background image
14
I
Medi-Sfeer
432
26 december 2013
P
eripartumcardiomyopathie ­ zeer
frequent in Afrika (0,1 tot 1% van
de bevallingen), zeldzamer bij ons
(1/3.500 tot 1/4.000) ­ is een stoornis met
een onbekende etiologie. Ze manifesteert
zich via symptomen van hartfalen in de
loop van de laatste maand van de zwan-
gerschap en/of de eerste vijf maanden van
het postpartum (1). "Meestal gaat het om
een niet-genetische, niet-familiale vorm
van gedilateerde cardiomyopathie
, legt
Denise Hilfiker-Kleiner (Hannover) uit, die
verschijnt in afwezigheid van een herken-
bare cardiopathie vóór de zwangerschap of
bij het begin ervan.
" Deze cardiopathie is
op echografie geassocieerd met een systo-
lische disfunctie (EF < 45% of SF < 30%)
en een dilatatie van de linkerkamer (ventri-
culaire telediastolische diameter > 2,7cm/
mm² lichaamsoppervlakte) (2).
Er zijn verschillende risicofactoren vast-
gesteld: leeftijd van de moeder > 30 jaar,
multipariteit, zwangerschap met meerlin-
gen, obesitas, arteriële hypertensie, pre-
eclampsie, langdurige tocolyse (3).
Een beter bekende
fysiopathologie en duidelijkere
behandelingsmogelijkheden
Op fysiopathologisch vlak zijn specialisten
het erover eens dat peripartumcardiomyo-
pathie een ziekte is van het endotheel. In
het endotheel kan, secundair aan de toe-
name van de oxidatieve stress, de active-
ring worden vastgesteld van cathepsine
D. Dat protease splitst prolactine in een
eiwit met een laag moleculair gewicht
dat antiangiogene en apoptotische eigen-
schappen heeft: 16KDa-prolactine. Dat
eiwit is bij dieren verantwoordelijk voor
een endotheliale disfunctie met apoptose,
dissociatie van de capillaire structuren, va-
soconstrictie en ontsteking van het endo-
theel met disfunctie van de cardiomyocy-
ten (3). Normaal beschermt de zeer hoge
concentratie oestrogenen in het bloed
tijdens de zwangerschap het hart (door de
STAT3- en de Src-Akt-route) (1). De plotse
daling van de oestrogeenconcentratie na
de bevalling zou aan de basis liggen van
een plotse verstoring van het evenwicht
tussen de oestrogeenafhankelijke be-
schermende factoren en de cardiotoxische
effecten van de cascade oxidatieve stress
- cathepsine D - 16KDa-prolactine (4). Dit
heeft veel verwachtingen gecreëerd op
therapeutisch vlak, omdat je dit prolactine
kunt blokkeren (5).
"Het antwoord op de vraag waarom die
aandoening specifiek is voor de
laatste fase
van de zwangerschap, zit nog in het stadium
van de hypothesen
", constateert Zoltan
Arany (Boston), hoewel men steeds meer
weet over de factoren die de homeostase
van de microcirculatie beïnvloeden.
Op verloskundig vlak is een snelle extrac-
tie van de foetus vaak aangewezen als de
symptomen optreden op het einde van
de zwangerschap. Als de baarmoederhals
verstreken is en de hemodynamische toe-
stand van de moeder het mogelijk maakt,
kan een vaginale bevalling eventueel. In
het andere geval (gesloten baarmoeder-
hals en/of hartfalen NYHA-klasse > I) ver-
dient een keizersnede de voorkeur.
De prognose hangt voornamelijk af van 4
factoren: de ernst van de initiële hemo-
dynamische deficiëntie, de respons op
therapeutische maatregelen, de aan- of
afwezigheid van de klassieke trombo-
embolische complicaties en de recuperatie
van de LVEF.
Hartritmestoornissen
onder controle houden
De hartfrequentie van een zwangere vrouw
stijgt met gemiddeld 25%. Sinustachycar-
dieën komen ook duidelijk vaker voor tij-
dens de zwangerschap. Vrouwen hebben
overigens vaak last van hartkloppingen
tijdens het derde trimester. Dat is te ver-
klaren door een stijging van de catecho-
lamineplasmaconcentratie, de verhoogde
gevoeligheid van de adrenerge receptoren,
de atriale schuifspanning en de toename
van de telediastolische volumes (6).
We weten overigens dat die hartritme-
stoornissen gemakkelijker ontstaan als
een aangeboren hartafwijking in het spel
is [elk met een specifiek risico (6)], vooral
als ze aanleiding geeft tot re-entry, en
als secundaire valvulaire cardiopathieën
[waarvoor het risico minder groot lijkt (6)]
of cardiomyopathieën meespelen (7). Die
laatste manifesteren zich in gedilateerde
vorm vaak via supraventriculaire tachy-
cardieën (8). Wat hypertrofische cardio-
myopathieën betreft, die een lager risico
op hartritmestoornissen inhouden, komt
men vooral voorkamerfibrillatie tegen (9).
Op therapeutisch vlak horen de meeste
antiaritmica volgens de richtlijnen van
de ESC thuis in klasse C, althans tijdens
het eerste trimester (niet gebruiken ten-
zij levensnoodzakelijk). De uitzonderingen
hierop zijn sotalol (klasse B) plus atenolol
en amiodaron (klasse D), die formeel te-
genaangewezen zijn (10). "Cardioversie
is ook een optie,
aldus Frédéric Mouquet
(Rijsel), op voorwaarde dat
de vrouw in linkse decubi-
tus wordt geplaatst om af-
knelling van de bloedvaten
te voorkomen. Een andere
mogelijkheid is een inge-
plante defibrillator.
"
In de praktijk berust de
behandeling bij supra-
ventriculaire tachycardie
door re-entry in de eerste
plaats op vagale manoeu-
vres en vervolgens op de
intraveneuze injectie van
adenosine. Bij recurrentie
zijn digoxine en een bè-
tablokker (metoprolol, so-
talol) een optie.
Bij fibrillatie en atriale flut-
ter controleert men het
hartritme met digoxine of
een bètablokker. Bij arit-
mie gaat het om sotalol,
flecaïnide of procaïnamide,
of om cardioversie. Zonder
de antistollingsbehandeling met warfarine
te vergeten in het tweede trimester of een
LMWH in het eerste trimester en tijdens de
laatste maand van de zwangerschap.
Rechterventriculaire idiopathische tachy-
cardieën worden behandeld met verapa-
mil of een bètablokker, ventriculaire ta-
chycardieën met hemodynamische insta-
biliteit met cardioversie en profylaxis met
metoprolol, propranolol of verapamil. Bij
instabiliteit hebben amiodaron (met het
risico op schildklierafwijkingen, ontwik-
kelingsachterstand bij de foetus of vroeg-
geboorte) of radiofrequente ablatie nut,
net als een ingeplante defibrillator.
"Welke behandeling ook wordt voorge-
schreven, ze mag alleen in een centrum
met voldoende ervaring worden uitge-
voerd
", concludeert Frédéric Mouquet.
Dr. Dominique-Jean Bouilliez
Referenties op aanvraag
V1966N
De zwangerschap:
een miskende vaataandoening?
Vooraf bestaande cardiovasculaire aandoeningen bij zwangere
vrouwen zijn in Europa de belangrijkste oorzaak van overlijden
geworden tijdens de zwangerschap. Dat is in het bijzonder te
wijten aan het feit dat de leeftijd waarop een vrouw haar eerste
zwangerschap heeft, voortdurend stijgt. Andere aandoeningen
houden dan weer rechtstreeks verband met de zwangerschap.
Voorbeelden daarvan zijn peripartumcardiomyopathie en be-
paalde hartritmestoornissen. Een artikel naar aanleiding van
een sessie over de verbanden tussen het hart en de zwanger-
schap op het jaarlijkse congres van de Europese Vereniging voor
Cardiologie (ESC).
MEDISCH & WETENSCHAPPELIJK NIEUWS