background image
Bloedvaten, Hart, Longen
n
Vol 18
n
Nr 7
n
2013
34
len, zoals een angiogeneseremmend effect,
geen pijn, geen anesthesie en een minder
invasieve procedure. De klinische gegevens
betreffende stereotactische radiotherapie
zijn evenwel afkomstig van niet-gerando-
miseerde fase I/II-studies. Het is bovendien
moeilijk om deze studies onderling te verge-
lijken door de verschillen in selectiecriteria
en fractionering.
Oligometastasen van de longen
Bij oligometastasen van de longen bedraagt
het percentage controle na 1 jaar 70-100%
(5). De tweejaarsoverleving bedraagt 84%
(6) en 39% (7). Die spreiding is waarschijn-
lijk toe te schrijven aan verschillen in het
profiel van de onderzochte patiënten. De
mediane overleving schommelt tussen 11,3
maanden (8) et 42,8 maanden. Die resulta-
ten werden behaald bij zeer geselecteerde
patiënten, die merendeels één enkele long-
nodulus hadden (9). Het percentage graad
3-toxiciteit is lager dan 3-4%.
Oligometastasen in de lever
Tien tot twintig percent van de patiënten
met oligometastasen in de lever komt in
aanmerking voor een chirurgische resectie.
Bij geselecteerde patiënten met een beperkt
aantal metastasen die niet kunnen worden
geopereerd, kunnen verschillende andere
ablatieve technieken worden toegepast,
zoals radiofrequentieablatie, transarteriële
chemo-embolisatie en percutane injectie
van ethanol. De lever is erg gevoelig voor
röntgenstralen en daarom is stereotactische
radiotherapie van het lichaam met kleine
fracties geïndiceerd. Dat resulteert in een
bevredigende controle van de tumor (57-
100%) zonder belangrijke toxiciteit (5). De
follow-up in die studies is echter nog beperkt.
Oligometastasen in de wervels
De resultaten van stereotactische radiothe-
rapie bij oligometastasen van de wervels
variëren naargelang meerdere parameters.
Chao et al. hebben aangetoond dat de tijd
die verloopt sinds het stellen van de diagno-
se van de primaire tumor en de Karnofsky-
index belangrijk is (10). De mediane totale
overleving was 21,2 maanden als er meer
dan 30 maanden waren verlopen sinds het
stellen van de diagnose en bij patiënten met
een Karnofsky-index van meer dan 70. De
mediane totale overleving bedroeg maar
8,7 maanden als er meer dan 30 maan-
den waren verlopen bij patiënten met een
Karnofsky-index gelijk aan of lager dan
70, of als er 30 maanden of minder waren
verlopen bij patiënten jonger dan 70 jaar.
Bij patiënten van 70 jaar of ouder waarbij
de tijd tussen het stellen van de diagnose
van de primaire tumor en het optreden van
oligometastasen 30 maanden of minder
bedroeg, was de mediane totale overleving
2,4 maanden. Ook het aantal metastasen
speelt een rol (11).
De literatuurgegevens over stereotactische
radiotherapie bij oligometastasen van de
bijnieren zijn zeer beperkt.
Nut van micro-RNA
De huidige resultaten zien er goed uit, maar
er blijven toch nog meerdere vragen onbe-
antwoord, zoals: welke patiënten vinden
baat bij stereotactische radiotherapie? Wat
is de beste dosis en wat is het beste frac-
tioneringsschema?
Het lijkt erop dat er ook op moleculair vlak
een verschil bestaat tussen oligometasta-
sen en het stadium met veel metastasen.
Beide entiteiten gaan gepaard met speci-
fieke micro-RNA's (12).
Momenteel lopen meerdere prospectieve
studies om stereotactische radiotherapie
bij extracraniale oligometastasen te eva-
lueren. Zo is er de SABR-COMET-studie,
een gerandomiseerde fase II-studie waarin
stereotactische radiotherapie plus de stan-
daardbehandeling wordt vergeleken met de
standaardbehandeling bij patiënten met
5 metastasen of minder (13). De patiën-
ten worden gestratificeerd naargelang het
aantal metastasen (1-3 of 4-5). De SABR-
COMET-studie onderzoekt het effect van
stereotactische radiotherapie op de totale
overleving en de levenskwaliteit.
Chirurgie
Joachim Pfannschmidt (Heidelberg, Duits-
land) zegt dat bij de indicatie voor chirurgie
bij oligometastasen rekening moet worden
gehouden met meerdere factoren: reseceer-
baarheid, controle van de primaire tumor,
beperkt aantal metastasen, ligging, moge-
lijkheid tot een andere, in opzet curatieve
optie, risico's van de ingreep... (14).
Resectie van longmetastasen
Okubo et al. hebben een reeks gepubliceerd
van 76 patiënten bij wie een resectie werd
uitgevoerd van longmetastasen van een
niet-kleincellige longkanker (15). Achttien
patiënten vertoonden synchrone metasta-
sen in dezelfde lob en bij deze patiënten
werd doorgaans een lobectomie uitgevoerd.
Zestien patiënten vertoonden synchrone
metastasen in een andere lob. Bij 42 pati-
enten met een recidief werd 49 keer een
metastasectomie uitgevoerd.
De totale overleving na 5 jaar was 79,6% en
het percentage ziektevrije overleving na 5
jaar was 41,3% bij patiënten met synchrone
metastasen in dezelfde lob (Figuur 1a). De
mediane ziektevrije overleving in die groep
was 39,1 maanden.
Bij synchrone metastasen in een andere
lob was de totale overleving na 5 jaar nog
maar 30,7% terwijl de recidiefvrije over-
leving 12,5% bedroeg. De mediane totale
overleving was 37,7 maanden (Figuur 1b).
P N E U M O L O G I E