwen. Bij de zuiderburen werken
er 2,5 keer meer pediaters in de zieken-
huizen dan in een ambulante setting. In
totaal gaat het over 7.450 kinderartsen
­ waarvan 3.061 zowel in het ziekenhuis
als privé werken ­ en 67.017 huisartsen.
Per 100.000 jongeren onder de 15 zijn er
62 kinderartsen. "In Frankrijk," weet dr.
Degomme, "heeft de voorzitster van de
vereniging van privéwerkende kinderartsen
voorgesteld om de privépediaters als scha-
kel te laten werken tussen de huisarts en de
ziekenhuispediater. Het is maar de vraag of
dit kan. Zijn huisartsen hiervoor voldoende
opgeleid? Kunnen ze de dagelijkse proble-
men van de pediater aan wetende dat een
huisarts 8 baby's per jaar ziet. Biedt dat
voldoende garantie op kwaliteit?"
EAP
Europese unanimiteit over de toekomst
van de kindergeneeskunde is er alvast niet,
zo leert de uiteenzetting van dr. Dino Ba-
rillari, voorzitter van de Belgische Vereni-
ging van locoregionale ziekenhuisartsen
en Belgisch vertegenwoordiger bij de Eu-
ropese vereniging van artsen-specialisten
(UEMS), sectie pediatrie. Die sectie heet
European Academy of Pediatrics (EAP). Ba-
rillari: "De EAP beoogt de dialoog tussen
de pediaters in de verschillende lidstaten
te bevorderen. In de praktijk voelen het
Verenigd Koninkrijk, de Skandinavische
landen, Nederland... zich weinig betrok-
ken bij de werking. Elk land ontwikkelt
zijn eigen visie op de organisatie van de
kindergeneeskunde en vindt die visie de
beste. De verschillen tussen Oost en West,
Noord en Zuid over de rol van de kinder-
arts in de eerste, tweede en zelfs derde lijn
zijn enorm. Het gaat alle richtingen uit."
Desondanks kan de EAP een belangrijke
pluim op zijn hoed steken: het Global Pe-
diatric Education Consortium
(GPEC). Het
GPEC staagde erin een internationaal aan-
vaarde leidraad op te stellen voor de op-
leiding tot kinderarts. "Zelfs de Verenigde
Staten staat hierachter," dixit dr. Barillari.
Geert Verrijken
JS0696N
Quo vadis kindergeneeskunde anno 2013?
"Welke toekomst heeft de kindergeneeskunde? Wat met de
ambulante pediaters? Vergaat het de algemene ziekenhuis-
pediater zoals de algemene internist? Wordt hij verdrongen
door subspecialisaties? Alleszins moeten de locoregionale zieken-
huiskinderartsen zich bezinnen over de te volgen strategie."
BEROEPSNIEUWS
JS0696BN
D
r. Dino Barillari, voorzitter van de
Belgische vereniging voor loco-
regionale ziekenhuiskinderartsen,
verbergt zijn irritatie over deze gang van
zaken niet. Zo nauw de pediaters in 2006
betrokken waren bij het eerste pediatri-
sche zorgprogramma, zo weinig hebben
ze nu in de pap te brokken. Barillari vreest
dat het zorgprogramma er plots zal zijn.
"En dan rest ons nog weinig tijd om te rea-
geren. Het is dan te nemen of te laten. Dat
is onaanvaardbaar."
Hoe dan ook, volgens dr. Barillari zou
het nieuwe zorgprogramma een A-, B-
en C-luik omvatten. A is een pediatrie
`light'-programma met een minimale
pediatrische urgentie, een (chirurgisch)
pediatrisch dagziekenhuis en permanen-
tie. Het A-programma zou volledig onder
de vleugels van het B-programma func-
tioneren. Geen goed idee, vond Barillari.
Hij verwees naar de negatieve adviezen
van het College Pediatrie en de Belgische
Academie voor Kindergeneeskunde. "Ze-
ker is dat de overheid niet meer spreekt
over vier pediaters als erkennings-
voorwaarde. Die minimumnorm is op-
gegeven. Het maakt niet meer uit of er
drie dan wel zes kinderartsen zijn om als
A-dienst erkenning te krijgen."
`Think tank'
Samen met de lentevergadering van de
locoregionale ziekenhuisartsen hield de
Belgische Beroepsvereniging van Kinder-
artsen, ressorterende onder het Verbond
der Belgische Specialisten, haar jaar-
lijkse algemene vergadering. Voorzitter
Michel Pletincx somde de vele hangen-
de problemen op. Er is de aanslepende
erkenningsproblematiek voor pediaters
hemato-oncologen, het uitblijven van
erkenningscriteria voor stagemeesters
en stagediensten pediatrie, er zijn de
erkenningscommissies die maar niet
hernieuwd geraken...
Meer in het algemeen stond dr. Pletincx stil
bij de op til zijnde all-inziekenhuisfinan-
ciering waarbij minister Onkelinx per pa-
thologiegroep in een budget wil voorzien.
"Ik begrijp," aldus Michel Pletincx, "dat de
overheid hiermee de uitgaven beter onder
controle krijgt. Het impliceert echter niet
dat patiënten zo beter verzorgd worden."
Hij wees in dit verband op het bestaan van
een recent opgerichte `think tank' binnen
het VBS. Een eerste vergadering op 30 mei
analyseerde buitenlandse systemen en
vergeleek ze met België. Dat leverde vele
vragen op (meerwaarde van all-in voor de
patiënt? Voor de gezondheidszorg? Wat
met de nomenclatuur?...). Antwoorden
hoopt de `think tank' te geven op de vol-
gende bijeenkomst, morgen, 4 juli.
G.V.
Windstilte rond pediatrisch zorgprogramma
"De cenakels van de politiek schrijven momenteel aan een
nieuw pediatrisch zorgprogramma. Ondanks de belofte van het
kabinet Onkelinx een jaar geleden dat we hierbij betrokken
zouden worden, hebben we er niets meer van gehoord. Naar
verluidt is de redactie bijna rond."
België telt 1.650 kinderartsen en 14.500 huisartsen.
Per 100.000 jongeren onder de 15 jaar hebben we
85 pediaters.