brief voor huisartsen van het AZ Maria Middelares belicht de de twee fertiliteitsspecialisten van het ziekenhuis. Beide artsen, dr. Claudia Daels en dr. Kelly Billiet, zeggen "in een perfecte symbiose" te werken. Hoe gaan ze tewerk? Na een algemeen intakegesprek volgen enkele onderzoe- ken en stappen de partners in een behan- delschema. "De monitoring die constant doorloopt nemen we allebei voor onze rekening", zeggen beide artsen. Centraal zijn een klein centrum en dat verkleint ook de afstand tussen arts en patiënt", zegt dr. Billiet in Hallo. Om die lage drempel nog te verlagen werkt het centrum volop aan de ontwikkeling van een website. Twee fertiliteitsverpleegkundigen staan zo nodig samen met de psychologe in voor psychische ondersteuning en bieden een luisterend oor. Een aanpak die werkt. "Het valt immers op," zo luidt het, "dat mensen geregeld uit een groot centrum stappen, net omdat ze bij ons het gevoel hebben dat de artsen hen persoonlijk benaderen." hardnekkigheid teitsbehandeling, maar het centrum pro- beert wel therapeutische hardnekkigheid te voorkomen. Dat doet men door op voor- hand met het koppel een leeftijdsgrens of een maximum aantal behandelingen af te spreken. Wettelijk zijn intra-uteriene inse- 42 jaar neemt de kans op zwangerschap gevoelig af. Het vruchtbaarheidscentrum van AZ Maria Middelares en Jan Palfijn schat daarom de biologische leeftijd in aan de hand van de eicelreserve. Die schatting wordt meegenomen in de evaluatie van een nieuwe poging. Dr. Billiet legt in het ziekenhuisblad uit dat ze er ook dan soms niet uitkomen. "Bij bepaalde patiënten of behandelingen leggen we het dossier voor aan ons ethisch comité. Zelf overleggen we geregeld met de psychologen. Als wij geen goed gevoel hebben bij een patiënt, scree- nen ze die ook. In zeldzame gevallen moe- ten we een behandeling wel eens weigeren of uitstellen", zo zegt de Gentse arts nog. dateren nog van 1983 toen het Sint-Jansziekenhuis naar de huidi- in Genk verhuisde. Ze zijn dus 30 jaar oud en dat is gezien het intense gebruik ervan zowat de uiterste levensduur. Men stript nu alle afdelingen en vertrekt opnieuw een eigentijdse look. Ook eigentijds is dat iedere patiënt voortaan beschikt over een eigen `bedside terminal' met `touchscreen'. Het eerste gerenoveerde platform voor de patiënten van de verpleegafdelingen on- cologie, nefrologie en gastro-enterologie werd reeds in gebruik genomen. er zijn meer éénpersoonskamers en men besteedde veel meer aandacht aan het in- terieur. Iedere patiënt beschikt ook over een eigen bedside terminal: een touchscreen met multimediafunctie (TV, radio, internet) en met bediening van licht en zonnewering. In een latere fase gaan de mogelijkheden nog uitbreiden. De terminals kunnen dan ook gebruikt worden bij de maaltijdkeuze en ze bieden ook pathologie-gerelateerde dossier zal men ermee kunnen raadplegen. gebouwd. In het nieuwe concept verbouwt men de 10 afdelingen tot 5 grote afdelin- gen, met gemeenschappelijke nutsafdelingen waardoor er meer ruimte en plaats is voor de patiënten. De onthaal- en verpleegbalies zullen opener, ruimer en doorlopend zijn. Voor de afdelingen cardiologie en pneumo- logie is men net gestart met de werken. De oplevering is gepland voor begin 2014. En te- gen 2016 zouden alle 14 verpleegafdelingen gerenoveerd moeten zijn: 13 op de campus St.-Jan en één op campus St.-Barbara in worden volledig gerenoveerd. Op 17 juni nam men al de eerste gerenoveerde afdeling in gebruik. Bedoeling is tegen 2016 alle 14 verpleegafdelingen in een nieuw kleedje te steken. bekend samenwerkingsverband in translationeel biomedisch on- universiteiten en de klinische onderzoeks- centra van de universitaire ziekenhuizen er deel van uit. Ook bedrijven uit de gezond- heidssector en de medische biotechnolo- gie participeren. De Vlaamse overheid is partner `in opzet en financiering.' Vlaamse Biobank voor menselijk li- chaamsmateriaal uit te bouwen en een kwaliteitskader voor biobanken op te zetten. Verder draagt het CMI bij tot de uitbouw van een kennispoel en tot het bevorderen van het translationeel bio- medisch onderzoek. Tot de opdrachten hoort het faciliteren van de samenwer- king tussen de Vlaamse kennisinstellingen, van het translationeel biomedisch onder- zoek. Tot slot bevordert het CMI de maat- schappelijke en industriële valorisatie van de onderzoeksresultaten via onderzoeks- projecten van klinische onderzoekscentra en bedrijven. Professor Philippe Jorens (UZ Antwerpen) is a.i. voorzitter van de Raad van Bestuur. valorisatie' eerst een workshop. Bij die gelegenheid werden de concrete resultaten en de ver- dere planning met betrekking tot de coör- dinatie van het translationeel biomedisch voorgesteld. De deelnemers kregen een overzicht van de beschikbare financie- ringsvormen vanuit de Vlaamse en Euro- pese overheden. Aan bod kwamen ook de verschillende werkgroepen en voorbeeld- projecten en men lanceerde een oproep "tot het vormen van bijkomende samen- werkingsverbanden binnen de gekozen focusdomeinen en tot verdere facilitering van het klinisch onderzoek." Het CMI riep daarom de overheid en het federale geneesmiddelenagentschap (FAGG) ook op "om in het kader van de nieuwe wetgeving pragmatisch te zijn en geen onnodige hinderpalen op te werpen." (CMI) vzw stelde verschillende voorbeeldprojecten voor met betrekking tot de ontwikkeling van behandelingen voor neuro- degeneratieve ziekten, cardiomonitoring en biomerkers in de oncologie. |