background image
20
I
De Specialist
13-12
3 juli 2013
www.despecialist.eu
B
oris Cyrulnik (Frans neuropsychiater en auteur van
heel wat boeken over innerlijke veerkracht) had het
over de diversiteit en complexiteit van gedrags-
stoornissen bij kinderen en adolescenten. Hij wees erop dat
genetica op psychiatrisch vlak slechts een klein deel is
van wat van generatie op generatie wordt doorgegeven.
We moeten ook rekening houden met de omgeving en de
impact daarvan op de epigenetica, en met de plasticiteit
van de hersenen. Zo `sculpteren' depressie en affectieve
isolatie de vrije ruimte van de patiënt: Cyrulnik bena-
drukt dan ook het belang van praten, communiceren;
dit maakt het mogelijk om de affectieve connotatie van
een trauma te verminderen en versterkt het effect van
narratieve therapie.
De neuropsychiater wees er ook op dat het geheugen `le-
vend' is: het wordt opgebouwd maar ook continu opnieuw
geordend in het licht van informatiebronnen die kunnen
verschillen. "Als iemand dus jaar na jaar een compleet an-
dere getuigenis aflegt over een specifiek onderwerp, liegt
hij niet noodzakelijk. Zijn geheugen kan veranderd zijn...".
Daarnaast stijgt bij zwangere vrouwen die gestresseerd
zijn de cortisolconcentratie in het bloed, en in het
vruchtwater. De foetus, die regelmatig vruchtwater
inslikt, wordt zo blootgesteld aan hoge hoeveelheden
cortisol, wat een nadelige invloed kan hebben op de
ontwikkeling van de hippocampus van de baby. Het kind
ondergaat dus ook de stress van zijn moeder.
Diversiteit en
complexiteit
Tot slot besprak
Boris Cyrulnik het
begrip `niche sen-
sorielle
', dat over-
eenstemt met het
gezin, vooral de
ouders - vader en/of
moeder - die door
lichamelijk contact
een basisveiligheid
kunnen creëren, die
vervolgens wordt
verinnerlijkt in het geheugen van het kleine kind. Ter il-
lustratie geeft hij het voorbeeld van `kangoeroe-ouders' in
de Indiaanse gemeenschap van Colombia, die hun kind in
een zak op hun borst dragen. Omgekeerd is verwaarlozing
- het kind in de steek laten - het gevaarlijkst gedrag voor
een kind, aldus Cyrulnik.
David Cohen, kinderpsychiater aan het ziekenhuis Pitié-
Salpêtrière (Parijs), overliep de klinische aspecten van ge-
dragsstoornissen bij kinderen en adolescenten. Hij bena-
drukte hoe belangrijk het is om een onderscheid te maken
tussen gedragsstoornissen als gevolg van lichamelijk mis-
bruik (met een meer antisociale presentatie) en emotio-
neel misbruik, of verwaarlozing, waarbij het kind veeleer
een depressieve en angstige symptomatologie zal vertonen.
Therapeutische aspecten
Het tweede deel van het congres, gewijd aan de thera-
peutische aspecten, werd beheerst door het psychotrau-
matisch model beschreven door de van oorsprong Chi-
leense George Barudy. Hij vertelde over zijn ervaringen
in het Centre Exil in Brussel. Hij lichtte het model voor
systemische traumatherapie voor kinderen en ado-
lescenten toe, dat is gebaseerd op drie dimensies: het
kind (functionering en ontwikkeling), de ouders en de
omgevingscontext, die een uitgebreide systemische
evaluatie in netwerkverband vereist met betrokkenheid
van leerkrachten en justitie. Hij benadrukte ook het
belang van de therapeutische band, een geruststellende
hechting, een coherente methodologie en het bevorderen
van lichamelijke en sociale veerkracht.
In zijn uiteenzetting over geweldloos verzet besprak Haim
Omer (professor psychologie in Tel Aviv) de ethische as-
pecten en de fundamentele principes van zijn benadering
die een nieuwe kijk op autoriteit impliceert. Zijn methode
van geweldloos reageren is gebaseerd op de meest zicht-
bare lichamelijke aanwezigheid, zelfs via telefoontjes of e-
mailverkeer. Uiteraard bestaat de kans dat het uit de hand
loopt, maar om dat te vermijden beroept hij zich op een
nieuw concept van gezag dat niet wil overtuigen, maar
gericht is op volhouden. Hij pleit voor meer aandacht
voor het voorbeeld van de ouders, in plaats van kinderen
zelfcontrole bij te brengen, en benadrukt het belang van
een collegiale beslissing in de context van een steunend
netwerk (school, andere therapeut...) en transparantie in
de communicatie. Hij hecht belang aan geduld en traag
reageren, en verwijst daarbij naar het aangepaste gezegde
`het ijzer smeden wanneer het koud is'!
Tot slot had meester Thierry Moreau (professor aan de
UCL) het over de evolutie van de wet op de minderjarigen.
Volgens de nieuwe wet kan een advocaat een minderja-
rige verdedigen zonder opvoeder of zorgverlener te zijn;
hij is de woordvoerder van de jongere nadat hij veel naar
hem heeft geluisterd. Het is ook zijn taak om de magis-
traat vervelende vragen te stellen om een gezonde reflec-
tie uit te lokken over de maatregelen die moeten wor-
den genomen om de jongere weer op de rails te krijgen;
hoe het met de jongere verder gaat, blijft echter jammer
genoeg onzeker, hoofdzakelijk als gevolg van de kwets-
baarheid van deze kinderen en moeilijk controleerbare
omgevingsfactoren.
Op dit bijzonder interessante congres konden justitie en de
psychologische zorgsector voor kinderen ervaringen uitwis-
selen, en dat is cruciaal om deze kinderen beter aan te pak-
ken. De toekomst gaat duidelijk in de richting van een beter
begrip van die twee polen dankzij uiteenlopende initiatieven,
zoals de opleiding van juristen in de basisbeginselen van
geestelijke gezondheid. Die opleiding bestaat al in Frankrijk
en komt nu ook in België uit de startblokken, onder meer
dankzij het initiatief van Laurent Servais. Vervolg binnen
twee jaar, want dit blijft een tweejaarlijks congres.
Jean-Emile Vanderheyden
JS0665N
Geestelijke gezondheid en justitie
voor minderjarigen
In aanwezigheid van prinses Mathilde
en onder het voorzitterschap van de
ministers van Volksgezondheid en
Justitie, Laurette Onkelinx en Annemie
Turtelboom, vond eind mei het tweede
internationale congres `Adolescentie,
geweld, psychische aandoeningen en
verplichte zorg' plaats. Het congres
werd georganiseerd door het Centre
Hospitalier Jean Titeca
in de prachtige
fluwelen auditoria van de vroegere BRT
op het Flageyplein in Brussel.
Psychotrope geneesmiddelen bij
kinderen en adolescenten
Op therapeutisch vlak besprak Marina Danckaers
(KU Leuven) de controverses over het voorschrijven
van psychotrope geneesmiddelen aan kinderen
en adolescenten: stimulerende middelen bij
aandachtsstoornissen met of zonder hyperactiviteit,
antipsychotica, stemmingsstabiliserende middelen
en antidepressiva. Ze benadrukt enerzijds het belang
van preventie en anderzijds de noodzaak van het
evalueren van de ernst van de toestand alvorens
geneesmiddelen voor te schrijven, en dat altijd met
een geïnformeerde toestemming om compliance te
verkrijgen, wat vrij zelden het geval is.
Ze wijst er ook op dat de geneesmiddelenbehan-
deling moet worden gecombineerd met syste-
mische therapie, een affectieve basisbehandeling
waar nodig, en tot slot met andere behandelingen,
dit alles met het oog op een gepersonaliseerde, di-
mensionele aanpak om de jonge patiënt te helpen
zekerheden te vinden.
MEDISCH & WETENSCHAPPELIJK NIEUWS