woorden beschrijven? het klassieke fenotype hebben en vrouwen niet. Vrouwen kunnen wel lichtere vormen vertonen. De klassieke vorm van de ziekte van Fabry wordt op jonge leeftijd gekenmerkt door acroparesthesieën, minder zweten, warmte-intolerantie, vage buikpijn en tragere groei. De nieraantasting verschijnt tus- sen de leeftijd van 10 en 20 jaar en wordt geken- merkt door microalbuminurie en een progressieve evolutie naar terminale nierinsufficiëntie. Ongeveer de helft van de patiënten ontwikkelt terminale nier- insufficiëntie tussen de leeftijd van 20 en 40 jaar. Proteïnurie en episoden van acroparesthesieën bij een adolescent moeten doen denken aan de ziekte van Fabry. Dat geldt ook voor volwassenen met een proteïnurie waar geen andere duidelijke verkla- ring voor kan worden gevonden. Bij vermoeden van de ziekte van Fabry raden experts van de ERBP (European Renal Best Practice) aan om een enzymatische test uit te voeren bij alle mannen met een creatinineklaring < 60ml/min of een proteïnurie > 300mg/24 uur. De enzymatische test is eenvoudig en zeer gevoelig, maar is niet erg gevoelig bij vrouwen. Minstens 1/3 van de vrouwen heeft immers nog een residuele enzymproductie. Bij vrouwen wordt de diagnose beter gesteld via mutatieanalyse. diagnose is gesteld? nose kan worden bevestigd en de familie kan ziekte zeldzaam is en vaak niet wordt herkend. moeten worden behandeld? de criteria voor behandeling verschillen van land tot land. Zo zijn de criteria in de Verenigde Staten veel breder dan in Europa. Een vroege enzymati- sche substitutietherapie kan echter waarschijnlijk een stabilisatie van de ziekte bewerkstelligen. De behandeling van een patiënt met de ziekte van Fabry gebeurt best door een multidisciplinair team met expertise in deze zeldzame aandoe- ning. kent een soms aspecifiek verloop. Zien cardiologen ook patiënten met de ziekte van Fabry? ste geval betreft een patiënte die ik al jaren volg. teruit. Het tweede geval is een patiënte met een niertransplantaat bij wie de ritmestoornissen niet volledig konden worden opgelost met een pace- maker. Bij coronariografie werd linkerventrikel- hypertrofie (LVH) vastgesteld en dat heeft ons op het spoor gezet. lichaamscellen als gevolg van een deficiënte acti- viteit van het alfagalactosidase A. De ziekte tast tal van organen aan, vaak al tijdens de kinderjaren. Dat neemt niet weg dat zeer veel gevallen pas op volwassen leeftijd worden gediagnosticeerd. Met een gerichte screening kan de ziekte vroeg genoeg worden gediagnosticeerd om de patiënten nog te kunnen behandelen. myocardcellen, de geleidingswegen, de fibroblas- ten van de kleppen en het endotheel van de krans- slagaders. tosidaseactiviteit (die test geeft vrij snel een re- sultaat) en een genetisch onderzoek (bij vrouwen moet meteen een genetisch onderzoek worden uitgevoerd). Als het resultaat positief is, moet een zeer snel worden behandeld omdat de behandeling de accumulatie van GL3 kan verminderen. dus de symptomen verminderen. In ons land is het de geneticus die de behandeling regelt en de on- derzoeken centraliseert. De onderzoeken worden het best uitgevoerd door specialisten die belang- stelling hebben voor de ziekte. De behandeling van de ziekte van Fabry sluit echter een cardiologische aanpak van het gesproken te zijn. We spreken al van LVH als het interventriculaire septum 13mm breed is. Een andere frequente afwijking is ischemie door aantasting van het endotheel, vaak bij jonge patiënten. Aantasting van de geleidingsweefsels veroorzaakt vaak geleidings- en ritmestoornissen (vooral ventrikeltachycar- die). Niet zelden worden de kleppen aangetast met een mitralisklepprolaps met mitralisinsufficiëntie. Dergelijke patiënten vertonen ook vrij vaak een dilatatie thv de inplanting van de aorta. Het zijn dus vooral vrij jonge mensen met een onverklaarde hypertrofische niet-obstructieve cardiomyopathie die zouden moeten worden gescreend. Dat geldt ook voor jonge patiënten met een andere onverklaarde hartziekte. Eventueel moet de diagnose ook nog worden gesteld bij oudere en zelfs hoogbejaarde patiënten, niet omdat dat voor hen nog van belang is, maar omdat dat de aanzet kan vormen tot een genetisch onderzoek van de familie. |