![]() eerste jaar verloren de patiënten die de agressieve strategie volgden 8,6% van hun begingewicht. In de andere groep was dat maar 0,7%. Het verschil bleef mettertijd gehandhaafd en bleef significant, maar werd toch kleiner: 6,5% vermagering op het einde van de follow-up met de agressieve stra- tegie en 3,5% met de klassieke strategie. Tevens werd een significante verbetering van de glykemiecontrole vastgesteld (een sterkere daling van het HbA significant effect op de serumlipiden. On- danks het gunstige effect op het gewicht en bepaalde cardiovasculaire risicofactoren werd er uiteindelijk toch geen verschil waar- genomen in de incidentie van het primaire samengestelde eindpunt van cardiovascu- laire accidenten (403 vs. 418). Dat is één van de grote verrassingen en ontgoochelingen van die studie. te vinden, hebben de onderzoekers de dossiers van de patiënten grondig doorge- nomen. Daarbij zijn ze tot de vaststelling gekomen dat de patiënten in de klassieke groep door hun huisartsen ook agressiever werden behandeld voor risicofactoren zoals hypertensie en hypercholesterolemie, wat wordt aangegeven door het frequentere gebruik van statines en antihypertensiva. De studie zal daarom worden overgedaan, waarbij nu zal worden gestreefd naar een beter evenwicht bij de aanpak van cardio- vasculaire risicofactoren tussen de groepen. Een verdere verklaring zou ook kunnen zijn dat het uiteindelijke verschil in vermagering (2,5%) te klein is om een significant verschil in optreden van cardiovasculaire accidenten te objectiveren. Dr. Wing benadrukte tot slot iets waar vaak niet bij wordt stilge- van calorieën en meer lichaamsbeweging (en dat hoeft daarom nog geen intensieve lichaamsbeweging te zijn) een positief ef- fect hebben op het gewicht. Het gemid- delde gewicht van de patiënten in de klas- sieke groep is inderdaad niet toegenomen, integendeel. had het vervolgens over de microvascu- laire complicaties. Hij stelde vast dat de agressieve strategie niet alleen de progres- sie naar diabetische nefropathie met 31% significant verlaagde, maar ook de inci- dentie van diabetische retinopathie met 14%. Voorzichtigheid is echter geboden bij de interpretatie van dat laatste resultaat aangezien de gegevens over diabetische retinopathie werden verkregen door on- dervraging van de patiënten en niet door een oogonderzoek. Dr. Lucy Faulconbridge (University of Pennsylvania, Philadelphia) zei tot slot dat de patiënten die de agres- sieve strategie hadden gevolgd, 20% minder kans liepen om een depressief syndroom te ontwikkelen. Bovendien waren hun scores van levenskwaliteit ook sterker verbeterd. Dat zijn toch belangrijke punten, wetende dat psychologische factoren een negatieve weerslag hebben op de therapietrouw, de glykemiecontrole en het optreden van diabetische complicaties. Confraters die een `look ahead' op de studie willen werpen, kunnen dat doen op de website van het New England Journal of Medicine, waar de studie samen met de presentatie online werd gepubliceerd (2). 1. Randomized Controlled Trial of a Lifestyle Intervention in Overweight and Obese Individuals With Type 2 Diabetes, ADA 2013, Chicago, 24/06/2013. of intensive lifestyle intervention on type 2 diabetes. N Engl J Med 2013; DOI: 10. 1056/NEJMoa1212914. Be- schikbaar op www.nejm.org niet op orale antidiabetica? kaansemedischegegevensbank, probeerdomeenrobotportretteschet- senvandepatiëntendienietreageren oporaleantidiabeticainmonotherapie. ketScan doorgenomen over type 2-dia- betespatiënten van 18 jaar of ouder die behandeld werden met orale antidiabetica in monotherapie, merendeels metformine, tussen 2007 en 2010. behandeling goed na (dit wil zeggen dat ze minstens 80% van de voorgeschreven doses innamen). In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, leefden mannen hun behandeling beter na dan vrouwen. De therapietrouw was het slechtst bij jonge patiënten (jonger dan 45 jaar) en patiënten die geen concomiterende be- handeling of hooguit één enkel ander ge- neesmiddel innamen. Ook economische factoren (prijs van het geneesmiddel of remgeld) hadden negatieve invloed op de therapietrouw. De volgende factoren had- den eveneens negatieve (hoewel minder uitgesproken) invloed op de therapie- trouw: leeftijd van 45 tot 65 jaar, recente behandeling van diabetes, inname van meerdere geneesmiddelen en inname van geneesmiddelen meerdere malen per dag. Tunceli K. et coll., poster 1285-P, General Poster session 2, ADA 2013, Chicago. |