background image
4
I
Medi-Sfeer
432
26 december 2013
BVAS: "Gebrek aan overleg"
Drs. Lemye en Moens, voorzitter en vice-
voorzitter van de Bvas, stellen vast dat
dit ontwerp-KB er gekomen is zonder
reëel overleg met de betrokken par-
tijen in de planningscommissie. "De
plannen van minister Onkelinx om de
tekorten in bepaalde specialismen, in
de geriatrie en in de kinderpsychiatrie
opnieuw in evenwicht te brengen door
de contingentering binnen de huisarts-
geneeskunde af te schaffen, krijgen
maar weinig steun uit professionele
hoek", waarschuwt het syndicaat. Net
als het VGSO (Vlaams Geneeskundig
Studentenoverleg) eist de Bvas de in-
voering van een nationaal toelatings-
examen dat identiek is in Vlaanderen
en Wallonië. "De tekorten in bepaalde
disciplines los je niet op door de quota
te verhogen. Wel door deze disciplines
concreet te analyseren en de beste ma-
nier te zoeken om ze te herwaarderen
en aantrekkelijker te maken", zo meent
het syndicaat.
V
olgens de minister van Volksge-
zondheid en Sociale Zaken heeft
het huidige systeem van contin-
gentering ­ dat in 1988 in ons land werd
ingevoerd en in 2004 voor het eerst werd
toegepast ­ zijn beperkingen getoond.
"We stellen een gigantische instroom van
studenten vast bij de specialistenopleidin-
gen. Daarnaast merken we dat de richtin-
gen met tekorten waarvoor we minimum-
quota hebben vastgelegd, onvoldoende
succes hebben", verklaart de minister.
"Zo blijven we bijvoorbeeld onder de mi-
nimumquota voor huisartsen steken die
sinds 2008 zijn vastgelegd. In Vlaanderen
zijn er 361 artsen te weinig, in de Franse
Gemeenschap gaat het om 96 artsen."
Volgens Laurette Onkelinx rechtvaardi-
gen tal van factoren de afschaffing van
de quota binnen de huisartsgeneeskun-
de, zoals het grote risico op tekorten, de
leeftijd van de actieve artsen (34% van
de artsen zijn momenteel tussen 54 en
64 jaar oud), het beperkte succes van
dit specialisme bij de studenten genees-
kunde en de gewijzigde praktijk van de
huisartsgeneeskunde (zoals de vervrou-
welijking van het beroep). "Het feit dat
oudere huisartsen niet worden vervan-
gen, is rechtstreeks te wijten aan het lage
percentage kandidaat-artsen dat de rich-
ting huisartsgeneeskunde aanvat. En dat
ondanks de invoering van een minimum-
quotum: in 2008 had amper 30% zich
ingeschreven voor huisartsgeneeskunde,
terwijl dit in 1998 nog 38% was", stelt
Laurette Onkelinx vast. De minister be-
nadrukt bovendien dat de oudere actieve
artsen vooral mannen zijn en dat ze door
een gemengde, maar vooral vrouwelijke
groep worden vervangen. Deze artsen
hebben minder patiënten, leggen bedui-
dend minder huisbezoeken af en zetten
hun praktijk veel vroeger stop.
Een striktere toepassing
Laurette Onkelinx stelt voor om vanaf
2020 de quota voor knelpuntspecialis-
men af te schaffen (acute geneeskunde,
geriatrie, kinder- en jeugdpsychiatrie en
urgentiegeneeskunde), omdat ze niet
worden ingevuld (behalve voor spoedart-
sen). Bij de andere specialismen blijft het
systeem van contingentering wel bestaan.
De gemeenschappen zullen deze quota
strikt moeten toepassen (geen mogelijk-
heid meer om ze over verschillende jaren
te spreiden). Vanaf 2015 gelden bovendien
voor buitenlandse kandidaten dezelfde
regels als voor Belgische kandidaten. De
planningscommissie zal de lijst met knel-
puntberoepen jaarlijks herbekijken. "We
garanderen de studenten geneeskunde
dus dat ze allemaal minstens in de knel-
puntspecialismen een Riziv-nummer zul-
len krijgen", belooft Laurette Onkelinx.
In het kader van deze hervorming van de
contingentering zullen nog tal van andere
maatregelen volgen. De FOD Volksgezond-
heid en het Riziv zijn ­ eindelijk ­ van plan
om hun gegegevens permanent met elkaar
te vergelijken om zo een up-to-date kadas-
ter van het medisch korps ter beschikking
te hebben. De planningscommissie zal een
grootschalig onderzoek uitvoeren en ver-
volgens een lijst opstellen met medische
specialismen die meer moeten worden ge-
promoot of meer aan bod moeten komen
(rekening houdend met bijvoorbeeld de
vergrijzing). De cijfers voor de jaren 2019
en volgende moeten dus misschien worden
afgestemd op de resultaten van die studie.
Laurette Onkelinx beseft dat deze hervor-
ming alleen de tekorten bij bepaalde be-
roepen niet zal oplossen. "We moeten ze
koppelen aan andere acties om die beroe-
pen aantrekkelijker te maken. Dat is met
name wat er met de recente hervorming
van de huisartsenwachtdienst is gebeurd
(veralgemening van de sortering van de
1733-oproepen en oprichting van nieuwe
wachtposten), de herwaardering van de
erelonen van de artsen (meer dan 40%
sinds 2008) of de steunmaatregelen om
zich te vestigen (Impulseo I) of een praktijk
uit te bouwen (Impulseo II en III)."
Vincent Claes
MS8123N
Numerus clausus
in huisartsgeneeskunde sneuvelt
De ministerraad keurde op 6 december het ontwerp van Koninklijk
Besluit van Laurette Onkelinx goed om de planning van het
medische aanbod te hervormen. De minister stelt voor om vanaf
2020 de knelpuntberoepen binnen de sector volledig open te
stellen en om de quota te handhaven voor de andere specialismen.
2008-2014
2015-2017
2018
2019-2020
Vlaamse Gemeenschap
180
216
480
240
Franse Gemeenschap
120
144
320
160
Totaal
300
360
800
400
Huidige minimumquota voor huisartsgeneeskunde.
MS8123BF
Onbegrip versus tevredenheid
De artsensyndicaten, politieke partijen en academici
onthaalden deze radicale hervorming van de contingentering
met gemengde gevoelens. Ze kreeg felle kritiek van onder
meer N-VA, Bvas, SVH Domus Medica en de decanen van de
Vlaamse geneeskundefaculteiten maar werd bejubeld door
het Franstalige huisartsensyndicaat GBO (onderdeel van het
Kartel), Ecolo en senator Brotchi.
BEROEPSNIEUWS