![]() sinds het begin van de jaren tachtig, heeft daarna de gelegenheid gehad om zich in te wijden in de micro-immunotherapie. Vanwaar die belangstelling voor micro- immunotherapie in het algemeen en HPV in het bijzonder? Barcelona heb ik vaak verdachte baarmoederhalsletsels gezien. Ik wist niet goed wat ik daarmee moest beginnen voor ik 2L®PAPI ontdekte, althans niet met de vele letsels die niet vanzelf genazen. Ik heb snel succes geboekt. In een studie bij 35 patiënten van wie er 4 moesten worden uitgesloten, heb ik een indrukwekkend responspercentage verkregen: 90%. Ter herinnering, in voorkomend geval dient micro-immunotherapie om te verhinderen dat het HPV zich zou vermenigvuldigen en nieuwe cellen zou infecteren, om de respons van de T-cellen te verbeteren via een verhoging van het aantal antigeenpresenterende cellen en om de immunologische functie weer in evenwicht te brengen door controle van de chronische ontsteking (die laatste werkt verkankering in de hand) (1). DNA-virussen (net zoals herpes- en adenovirussen), die geen enveloppe hebben en die huidepitheelweefsels of het slijmvlies van de anogenitale tractus infecteren. De contaminatie gebeurt doorgaans via direct contact, seksuele weg of huidletsels. De laatste vijftien jaar werden meer dan 100 HPV-serotypes geïndentificeerd in huid- en slijmvliesletsels, waarvan er 28 een specifiek genitaal tropisme hebben. Sommige van die virussen houden een laag risico in en hebben een gering oncogeen potentieel. Dat is het geval voor HPV6 en HPV11, die vaak worden teruggevonden in genitale condylomata. Andere HPV zoals HPV16 en HPV18 houden een hoog risico in en spelen een rol bij de pathogenese van baarmoederhalskanker. rust in de celkern. Als de immuniteit verzwakt of bij een chronische ontsteking kunnen ze echter `tot leven komen'. 2L®PAPI brengt de replicatie weer tot niveau 0. Dat kan gemakkelijk worden aangetoond met een PCR. Maar wij hebben vastgesteld dat ook de cytologie normaal wordt, met verdwijnen van de dysplasie na 4-6 maanden. Wij hebben vastgesteld dat het HPV18 sneller en beter reageert dan het HPV16. Dat laatste is verantwoordelijk voor de zeldzame `mislukkingen' doordat het persisteert of doordat HPV35 verschijnt als HPV16 toch verdwijnt. het virus is uitgeroeid. Het zwaarste geval dat ik me herinner, is dat van een patiënte die al twee conisaties had ondergaan en bij wie alleen nog een hysterectomie kon worden uitgevoerd. Dat is toch niet niets bij een jonge vrouw. Ik heb die vrouw dan behandeld met 2L®PAPI en in één jaar tijd is ze geëvolueerd van een CIN3-stadium naar een niet-gespecifieerde dysplasie (ASCUS). Die vrouwen komen overigens niet meer in aanmerking voor vaccinatie en je moet ze dus andere oplossingen aanreiken. is meestal zo bij vrouwen die niet stoppen met roken (roken vermindert de immuunrespons) of die verder de pil innemen. Hormonale anticonceptiva kunnen immers een chronische ontsteking in de hand werken. Het gebeurt ook dat ze een andere, intercurrente infectie vertonen, die je dan moet behandelen. Als je die voorzorgen neemt, genezen de patiënten doorgaans allemaal. behandelt? het virus alleen gevaarlijk is (de infectie is doorgaans asymptomatisch), maar wel de chronische ontsteking. 2L®PAPI heeft als voordeel dat het zowel inwerkt op de ontsteking als op het virus zelf. Het HPV heeft maar 8 genen en maakt gebruik van de inflammatoire omgeving om zich te vermenigvuldigen. Bij een chronische ontsteking treedt meestal immunologische tolerantie op als gevolg van de productie van interleukine-2. Dit heeft als gevolg dat de regulerende T4-lymfocyten, die ervoor moeten zorgen dat de ontsteking niet op hol slaat, niet in gang schieten en dus niet de immuunrespons afremmen zoals ze zouden moeten doen. De formule van 2L®PAPI bevat een zeer hoge dilutie van cytokines of communicatiefactoren om het ontstekingsproces af te remmen. De formule bevat ook specifieke nucleïnezuren (SNA®) die direct inwerken op virale eiwitten die zorgen voor de integratie van het HPV- virus in ons genoom. Daardoor kan het virus zich niet meer vermenigvuldigen of andere cellen besmetten. Die specifieke nucleïnezuursequenties (SNA®) zijn gericht tegen de HPV- serotypes 6, 11, 16, 18, 31, 33. Concomiterend gebruik van een modulerende dilutie van ciclosporine A zal een invloed hebben op het p21-eiwit en vermindert zo de celproliferatie (die laatste neemt sterk toe bij een HPV-infectie), terwijl de remmende dilutie de immunosuppressie tegengaat zodat het HPV minder goed aan het immuunsysteem kan ontsnappen. Volgens mijn resultaten voorkomt de formule 2L®PAPI de inbouw van HPV-virussen in het genoom van cellen die nog niet geïnfecteerd zijn. Uit mijn dagelijkse praktijk blijkt dat 2L®PAPI het eerste geneesmiddel is dat actief is tegen HPV. homeopathische behandeling blijkt nog beter te werken. |