background image
Kleine projecten (subsidie maximaal 24.999,-)
Het gaat om een beperkt aantal deelnemers en een beperkt subsidiebedrag. De aanvraag
komt (nog) niet voort uit het internationaliseringsbeleid van de school, maar is (nog) een
project van één of meerdere personen of een afdeling. In dat geval ligt het accent vooral
op de stage in de praktijk, omdat dit de onderbouwing geeft voor het goed uitvoeren van
de stages. Het belangrijkste doel is het realiseren van internationale stages. Het project
moet dan voldoen aan een aantal basiskwaliteitseisen.
Grote projecten (vanaf 25.000,-)
Dit beleid is de afgelopen jaren succesvol gebleken. Op dit moment is een groot aantal
opleidingsorganisaties verantwoordelijk voor of betrokken bij de uitvoering van één
of meerdere projecten. Dit gebeurt ofwel in een samenwerkingsverband met andere
opleidingsorganisaties, ofwel in samenwerking met alle opleidingssectoren binnen hun
organisatie, waarbij ontwikkeling van internationaal (mobiliteits)beleid een belangrijke rol
speelt. De geselecteerde projecten (begunstigden en hun partners) blijken voor het
merendeel heel goed in staat om dergelijke grote projecten op een goede wijze vorm te geven.
Het nationale beleid sluit aan bij het Europese programma Een Leven Lang Leren.
Bij de selectie zijn vooral de volgende punten belangrijk:
ˇ
continuďteit over aanvraagrondes heen;
ˇ
disseminatie en exploitatie (valorisatie);
ˇ
impact van het programma;
ˇ
verankering van internationalisering in het beleid.
Bij grote aanvragen gelden in elk geval de basiskwaliteitseisen voor kleine projecten, zie
hierboven. Daarnaast zal een aantal andere topics onderdeel uitmaken van het project.
We spreken van een ideaal projectprofiel, wanneer alle topics aan bod komen.
Zie ook het handboek Mobiliteit dat u op de
terugvindt in de rechterkantlijn.
Kwaliteit en Impactscan 2.0
Het NA LLP Leonardo da Vinci is in 2011 begonnen aan de
doorontwikkeling van de Kwaliteit- en Impactscan (KIS). Met
coördinatoren internationalisering en beleidsmedewerkers van
mbo-instellingen is het afgelopen jaar hieraan intensief gewerkt.
Deze online tool is toegankelijk via
De arbeidsmarkt - waarop studenten in het beroepsonderwijs worden voorbereid - globa-
liseert in een rap tempo. Studenten groeien op met internet en komen via sociale media
in contact met leeftijdsgenoten van over de hele wereld. Daarnaast nodigen de grote
uitdagingen van deze tijd, zoals de vraagstukken rondom klimaat en duurzaamheid, ons
uit tot grensoverschrijdende samenwerking; dit vraagt om bepaalde competenties.
Het netwerk Duurzaam MBO bijvoorbeeld, speelt hier proactief op in.
Internationalisering is een prikkel die dus op vele manieren doordringt in het onderwijs-
proces, zowel op collectief als individueel niveau. Vraag is alleen hoe de prikkel doorwerkt
en wat het effect ervan is en mag zijn. Deze vraag kan een coördinator internationalisering
niet alleen beantwoorden. Hij/zij zal op de eerste plaats moeten uitvinden wie zich be-
rokken voelen (en er op de een of andere wijze mee aan de slag is) en waarom. Met behulp
van de KIS kan invulling gegeven worden aan een visie, afgestemd met het management
en bijvoorkeur ook met partners van buiten de instelling; bijvoorbeeld in de regio en in
het buitenland.
Met de KIS 2.0 wordt beoogd de coördinator internationalisering hierbij een handje te
helpen. De essentie van werken 2.0 zit niet in techniek, maar in verbinding. Werken 2.0
stimuleert effectieve samenwerking, delen, meemaken en voortdurend leren van elkaar,
om zo te kunnen anticiperen op een (vrijwel altijd) dynamische context.
32