background image
I
17
Medi-Sfeer
432
26 december 2013
MEDISCH & WETENSCHAPPELIJK NIEUWS
Tetanus
In België wordt om de tien jaar een her-
haalvaccinatie gepland. Onze Franse bu-
ren hebben deze intervalperiode verlengd
naar twintig jaar tussen twee vaccinaties.
Is de tijd die verstreek sinds de laatste
herhaling langer dan twintig jaar, plan dan
twee inspuitingen in met een interval van
één à zes maanden.
Difterie
Het aantal antilichamen neemt af met de
leeftijd, in die zin dat 20 tot 60% van de
volwassenen niet meer beschermd zijn.
Men stelt echter bij volwassenen geen
herhaalvaccin voor vooraleer het gecom-
bineerde vaccin tetanus-difterie er is. Een
herhaling wordt elke tien jaar aangeraden.
Net als bij tetanus moeten twee inspuitin-
gen gegeven worden wanneer de laatste
herhaalvaccinatie meer dan twintig jaar
geleden is.
Kinkhoest
Niemand zal ontkennen dat kinkhoest
geen reizigerspathologie is, maar het feit
dat het zowel een aandoening van kinde-
ren als van volwassenen is, lijkt minder tot
de geesten doorgedrongen. De vaccinatie
van borelingen heeft gezorgd voor een
verplaatsing van de infectiehaard naar
adolescenten en volwassenen, populaties
waarbinnen het een van de belangrijkste
oorzaken van aanhoudende hoest is. De
rappel difterie-tetanus uitgevoerd tussen
14 en 17 heeft daarom vandaag de baan
moeten ruimen voor het vaccin difterie-
tetanus-kinkhoest. Het is ook nuttig deze
herhaalvaccinatie te geven aan iedereen
die zich ophoudt in de buurt van pasgebo-
renen: toekomstige ouders, grootouders,
enz. Het eerste vaccin wordt toegediend
op de leeftijd van twee maanden en jon-
ge kinderen zijn niet beschermd voor de
leeftijd van vier à negen maanden. Op het
moment dat u dit leest, heeft de Hoge
Gezondheidsraad waarschijnlijk officieel
de vaccinatie aanbevolen voor zwangere
vrouwen, zoals dat ook het geval is in de
Verenigde Staten en het Verenigd Konink-
rijk. De vaccinatie wordt aangeraden in het
derde trimester van elke zwangerschap.
Het lijkt erop dat het kind geboren wordt
met een soort enorm infuus dat antilicha-
men bevat die door zijn moeder zijn aan-
gemaakt. Dit infuus beschermt het kind
gedurende enkele maanden, in afwachting
dat twee maanden na de geboorte ook
effectief een vaccin gegeven wordt.
Polio
Het aantal gevallen van polio is wereldwijd
teruggedrongen van meer dan 350.000 in
1988 tot 223 in 2012, waarvan 217 in de
drie nog endemische landen, met name
Pakistan, Afghanistan en Nigeria. In India
deed zich sinds 2011 geen geval meer
voor. Deze spectaculaire daling werd ge-
realiseerd dankzij een internationaal ini-
tiatief waaraan de WGO, Unicef, de CDC
en verschillende privéorganisaties hebben
meegewerkt. Maar de oorlog is nog niet
definitief gewonnen: in 2013 deden er zich
256 nieuwe gevallen voor in acht maan-
den tijd, waarvan 178 in niet-endemische
landen als Kenia, Somalië en Ethiopië.
Sinds 2006 raadt de WGO bij mensen die
met drie doses gevaccineerd zijn een een-
malige herhaalvaccinatie aan waardoor ze
levenslang immuniteit genieten.
Mazelen
Mazelen bestaan nog steeds. Ze komen
voor bij mensen die niet gevaccineerd zijn
of bij mensen die slechts één dosis van het
vaccin kregen. Een situatie die niet zelden
voorkomt: men schat dat 25% van de be-
volking van Wallonië en Brussel het volle-
dige schema niet volgde. Meteen de reden
waarom er in 2010-2011 epidemieën op-
doken in België en Frankrijk.
Dr. Philippe Mauclet, naar een
uiteenzetting van prof. Y. Van
Laethem op de `Rencontres de la
Travel Clinic du Bois-de-la Pierre'
(Waver, september 2013)
concentraties geassocieerd met een ho-
gere recurrentiegraad en een afname
van de ziektevrije overleving (8). Sorafe-
nib, een TKI die langs orale weg actief is
op VEGFR-2, PGDF-R en B-RAF, heeft een
antiangiogeen en antiproliferatief ef-
fect. Het wordt al terugbetaald bij ande-
re vormen van kanker (gemetastaseerde
niertumoren en hepatocarcinoom) en is
nu ook goedgekeurd voor de behande-
ling van gedifferentieerde schildklier-
kanker op basis van de resultaten van
de DECISION-studie. Deze studie bracht
een significante verbetering van de PFS
aan het licht (10,8 versus 5,8 maanden;
HR = 0,587; p < 0,0001), zonder voor-
deel op het vlak van globale overleving
(HR = 0,802; p = 0,138) (9), "waar-
schijnlijk omdat 71% van de patiënten
uit de placebogroep na progressie zijn
overgeschakeld op sorafenib", preciseert
prof. Schöffski.
Stabilisatie van de ziekte op 6 maanden
wordt vastgesteld bij 41,8% van de pa-
tiënten onder sorafenib, tegenover 33,8%
onder placebo, "wat enorm is", benadrukt
hij, "en betekent dat we onze behande-
lingscriteria nog zouden moeten verfijnen
omdat gerichte therapieën bijwerkingen
hebben." De vraag is waarom sorafenib zo
doeltreffend is (het veroorzaakt een sig-
nificante afname van het tumorvolume
bij 73% van de patiënten tegenover 27%
onder placebo). Naar het antwoord is het
nog gissen. Gedifferentieerde schildklier-
kanker is namelijk een kanker met een
sterke VEGF-expressie, en toch zijn be-
paalde producten die inwerken op deze
route niet doeltreffend (aflibercept, beva-
cizumab). En dan is er nog de vraag naar
de mutaties... Voorlopig is het duidelijk de
nieuwe therapeutische standaard in deze
indicatie, in afwachting misschien van de
komst van andere therapeutische klassen
zoals MEK1/2-inhibitoren (10) of B-RAF-
inhibitoren (11).
En medullaire carcinomen?
Die zijn vrij zeldzaam (5% van de schild-
kliertumoren) en in 1 op de 4 gevallen
erfelijk (door mutatie van het proto-
oncogen RET, dat zich bevindt op chromo-
soom 10q11.2). Ze metastaseren vaak op
afstand, waardoor de prognose ongunstig
is. De behandeling berust meestal op chi-
rurgie met dissectie van de ganglia; een
levenslange behandeling met thyroxine is
dus noodzakelijk. Om te kunnen worden
beschouwd als `genezen', moet de post-
operatieve calcitonineconcentratie onde-
tecteerbaar zijn. In geval van uitzaaiingen
(longen, lever, ganglia) of als ze inoperabel
zijn, erger worden of symptomatisch zijn,
worden ze behandeld met chemotherapie
met doxorubicine of 5-FU/DTIC, soms ook
met interferon of somatostatineanalogen.
Radioactieve isotopen hebben slechts be-
perkt effect. TKI's worden momenteel on-
derzocht en lijken te werken. Voorbeelden
zijn vandetanib, dat de RET-route blok-
keert (12), of cabozantinib (13). "Maar al
die behandelingen hebben een prijs, die
we zullen moeten integreren in de thera-
peutische reflectie", concludeert Patrick
Schöffski.
Dr. Dominique-Jean Bouilliez
Referenties
1. http://www.cancerresearchuk.org/cancer-info/
cancerstats/types/thyroid/incidence/
2. Howlader N, et al. http://seer.cancer.gov/archive/
csr/1975_2008/sect_26_thyroid.pdf
3. Jonklaas J, et al. Thyroid 2006;16(12):1229-42.
4. Keefe S, et al. Clin Cancer Res 2010;16(3):778-83.
5. Vigliotto G, et al. Oncogene 1995;11(8):1569-79.
6.
Bunone G, et al. Am J Pathol 1999;155(6):1967-76.
7. Yu X, et al. Clin Cancer Res 2005;11(22):8063-9.
8. Lennard C, et al. Surgery 2001;129(5):552-8.
9. Brose M, et al. ASCO 2013. Abstract#4.
10. Ho A, et al. N Engl J Med 2013;368(7):623-32.
11. Kim K, et al. Thyroid 2013;23(10):1277-83.
12. Wells L, et al. J Clin Oncol 2012;30(2):134-41.
13. Schöffski P, et al. ASCO 2012. Abstract#5508.
Figuur 2: Gedifferentieerde schildkliertumoren zijn een model voor
gerichte therapieën.
MS8063N
Winter in de tropen
(deel 4)
Het vertrek naar een verafgelegen land is de ideale gelegenheid
om de basisvaccinatiestatus eens te bekijken. Welk nieuws is er
te vertellen over de grote klassiekers? Het antwoord komt van
prof. Yves Van Laethem (Travel Clinic, UMC Sint-Pieter).