background image
12
I
Medi-Sfeer
432
26 december 2013
M
et `doping in de sport anno
2013' had de vereniging van
Sport- en Keuringsartsen (SKA)
geen eenvoudig thema gekozen voor haar
tweede SKAfé. Sportartsen ­ of zij die
ervoor doorgaan ­ worden al eens aan-
zien als marionetten in het dopingcircus,
of erger, als aanstokers van al dat geslik
en gespuit. Maar met dat imago wil SKA
voorgoed komaf maken. Samen met Hans
Cooman, arts bij de Nationale Antidoping-
organisatie (NADO), vatte SKA daarom
het idee op om een antidopingcharter
voor artsen te ontwerpen. Eind vorige
maand stelden beide partijen het charter
voor in Oudenaarde. In het bijzijn van ere-
voorzitter van het Internationaal Olym-
pisch Comité (IOC) dr. Jacques Rogge,
prof. Peter Van Eenoo van het dopinglab
van de Universiteit Gent en directeur
van Wielerbond Vlaanderen en gewezen
sportjournalist Hans Vandeweghe zetten
ze er hun krabbel onder.
Bedenkelijk imago
Met het handvest willen de sport- en
keuringsartsen hun verantwoordelijkheid
in het dopingverhaal opnemen. "Het
imago van sportartsen is niet meteen om
over naar huis te schrijven", trapte Hans
Cooman een open deur in. "Maar dat is de
schuld van enkele rotte appels. Daarom
is het belangrijk dat we ons groeperen
en met een duidelijke visie naar buiten
komen, gericht aan de buitenwereld én
aan onze collega-artsen. Alle artsen die
met sporters in aanraking komen, zouden
dit charter moeten ondertekenen, ook de
huisartsen die straks ingeschakeld zullen
worden in de screening van sporters." Een
niet mis te verstane boodschap, al blijft
het onduidelijk welke overtuigingskracht
ze heeft op de `nestbevuilers'.
Dat laatste beseft SKA ook. Maar door
zich expliciet tegen het gebruik van doping
uit te spreken, wil de jonge vereniging
de cultuur van zuiverheid aanzwengelen
en zo de sjoemelende artsen richting
buitendeur `dwingen'. "Sporters die doping
nemen, handelen doorgaans niet alleen.
Integendeel, gevallen waarin het initiatief
louter van de sporter komt, zijn zeldzaam",
stelde Cooman. Een groot deel van de
verantwoordelijkheid ligt inderdaad bij de
omgeving, onder anderen bij de artsen.
Zij worden ingezet om de middelen te
bestellen, de doses te bepalen, de producten
toe te dienen, enzovoort. En doordat ze ­
net zoals de rest van de entourage ­ niet
strafbaar zijn, kunnen valsspelende artsen
blijven doorgaan met wat ze doen. "Met
dit charter willen we dan ook de puntjes
op de i zetten en een duidelijk signaal
geven dat we ons volop engageren in
de antidopingstrijd", zei dr. Kris Van der
Mieren, een van initiatiefnemers.
Wat met het medisch geheim?
Het document is opgebouwd rond acht
punten. "Sommige daarvan lijken misschien
voor de hand liggend, maar zijn dat niet", gaf
Cooman meer uitleg. "Zo schrijft het charter
voor dat artsen het Antidopingdecreet en de
lijst van verboden middelen en methoden
moeten kennen en ernaar moeten handelen.
Evident, maar veel artsen ­ ook sportartsen
­ blijken niet te weten hoe de vork in de
steel zit. Geheel onlogisch is dat niet, want
het antidopingbeleid verandert erg snel. Net
daarom wordt de website van de NADO
maandelijks geüpdatet, bezoekers kunnen
zo snel weer mee zijn."
Nog in het charter staat dat artsen die
sporters over de vloer krijgen, in de eerste
plaats voor evidence-based behandelingen
en methoden moeten kiezen. Pas als die niet
helpen, mogen ze uit medische noodzaak
`het verboden pad' opgaan, weliswaar
na het vragen van `toestemming wegens
therapeutische noodzaak'. "Belangrijk in zo'n
gevallen is om alles in het medisch dossier
te noteren", waarschuwde Hans Cooman
de sportartsen in de zaal. Dat moeten ze
trouwens ook doen als de sporter of zijn
entourage zelf om doping vraagt, zonder
medische reden. "Door het medisch geheim
kan je niet zomaar met die informatie naar
een controleur stappen", aldus Cooman.
"Het enige wat je kan doen als arts, is de
sporter van zijn ideeën proberen af te helpen.
En intussen noteer je die afraadpogingen
best gedetailleerd in zijn medisch dossier,
voor het geval er ooit een onderzoek volgt."
Toekomst
Afsluiten doet het charter met een duidelijk
advies over niet-verboden producten, zoals
toegestane medicatie, voedingssupplemen-
ten, ...: vermijd die zoveel mogelijk. "Bij on-
derzoek van wat jonge wielrenners de afge-
lopen week hebben ingenomen, tellen wij
vaak meer dan twintig middelen", getuigde
Hans Cooman. "Dat mogen dan wel geen
verboden producten zijn, ik ben ervan over-
tuigd dat het voorschrijven ervan de drem-
pel naar dopinggebruik verlaagt." Iets waar
dr. Tom Teulingkx, voorzitter van SKA, zich
bij aansloot. "Voedingssupplementen zijn
een aanvulling op een gezonde, evenwich-
tige voeding, ze dienen niet om het gebrek
daaraan te compenseren. Die mentaliteit
moeten we van jongs af aan aankweken. Bij
atleten, maar ook bij dokters."
Tijs Ruysschaert
SKA nodigt alle artsen die betrokken zijn bij de
begeleiding en behandeling van sporters uit om het
charter te ondertekenen op www.sportartsen.be.
MS8119N
Sportartsen wijzen `nestbevuilers' de deur
Was er doping in de sport anno 2013? Ja natuurlijk. Maar
aan de vereniging van Sport- en Keuringsartsen (SKA) zal het
niet gelegen hebben. Eind november ondertekende ze samen
met notoir dopingjager dr. Hans Cooman een nagelnieuw
dopingcharter, voor de ogen van een pak collega-sportartsen
én van erevoorzitter van het IOC dr. Jacques Rogge.
BEROEPSNIEUWS
Vier jaar voor
`moord op de sport'
Vanaf 1 januari 2015 worden
sporters die betrapt worden op
doping vier jaar geschorst, in plaats
van twee jaar vandaag. Dat bepaalt
een nieuwe code van het World
Anti-Doping Agency
(WADA). "Het
IOC diende dat voorstel in, en ik
sta daar 100% achter", getuigde
dr. Jacques Rogge. "Doping
gebruiken is een moord plegen op
de sport, dan is een schorsing van
vier jaar zo streng nog niet."
Rogge betreurt wel dat in de
nieuwe WADA-code (nog) geen
sprake is van straffen voor de
entourage van de sporter. "Om het
dopingprobleem verder terug te
dringen, moeten we de omgeving
van betrapte sporters ook
verantwoordelijk kunnen stellen.
Ik geloof immers niet dat veel
sporters op eigen houtje handelen."
Stalen ontvriezen?
Een andere stap vooruit in de strijd
tegen doping is de verlenging van
de bewaartijd van bloedstalen van
8 naar 10 jaar. "Hierdoor kunnen
we meer hertests uitvoeren",
aldus Rogge "Bovendien kunnen
we tegenwoordig verdachte
bloedwaarden vastleggen voor
producten die nu nog niet gekend
zijn", vulde professor Peter Van Eenoo
aan. "Daardoor moeten we stalen
niet meer ontvriezen als we een
nieuw middel ontdekken."
SKA-voorzitter dr. Tom Teulingkx (l.) en dr. Hans Cooman (r.) zetten hun
handtekening onder het `Antidopingcharter voor de arts'. © Io Cooman