![]() de cervicothoracale doorgang, daling van de dichtheid van beneden naar boven, matige dichtheid zodat de bloedvaten van de longen te zien zijn door de verdichting, historische tekenen van het golfje (in- druk op de ribben) of van een driehoekig zeil. moeilijk is aan te tonen dat de verdichting toe te schrijven is aan de thymus. Met een echografie weet je dat in enkele seconden. Door zijn anatomische ligging is de thymus altijd vlot toegankelijk. De thymus ligt altijd tegen de wand en er zit geen lucht tussen. air echogeen (duidelijk minder echogeen dan de schildklier) en bevat uiteraard geen luchtbronchogram (Figuur 6). pneumomediastinum uitstorting zal er op een foto afgenomen in rugligging geen direct teken van loslating van de pleura te zien zijn in geval van een pneumothorax. Er zal wel een verschil in transparantie tussen de twee longvelden te zien zijn, waarbij de lucht zich zal ophopen voor de aangetaste long. De diagnose is niet altijd gemakkelijk, onder andere bij pasge- borenen en zuigelingen. Als pasgeborenen of zuigelingen ook maar een beetje schuin liggen bij het nemen van de foto's, zal er doorgaans een asymmetrie van de transpa- rantie zijn. Een te scherpe aflijning van een hartboord kan een argument vormen voor een pneumothorax of een pneumomedias- tinum, maar dat is soms subtiel en moeilijk te onderscheiden van een boordeffect, een gebruikelijk artefact van de fosforplaten stralingsdosis worden gesteld met een echografie. maak je het onderscheid bij een echografie? Op microscopisch vlak is er een funda- menteel verschil tussen de luchtlimieten die de longen vormen voor de ultratonen- bundel en de vrije lucht in de pleura. Het luchtfront bij een pneumothorax ziet eruit als een continue, perfect gladde stoplijn. Longen met lucht daarentegen vertonen een licht onregelmatige, hobbelige stop- lijn, de alveoli. Op micrometrisch niveau valt de ultratonenbundel in op de dunne |