background image
Subsidieverdeling
per provincie
10
Je staat als expert te kijken van de hoeveelheid werk
die vooraf gaat aan het tot stand komen van een samen-
werkingsproject. Het is duidelijk te merken dat som
-
migen werken vanuit hun gedrevenheid en dat anderen
min of meer laten blijken dat het een deel van hun
dagelijkse werkzaamheden is. Sommigen draaien op
routine en anderen bewegen hemel en aarde om ge
-
schikte partners te vinden. Wat mij zeer geboeid heeft
is de uitwerking van Europese kwalificaties waardoor
deelnemers een deel van hun opleiding en stage (BPV) in
het partnerland kunnen volbrengen. De manier waarop
moderne communicatiekanalen gebruikt worden en het
product internationaal wordt gepromoot, getuigt van
goede opleidingen met topdocenten die werk maken
van hun vakgebied. Het mooiste project is die van de
betrokken docent en deelnemers die meer willen dan
het behalen van het bewuste papiertje. Er zit veel ver
-
borgen en veelbelovend talent achter die dikke stapels
aanvragen. Het toegankelijk en uitwisselbaar maken van
het Europese beroepsonderwijs vind ik een prachtige
doelstelling!"
Expert (projectbeoor
delaar)
aantal projecten
845
subsidiebedrag
51.792.394
Inmiddels spreken we niet meer van
internationalisering, maar van globa
-
lisering. In Nederland leven we met
zo'n zestien miljoen mensen. Als je
dat afzet tegen de circa zeven miljard
wereldbewoners, ontkom je er niet aan
om verder dan Nederland en ook buiten Europa te kijken.
Tachtig procent van ons bedrijfsleven heeft een
exportcomponent; export is een belangrijke factor
in de Nederlandse economie. Globalisering is echter
niet alleen op economisch gebied belangrijk, maar ook
voor de
ontwik
keling v
an het individu. Vijftien jaar ge
-
leden was het interessant om internationale contacten
op te doen; ik durf te zeggen dat het nu een must is.
Herman v
an Holt, oud-dir
ecteur CINOP
Van begin af aan is er een roep om vereenvoudiging van de
procedures geweest. Door de online formulieren is een
en ander vereenvoudigd. Het blijft toch steeds een
enorme bureaucratische kluif om de eindverantwoording
op te stellen. Wat kwaliteitseisen betreft is er wel
veel veranderd tussen de pilots uit de eerste periode en
de pilots of ToI-projecten uit de tweede en derde periode. Overigens
een goede zaak, want in de eerste periode zaten naar mijn mening, echt
projecten die wellicht goed waren voor de internationale samenwerking en
oriëntatie, maar waar het product uiteindelijk een relatief ger
inge meer-
waarde had. De waarde van mobiliteitsprojecten is het beste meetbaar.
De opzet van Leonardo partnerschappen vind ik erg goed. Simpel, genoeg
geld om het reizen mogelijk te maken en verder niet te ambitieus.
Leonardo da Vinci heeft wel een sterke impuls aan internationalisering
gegeven, maar het moet simpeler en toegankelijker worden. Te veel
veranderingen in voorwaarden en van boven opgelegde prioriteiten, die niet
altijd stroken met de realiteit in een onderwijsinstelling rijden ook de
duurzaamheid van een internationaliseringsbeleid in de wielen.
Manfred Polzin, MBO Raad