30
Farma-Sfeer 167
Oktober 2011
Probiotica zijn levende micro-organismen die, als je er
voldoende van inneemt, een gunstig effect hebben op
de gezondheid. Dit effect gaat verder dan de traditionele
nutritionele effecten, aldus de WGO...
Is dit niet een beetje een beperkende definitie?
Prof. Bruno Pot: De darmen vormen een complex en dynamisch eco-
systeem waarin er bijna duizend bacteriesoorten leven: potentieel
pathogene bacteriën, commensale bacteriën en micro-organismen
die heilzaam zijn voor de gezondheid van de gastheer. De opkomst
van heel wat pathologieën die verband houden met immunologische
stoornissen of ze nu geassocieerd zijn met allergische immuun-
reacties van type Th2 of door effectorcellen die een inflammatoire
respons uitlokken van type Th1 of Th1/Th17, zoals chronische inflam-
matoire darmziekten (IBD Inflammatory Bowel Disease) of diabetes
type 1 werd toegeschreven aan onze moderne levensstijl, bepaal-
de voedingsgewoonten, gewoonten op het vlak van levenshygiëne
en medische praktijken. IBD's in het bijzonder worden in verband
gebracht met ongecontroleerde immuunreacties en een plotse wij-
ziging van de tolerantie ten opzichte van de endogene flora. Onlangs
werd aangetoond dat de herkenning van een commensale bacterie
aan het celoppervlak door een `Toll-like receptor' (TLR) een cruciale
rol zou spelen in het behoud van de intestinale homeostase. Van
sommige melkzuurbacteriën (maar ook van andere prokaryote micro-
organismen of gisten die op grote schaal worden gebruikt in heel
wat fermentatietechnieken) is bekend dat ze gunstige effecten heb-
ben op de gezondheid van mensen en dieren. De optie om probiotica
in een medische context te gebruiken, wordt tegenwoordig vrijwel
algemeen erkend op basis van de profylactische en therapeutische
eigenschappen ervan, en die zijn aangetoond zowel in diermodellen
als in klinische studies. Hoewel een aantal studies hiervoor al enig
bewijsmateriaal verzamelde, zijn niet alle resultaten overtuigend.
Wat is volgens u de oorzaak van dit relatieve gebrek
aan succes?
De belangrijkste oorzaak is het tekort aan aandacht voor de selectie
van de gebruikte stam(men) en voor de relevantie van de geëvalueerde
parameters. Gelukkig evolueren de zaken. De laatste tien jaar neemt
het aantal publicaties over de microbiota enorm toe. Dat de micro-
biota een enorm potentieel bezitten, wordt steeds duidelijker dankzij
de metagenomica, die zich bezighoudt met het collectief bestuderen
van genen zonder ze individu per individu gedetailleerd te onder-
zoeken.
Eerste vaststelling. Er bestaan ten minste 100 keer meer genen in de
microbiota dan in ons menselijk lichaam.
Tweede vaststelling. Het metabole potentieel van deze diversiteit is
gigantisch.
Derde vaststelling. We weten nog lang niet wat er precies gebeurt
of wat de oorzaak-gevolgverbanden zijn tussen de microbiota en hun
gastheer. We weten wel dat de microbiota van gezonde mensen,
patiënten met inflammatoire darmziekte en zwaarlijvige patiënten
sterk verschillen.
Vierde vaststelling. Zodra het immuunsysteem van de darmen een
pathogene stof detecteert, brengt het een inflammatoire reactie op
gang om de pathogene stof te elimineren. Probiotica kunnen helpen
bij het herstel van een gezonde flora. Om dit te verklaren, vergelijk ik
probiotica vaak met VN-blauwhelmen. Blauwhelmen hebben enkel
een ondersteunende functie: ze helpen troepen om zich te reorgani-
seren en regeringen om het bewind weer in handen te nemen.
Daarna verdwijnen ze. Probiotica zijn dus een tijdelijke reorganisatie-
kracht die het lichaam in staat stelt om zich te herstellen tot zijn
oorspronkelijke toestand.
Vijfde vaststelling. In principe met wat we nu weten moet de
flora, die meestal kort na de geboorte wordt gevormd, niet worden
gewijzigd.
Toch is het een domein dat doet dromen...
Dat klopt. Momenteel lopen er dan ook verschillende studies, voor-
namelijk aan de UCL, naar de wijziging van de flora bij obese muizen.
Maar de echte vraag is: hoe wordt de flora verworven? Tijdens de
zwangerschap kopieert de baby het immuunsysteem van zijn moe-
der. Tijdens de bevalling wordt de baby via direct contact `besmet'
door de flora van de moeder. De flora van de baby wordt dus gekolo-
niseerd door de flora van de moeder, die door het organisme van de
baby wordt herkend. Alles wat vreemd is, wordt dan geëlimineerd
door het immuunsysteem van de baby. Maar dit immuunsysteem is
van het Th2-type omdat het de weerspiegeling is van het feit dat de
moeder drager was van een vreemde `indringer' en haar immuun-
systeem wijzigde om dit te tolereren. Na de geboorte evolueert het
immuunsysteem van de baby naar type Th1, in het bijzonder dankzij
de microbiota. De microbiota, die heel kort na de geboorte ontstaan,
zijn dus essentieel in de vorming van het immuunsysteem. De micro-
biota dragen bij tot de intestinale homeostase en de functionaliteit
van het spijsverteringskanaal.
Vanuit deze vaststelling groeide de
interesse voor een zo snel mogelijke educatie van het immuunsys-
teem. In dit herstelproces kon worden aangetoond dat borstvoeding
uiterst belangrijk is, aangezien het tal van bifidogene factoren aan-
brengt die als doel hebben de kwaliteit van de flora te verbeteren:
lactoferrines, fosfaten, ideale pH om pathogenen te elimineren...
Waarom zijn bifidobacteriën zo belangrijk in de logica van het
immuunsysteem?
Op die vraag is er nog geen enkel formeel antwoord gevonden. Wel
bleken verschillende pistes tot op zekere hoogte een verklaring op te
leveren. Zo hebben we kunnen aantonen dat een deel van de wand
van L. salivarius verantwoordelijk is voor een anti-inflammatoir effect
van het regulerende type. We kunnen dus stellen dat hoe vroeger we
van dit effect kunnen genieten, hoe beter de flora zal zijn.
Prof. Bruno Pot