|
|
Bloedvaten, Hart, Longen
n
Vol 18
n
Nr 7
n
2013
48
Fenotype
Paucigranulocytair
Fenotype
Eosinofiel
Fenotype
Neutrofiel
Gemengde
granulocytaire
fenotype
Aantal
203 (40%)
211 (41,5%)
80 (15,7%)
14 (2,8%)
Geslacht (M/V)
72/131
101/110
21/59
7/7
Leeftijd (in jaar)
51 (21-86)
51 (19-87)
57 (21-84)
68 (31-88)
Atopie (J/N)
100/103 (49%)
140/71 (66%)*
48/32 (60%)
8/6 (57%)
Roken (J/N)
48/155
38/173
12/68
3/11
Behandeling
Zonder ICS
Lage dosis ICS
Gemiddelde dosis ICS
Hoge dosis ICS
66 (32,5%)
31 (15,3%)
58 (28,6%)
48 (23,6%)
59 (28%)
37 (17,5%)
54 (25,6%)
61 (28,9%)
25 (31,3%)
4 (5%)*
23 (28,7%)
28 (35%)
3 (21,4%)
1 (7,2%)
3 (21,4%)
7 (50%)
* p < 0,05, ** p < 0,001, *** p < 0,0001.
Paucigranulocytair astma wordt gebruikt als comparator.
ICS: inhalatiecorticosteroïden.
Lage dosis: 500µg/dag equivalent van beclomethason.
Gemiddelde dosis: 500-1.000µg/dag beclomethason.
Hoge dosis: > 1.000µg/dag beclomethason.
Tabel 1: Demografische kenmerken van de verschillende inflammatoire fenotypes.
Fenotype
Pauci-granulocytair
Fenotype
Eosinofiel
Fenotype
Neutrofiel
PGemengde
granulocytaire
fenotype
IgE, kU/l
84 (1-7.338)
211 (3-17.183)***
107 (2-7.338)
346 (1-2.063)
Eosinofielen in het bloed, /mm³
160 (0-1.220)
360 (0-3.220)***
170 (20-1.020)
420 (190-3.040)***
Eosinofielen in het bloed, %
2 (0-13)
4,5 (0-26)***
1,9 (0,2-15)
5 (1,3-30)***
Neutrofielen in het bloed, /mm³
4030 (76-11.080)
4.220 (1.820-15.410)
5000 (2.070-10.440)
4245 (3.520-6.170)
Neutrofielen in het bloed, %
59 (27-82)
55 (32-91)*
62 (42-80)
59 (43-68)
FEV1, % voorspelde waarde
90 ± 17
80 ± 20***
79 ± 20***
72 ± 14***
FEV1/FVC, %
77 ± 9
71 ± 10***
72 ± 11***
69 ± 9***
TPC, % voorspelde waarde
99 ± 16
102 ± 18
102 ± 18
101 ± 14
FRC, % voorspelde waarde
103 ± 27
104 ± 19
119 ± 32
111 ± 22
DLCO/AV, % voorspelde waarde
90 ± 19
92 ± 21
91 ± 19
100 ± 10
PC20, mg/ml
4,42 (0,13-16)
2,02 (0,025-16)**
3,22 (0,05-16)
1,08 (0,53-2,2)**
Omkeerbaarheid, %
8 ± 9
15 ± 17**
8 ± 10
12 ± 10
Eosinofielen van de
expectoratie, %
0,4 (0-2,9)
18 (3-94)
0,2 (0-2,8)
4,3 (3-8)
Neutrofielen van de
expectoratie, %
41 (0-76)
33 (0-76)
87 (77-100)
82 (76-92)
Fibrinogeen, g/l
3,1 (2-6,3)
3,1 (2-7,2)
3,3 (1,9-10)
4,1 (2,7-6,3)*
CRP, mg/l
1,6 (0,2-14)
1,8 (0,2-14)
2,3 (0,2-10)
1,9 (1,1-6)
FENO, ppb
16 (1-128)
53 (2-247)***
22 (0-192)
41 (12-161)*
ACQ
1,82 ± 1,15
2,16 ± 1,36*
2,09 ± 1,88
2,09 ± 1,16
Globale AQLQ-score
4,6 ± 1,3
4,58 ± 1,34
4,76 ± 1,46
4,45 ± 1,74
* p < 0,05, ** p < 0,001, *** p < 0,0001
Paucigranulocytair astma wordt gebruikt als comparator.
Tabel 2: Functionele en inflammatoire kenmerken volgens het inflammatoire type.
P N E U M O L O G I E
|