![]() voorzitter van de Bvas, stellen vast dat dit ontwerp-KB er gekomen is zonder reëel overleg met de betrokken par- tijen in de planningscommissie. "De plannen van minister Onkelinx om de tekorten in bepaalde specialismen, in de geriatrie en in de kinderpsychiatrie opnieuw in evenwicht te brengen door de contingentering binnen de huisarts- geneeskunde af te schaffen, krijgen hoek", waarschuwt het syndicaat. Net als het VGSO (Vlaams Geneeskundig Studentenoverleg) eist de Bvas de in- voering van een nationaal toelatings- examen dat identiek is in Vlaanderen en Wallonië. "De tekorten in bepaalde disciplines los je niet op door de quota te verhogen. Wel door deze disciplines concreet te analyseren en de beste ma- nier te zoeken om ze te herwaarderen en aantrekkelijker te maken", zo meent het syndicaat. zondheid en Sociale Zaken heeft het huidige systeem van contin- ingevoerd en in 2004 voor het eerst werd toegepast zijn beperkingen getoond. "We stellen een gigantische instroom van studenten vast bij de specialistenopleidin- gen. Daarnaast merken we dat de richtin- gen met tekorten waarvoor we minimum- quota hebben vastgelegd, onvoldoende succes hebben", verklaart de minister. "Zo blijven we bijvoorbeeld onder de mi- nimumquota voor huisartsen steken die sinds 2008 zijn vastgelegd. In Vlaanderen zijn er 361 artsen te weinig, in de Franse Gemeenschap gaat het om 96 artsen." gen tal van factoren de afschaffing van de quota binnen de huisartsgeneeskun- de, zoals het grote risico op tekorten, de leeftijd van de actieve artsen (34% van de artsen zijn momenteel tussen 54 en 64 jaar oud), het beperkte succes van dit specialisme bij de studenten genees- kunde en de gewijzigde praktijk van de huisartsgeneeskunde (zoals de vervrou- welijking van het beroep). "Het feit dat oudere huisartsen niet worden vervan- gen, is rechtstreeks te wijten aan het lage percentage kandidaat-artsen dat de rich- ting huisartsgeneeskunde aanvat. En dat ondanks de invoering van een minimum- quotum: in 2008 had amper 30% zich terwijl dit in 1998 nog 38% was", stelt Laurette Onkelinx vast. De minister be- nadrukt bovendien dat de oudere actieve artsen vooral mannen zijn en dat ze door een gemengde, maar vooral vrouwelijke groep worden vervangen. Deze artsen hebben minder patiënten, leggen bedui- dend minder huisbezoeken af en zetten hun praktijk veel vroeger stop. 2020 de quota voor knelpuntspecialis- men af te schaffen (acute geneeskunde, geriatrie, kinder- en jeugdpsychiatrie en urgentiegeneeskunde), omdat ze niet worden ingevuld (behalve voor spoedart- sen). Bij de andere specialismen blijft het systeem van contingentering wel bestaan. De gemeenschappen zullen deze quota strikt moeten toepassen (geen mogelijk- heid meer om ze over verschillende jaren te spreiden). Vanaf 2015 gelden bovendien voor buitenlandse kandidaten dezelfde regels als voor Belgische kandidaten. De planningscommissie zal de lijst met knel- puntberoepen jaarlijks herbekijken. "We garanderen de studenten geneeskunde dus dat ze allemaal minstens in de knel- puntspecialismen een Riziv-nummer zul- len krijgen", belooft Laurette Onkelinx. contingentering zullen nog tal van andere maatregelen volgen. De FOD Volksgezond- heid en het Riziv zijn eindelijk van plan om hun gegegevens permanent met elkaar te vergelijken om zo een up-to-date kadas- ter van het medisch korps ter beschikking te hebben. De planningscommissie zal een grootschalig onderzoek uitvoeren en ver- volgens een lijst opstellen met medische specialismen die meer moeten worden ge- promoot of meer aan bod moeten komen (rekening houdend met bijvoorbeeld de vergrijzing). De cijfers voor de jaren 2019 en volgende moeten dus misschien worden afgestemd op de resultaten van die studie. ming alleen de tekorten bij bepaalde be- roepen niet zal oplossen. "We moeten ze koppelen aan andere acties om die beroe- pen aantrekkelijker te maken. Dat is met name wat er met de recente hervorming van de huisartsenwachtdienst is gebeurd (veralgemening van de sortering van de 1733-oproepen en oprichting van nieuwe wachtposten), de herwaardering van de erelonen van de artsen (meer dan 40% sinds 2008) of de steunmaatregelen om zich te vestigen (Impulseo I) of een praktijk uit te bouwen (Impulseo II en III)." Besluit van Laurette Onkelinx goed om de planning van het medische aanbod te hervormen. De minister stelt voor om vanaf 2020 de knelpuntberoepen binnen de sector volledig open te stellen en om de quota te handhaven voor de andere specialismen. onthaalden deze radicale hervorming van de contingentering met gemengde gevoelens. Ze kreeg felle kritiek van onder meer N-VA, Bvas, SVH Domus Medica en de decanen van de Vlaamse geneeskundefaculteiten maar werd bejubeld door het Franstalige huisartsensyndicaat GBO (onderdeel van het Kartel), Ecolo en senator Brotchi. |