zelfs door kwetsbare patiënten De studie die we hier bespreken met dr. Aad Bosmans, toont aan dat varenicline (Champix ook gevoeliger kunnen zijn voor eventuele negatieve effecten van varenicline. onderzoeken nicotinereceptoragonist die geïndiceerd is bij rookstop. Varenicline werd eerst onderzocht in de algemene populatie. Omdat de werkzaamheid en de veilig- heid echter ook moesten worden onder- zocht in specifieke populaties, heeft Pfi- zer studies uitgevoerd bij kwetsbaardere patiënten zoals patiënten met stabiele cardiovasculaire aandoeningen, COPD- patiënten en patiënten met schizofrenie of schizoaffectieve stoornissen (2-4). De voorliggende studie werd uitgevoerd bij patiënten met een majeure depressie of recente antecedenten van een majeure depressie. Het studieprotocol werd op- gesteld in samenwerking met het EMA om er zeker van te zijn dat alle vragen betreffende die specifieke populatie zou- den worden beantwoord. bij rokers met (een voorgeschiedenis van) majeure depressie (5) nen en vrouwen van 18-75 jaar die ge- motiveerd waren om te stoppen met roken. De patiënten kregen varenicline gedurende 12 weken en werden dan gedurende 40 weken gevolgd. De pa- tiënten vertoonden een depressieve stoornis - zonder psychotische symp- tomen - en waren stabiel onder behan- deling met antidepressiva of waren de afgelopen 2 jaar met succes behan- deld. rookstop na 12 weken behandeling (pri- mair eindpunt) en het percentage rook- stop na 52 weken (secundair eindpunt) hoger waren bij de patiënten die gedu- rende 12 weken met varenicline waren behandeld dan in de placebogroep. Het percentage continue onthouding tijdens week 9 tot 12 bedroeg 35,9% met Het percentage continue onthouding tij- dens week 9-52 bedroeg respectievelijk 20,3% en 10,4%. cline waren nausea (27,0% vs. 10,4%), dromen (11,3% vs. 8,2%), prikkelbaar- heid (10,9% vs. 8,2%) en insomnia (10,9% vs. 4,8%). schalen gebruikt om de impact op de depressie, de angst en zelfmoordge- dachten in detail te evalueren. Zelfs bij de patiënten van die populatie, die toch als kwetsbaar worden beschouwd, werd geen verschil in depressie of zelf- moordgedrag waargenomen tussen de twee behandelingsgroepen. We vermel- den daarbij dat er nooit een oorzakelijk verband kon worden aangetoond tus- sen varenicline en zelfmoord. kwetsbaarheden van psychiatrische populaties algemene populatie bleek de veiligheid van varenicline geruststellend (6). Het logische vervolg was dan ook vareni cline te testen bij verschillende psychia trische populaties, die op meerdere punten verschillen van de algemene po pulatie. Psychiatrische aandoeningen gaan immers gepaard met een hoog risico op nicotineverslaving (52%, dus tweemaal zo hoog als in de algemene bevolking; ongeveer 90% van de pa tiënten met schizofrenie rookt) (7) en op zelfmoord. Daarnaast verhoogt intens roken het risico op zelfmoord (de sero toninerge functie vermindert dan, wat de agressiviteit en het dodelijke karakter van zelfmoordpogingen verhoogt) (8). En bovendien werd er een verband be schreven tussen het aantal pogingen tot rookstop en depressie (dat zou te wijten zijn aan het daaruit voortvloeien de gevoel van mislukking) (9)." blinde, placebogecontroleerde studie werd een groot aantal patiënten gere kruteerd, een homogene, coherente groep patiënten die een majeure de pressie hadden of vertoond hadden. Theoretisch was het niet uitgesloten dat de rookstop in die groep het risico op depressie zou kunnen verhogen. Met psychiatrische schalen werden rele vante psychiatrische aandoeningen op gespoord. Voor zover mij bekend, werd volksgezondheid aangezien roken hoge humane en financiële kosten met zich meebrengt. Tegen die achtergrond is een hulpmiddel bij rookstop dan ook cruciaal. Meerdere studies hebben aan getoond dat het percentage rookstop hoger is met varenicline dan met alter natieve middelen (10). Daarom moesten we nog gerustgesteld worden over de veiligheid van varenicline. zelden de raad om te stoppen met ro ken. Daarvoor bestaan meerdere ver klaringen: vrees voor verergering van de psychiatrische aandoening, de veron derstelling dat de patiënten er toch niet in zullen slagen, of omdat andere proble men prioritair worden geacht. Psychia trische patiënten vertonen nochtans een heel hoog cardiovasculair risico (obesi tas, metaboolsyndroom, diabetes,...) (11). Rookstop is de efficiëntste preven tieve maatregel, meer dan bijvoorbeeld een controle van de serumlipiden of de bloeddruk (12)." len toonden geen verschil tussen va renicline en de placebo. Er blijken dus geen objectieve redenen te zijn om va renicline te wantrouwen. We mogen de patiënten en onze collega's dus gerust stellen in die zin. Zelf heb ik nooit een geval van zelfmoord gekend onder va ling veiligheidshalve stopgezet wegens een verergering van de depressie, om dat ik niet wist of de verergering toe te schrijven was aan de rookstop dan wel aan varenicline. hoofdpijn en slaapstoornissen (abnor male dromen, inslaapstoornissen,...). Die eerste twee kunnen gemakkelijk worden behandeld. De slaapproblemen vergen meer aan dacht. Ze kunnen getuigen van een verergering van de depressie of kunnen te wijten zijn aan de rookstop of vareni cline. De therapietrouw van de patiënten blijkt in elk geval goed te zijn." tage rookstop 20,3% met varenicline en 10,4% met de placebo. Deze cijfers zijn vergelijkbaar met wat doorgaans in de algemene populatie wordt waarge nomen, hoewel het toch ging om een `moeilijke' populatie, waarin het slaag percentage lager is. Depressieve pa tiënten vertonen immers meer ontwen ningssymptomen, wat een negatieve invloed heeft op het slaagpercentage (13)." gebruiken? symptomen en de echter maar zin als de patiënt gemotiveerd is. Motivatie is een bij rokers met (een voorgeschiedenis van) een majeure depressie: significant verhoogt in vergelijking met de placebo; verhoogt; psychiatrische aandoening van de patiënt. |