Het gaat om een beperkt aantal deelnemers en een beperkt subsidiebedrag. De aanvraag komt (nog) niet voort uit het internationaliseringsbeleid van de school, maar is (nog) een project van één of meerdere personen of een afdeling. In dat geval ligt het accent vooral op de stage in de praktijk, omdat dit de onderbouwing geeft voor het goed uitvoeren van de stages. Het belangrijkste doel is het realiseren van internationale stages. Het project moet dan voldoen aan een aantal basiskwaliteitseisen. Dit beleid is de afgelopen jaren succesvol gebleken. Op dit moment is een groot aantal opleidingsorganisaties verantwoordelijk voor of betrokken bij de uitvoering van één of meerdere projecten. Dit gebeurt ofwel in een samenwerkingsverband met andere opleidingsorganisaties, ofwel in samenwerking met alle opleidingssectoren binnen hun organisatie, waarbij ontwikkeling van internationaal (mobiliteits)beleid een belangrijke rol speelt. De geselecteerde projecten (begunstigden en hun partners) blijken voor het merendeel heel goed in staat om dergelijke grote projecten op een goede wijze vorm te geven. Het nationale beleid sluit aan bij het Europese programma Een Leven Lang Leren. hierboven. Daarnaast zal een aantal andere topics onderdeel uitmaken van het project. We spreken van een ideaal projectprofiel, wanneer alle topics aan bod komen. Zie ook het handboek Mobiliteit dat u op de doorontwikkeling van de Kwaliteit- en Impactscan (KIS). Met coördinatoren internationalisering en beleidsmedewerkers van mbo-instellingen is het afgelopen jaar hieraan intensief gewerkt. Deze online tool is toegankelijk via liseert in een rap tempo. Studenten groeien op met internet en komen via sociale media in contact met leeftijdsgenoten van over de hele wereld. Daarnaast nodigen de grote uitdagingen van deze tijd, zoals de vraagstukken rondom klimaat en duurzaamheid, ons uit tot grensoverschrijdende samenwerking; dit vraagt om bepaalde competenties. Het netwerk Duurzaam MBO bijvoorbeeld, speelt hier proactief op in. proces, zowel op collectief als individueel niveau. Vraag is alleen hoe de prikkel doorwerkt en wat het effect ervan is en mag zijn. Deze vraag kan een coördinator internationalisering niet alleen beantwoorden. Hij/zij zal op de eerste plaats moeten uitvinden wie zich be- rokken voelen (en er op de een of andere wijze mee aan de slag is) en waarom. Met behulp van de KIS kan invulling gegeven worden aan een visie, afgestemd met het management en bijvoorkeur ook met partners van buiten de instelling; bijvoorbeeld in de regio en in het buitenland. helpen. De essentie van werken 2.0 zit niet in techniek, maar in verbinding. Werken 2.0 stimuleert effectieve samenwerking, delen, meemaken en voortdurend leren van elkaar, om zo te kunnen anticiperen op een (vrijwel altijd) dynamische context. |