42
Farma-Sfeer 167
Oktober 2011
speelt het ras geen enkele rol: er bestaan pitbulls die zo zacht als
een lammetje zijn, maar ook asociale en vernielzuchtige poedels.
Alles hangt af van de opvoeding van de hond, of het gebrek daar-
aan. Het is belangrijk om gediplomeerde `hondentherapeuten' aan
te raden. De meeste `behandelende' dierenartsen zijn in staat om
gedragsproblemen bij huisdieren op te lossen. Ze beschikken over
voldoende ervaring met dieren, kunnen geneesmiddelen voorschrij-
ven of de hond en zijn baasje doorverwijzen naar een specialist.
Let op met personen die geen dierenarts zijn en zich uitgeven voor
gedragstherapeut. Ze kunnen helpen bij de opvoeding van de hond
maar zijn niet allemaal in staat om psychologisch zieke dieren te
behandelen op basis van een soms niet-erkende opleiding.
Effect van de verstedelijking op
de geestelijke gezondheid van dieren
Huisdieren in de stad zijn meer gemedicaliseerd dan die op het
platteland. De verstedelijking heeft een effect op de gezondheid
van onze honden en katten. De pathologieën zijn afhankelijk van
de dierenconcentratie en van de levensruimte die ze toebedeeld
krijgen: in krappe ruimtes komen meer besmettelijke ziekten voor.
Ook gedrags problemen komen vaker voor bij dieren die dicht op
elkaar leven met mensen. Met andere woorden, honden en katten
in steden (die op een appartement wonen en te weinig beweging
en/of territoriale ruimte hebben) worden gemakkelijker depressief
dan dieren op het platteland en hebben de neiging om verschillende
stoornissen te ontwikkelen. In de stad beginnen meer honden die
alleen blijven voortdurend te blaffen, ze vernielen meubels of wor-
den agressief. Katten gaan hun territorium afbakenen, ze zetten
overal hun klauwen in of doen aan automutilatie. Er ontstaan aller-
hande afwijkingen van het natuurlijke gedrag omdat de leefom-
geving te krap is en verveling de kop opsteekt. De meeste honden
krijgen niet voldoende beweging en ook dat kan heel wat gedrags-
problemen uitlokken.
Joël Dehasse verwerkte de locomotorische (lA), vocale (vA), mas-
ticatoire (mA), intellectuele (iA) en seksuele activiteiten (sA) in een
vergelijking. Volgens zijn formule (Algemene activiteit = lA + vA +
mA + iA + sA) moet, als één van de activiteiten afneemt, een andere
toenemen ter compensatie, omdat de hond behoefte heeft aan zijn
dagelijkse dosis activiteit. Deze formule dient volgens hem enkel
om mensen te helpen begrijpen dat een hond nood heeft aan ge-
structureerde activiteit, een taak, werk. Iets nuttigs te doen heb-
ben, en vooral iets nuttigs samen met zijn baasje, draagt bij tot zijn
evenwicht. Een hond is een groepsdier, hij doet graag dingen in het
gezelschap van andere honden of mensen.
Merk ook op dat niet alle honden die te weinig beweging krijgen ook
depressief worden. Er bestaan rassen die weinig beweging nodig
hebben en geen zware depressie krijgen als de vereiste `activiteits-
graad' niet wordt gehaald.
Een hond kan zich ook aanpassen aan de situatie waarin hij terecht-
komt. Daarom is hij ondanks alles de beste vriend van de mens.
De meest beschreven vormen van angst
·
Angst en fobie voor lawaai (onweer, vuurwerk, schoten...):
de aanbevolen therapeutische techniek (zeer moeilijk en
langdurig) is desensibilisering:
1. De hond wordt gewoon gemaakt aan steeds sterkere
geluiden (bijvoorbeeld met een bandopnemer) en dit
terwijl zijn aandacht uitgaat naar iets anders (maaltijd,
spel, enz.). Zodra de hond reageert met angst, wordt het
geluid stiller gezet en geleidelijk weer verhoogd totdat
de klank even sterk is als de stimulus.
2. De geluidsgevoeligheid van de hond wordt verminderd
met speciale geneesmiddelen. De doses worden
verlaagd totdat de hond geen angst meer vertoont bij
het lawaai.
·
Scheidingsangst: de hond doet zijn behoefte of vernielt
dingen als zijn baasje vertrekt of terugkeert, als hij alleen
gelaten wordt en daar niet in werd getraind toen hij nog een
pup was.
·
Geestelijke of psychogene anorexie: vaak het gevolg van het
einde van de vakantie en het verlies van een fijne sfeer, of
van veranderingen in het gezin (overlijden, geboorte). Deze
vorm is verwant aan een reactieve depressie. Symptomen
zijn weinig bewegen en niet eten (anorexie). Andere
mogelijke reacties zijn voortdurend likken aan de poten of
knabbelen op de klauwen.
·
Deritualisatieangst: plaatsing bij de dierenbescherming
of verandering van baasje. Er kan (in 2/3 van de gevallen,
wat vrij veel is) intermitterende angst ontstaan, meestal
met agressiviteit als gevolg. De angst gaat gepaard met
remming.