![]() ontleden en dat verklaart waarom de bijschild- klieren of hun bloedvaten vaak worden bescha- digd bij een thyroïdectomie. Dat resulteert vaak in postoperatieve hypocalciëmie. Die hypocalci- emie kan invaliderende symptomen veroorzaken (spierkrampen, paresthesieën in de lippen, spier- trekkingen, stijve vingers, stridor), stelt prof. Guy Andry (Chirurgie, Bordet Instituut). Bovendien is er geen consensus over routinesupplementen met vitamines en calcium." Het is nochtans een groot probleem: 9-50% van de patiënten vertoont tijdelijke hypocalciëmie en 0,5 tot 13% (soms zelfs tot 33%) ontwikkelt blijvende hypocalci- emie. om de effecten van die hypocalciëmie te ver- minderen. Dat protocol is gebaseerd op een bepaling van PTH, het serumcalcium en het serumfosfor op d1 en d2. Vier uur na de operatie wordt 2g calciumgluconaat i.v. toegediend na bepaling van PTH en het serumcalcium (als dat laatste < 8,2mg/dl is), en daarna 1g calcium- serumcalcium < 8,0mg/dl is. Bij een serumcal- cium van 8,0-8,3mg/dl wordt 1g calciumcarbo- naat 2x/d en 0,5-1,0µg alfacalcidol/d gegeven. De serumconcentraties van PTH, calcium, fosfor en 25-OH-vit D, TSH en T4 worden vervolgens gecontroleerd van d6 tot d10. bij wie tussen januari 2006 en december 2009 een subtotale of totale thyroïdectomie werd uitgevoerd. Bijna de helft van de patiënten (43,4%) ontwikkelde een tijdelijke hypocalcië- mie. 3,91% vertoonde nog altijd hypocalciëmie na 1 jaar en 3,17% ontwikkelde chronische hypocalciëmie. hypocalciëmie kunnen achterhalen (en die risico- factoren worden teruggevonden in nagenoeg alle studies waarin dat probleem werd geëvalueerd): een hypocalciëmie < 8mg/dl op d5-20 (met een hoge sensitiviteit 92-93% en specificiteit 94%) en een PTH-spiegel lager dan 15pg/ml. Als de PTH-spiegel zeer laag is (< 9pg/ml), be- draagt de sensitiviteit 100% en de voorspellende waarde 76%." Die twee voorspellende factoren worden in wisselende mate teruggevonden in de meeste studies waarin dat probleem werd geanalyseerd. matig vitamine D- en calciumsupplementen moeten worden gegeven. Dat werd onderzocht in een recente meta-analyse van 9 studies met in het totaal 2.285 patiënten (1). Volgens die meta-analyse bedraagt het percentage symp- tomatische hypocalciëmie 4,6% met vitamine D-supplementen, 14% met calciumsupple- plementen en 20,5% zonder behandeling. "De belangrijkste boodschap van die meta-analyse, aldus Guy Andry, is dat je alle patiënten calcium moet geven na de operatie en bij risicopatiënten ook vitamine D." meisjes en jonge vrouwen in Belarus is na Tsjer- nobyl sterk toegenomen. Dat is toe te schrijven aan een verschil in penetratie van radioac- tief jodium naargelang het betrokken orgaan (waarbij de hersenen relatief goed beschermd worden) en de leeftijd", merkte prof. Markus Luster (Marburg) op. Een kernongeval veroor- zaakt niet alleen externe straling; er moet ook rekening worden gehouden met interne stra- ling via de voedselketen en contaminatie van de omgeving. gegeven, om te verhinderen dat het radio- actieve jodium in de schildklier zou dringen. Maar er bestaat een opportuniteitsvenster. Het KI moet zeer snel na de blootstelling worden toegediend en misschien zelfs voor de blootstelling (3). Na Tsjernobyl werd in Polen, waar er KI in de melk wordt gedaan, van schildklierkanker vastgesteld (4). Het risico op schildklierkanker is groter bij vrou- wen (RR = 6,54, p < 0,001 per Gy bij meisjes van 0-17 jaar en `slechts' 2,24 bij jongens) (5). Moeten ook volwassenen worden be- schermd? Zanzonico heeft in 2000 een studie gepubliceerd waarin hij aantoont dat het percentage inhalatie en ingestie van I-131 lager is bij volwassenen dan bij kinderen en adolescenten (6). ervaring, is of jodiumsupplementen in de voeding invloed hebben op de blokkade door KI", bena- drukt Markus Luster. Bij toediening van jodium- houdend zout bij de profylaxe van een struma vermindert de absorptie van I-131 significant (7). Die bescherming is echter minder sterk in zones waar er te weinig jodium in de voeding zit (8). kade door KI (amiodaron, jodiumhoudende contraststoffen, thyreostatica, schildklierhor- monen), terwijl andere die blokkade verminde- ren (jodiumhoudende producten bij toediening > 24 uur na blootstelling, lithium). En wat bij herhaalde blootstelling en vooral dan bij jon- gere patiënten die een snellere KI-kinetiek ver- tonen dan oudere (9)? De WGO raadt aan om de richtlijnen van 1999 te volgen, maar pleit ook voor vernietiging van mogelijk gecontamineerd |