background image
Nieuwe strategie : basale insuline
plus GLP-1 receptor agonist
Tijdens de persconferentie van de Sanofi Groep in Chicago zei prof.
Robert Henry (University of California, San Diego, VS) dat basale
insulines, die de hoeksteen vormen van de behandeling van type
2 diabetes , vooral de nuchtere bloedsuikerspiegel controleren
(2). Vermits diabetes een geleidelijke aandoening is, slagen heel
wat patiënten er op de duur niet meer in om hun HbA1c-doelen
te bereiken. Er is dus nood aan een bijkomende behandeling die
de postprandiale bloedsuikerspiegel onder controle houdt (3). De
komst van de GLP-1 receptor-agonisten luidt een nieuwe strate-
gie in. De basale insuline die inwerkt op de nuchtere bloedsuiker-
spiegel wordt gecombineerd met een prandiale agonist van de
GLP-1-receptoren. Die laatste pakt vooral de postprandiale bloed-
suikerspiegel (3-5) aan via een dubbele werking: afremming van
het glucagon en vertraging van de maaglediging (6). Vergeleken
met het protocol dat alleen insuline toepast, biedt deze nieuwe
strategie de patiënt een aantal bijkomende voordelen die type-
rend zijn voor GLP-1 receptoragonisten: de gewichtstoename blijft
beperkt en het risico op hypoglycemieën neemt af (7).
Lixisenatide
Lixisenatide, dat begin 2013 door het EMA werd goedgekeurd,
werd getest tijdens een uitvoerig programma van klinische studies
van fase III: het GetGoal programma. Prof. Robert Henry stelde een
analyse voor van de gecombineerde resultaten van GetGoal-Duo 1,
GetGoal-L en GetGoal-L Asia (8) bij 1.198 patiënten onder basale
insuline ± OAD. De patiënten hadden een gemiddelde leeftijd van
57 jaar, leden gemiddeld 11,7 jaar aan diabetes en hadden een
BMI van gemiddeld 30. De ene groep kreeg basale insuline en een
placebo, de andere basale insuline en lixisenatide. Uit de gecom-
bineerde resultaten blijkt dat in verhouding een significant grotere
groep patiënten onder basale insuline en lixisenatide een HbA1c
< 7% bereikte zonder gedocumenteerde symptomatische hypo-
glycemieën (26,32% vs. 17,26%, p = 0,007), een HbA1c < 7%
zonder gewichtstoename (27,37% vs. 12,38%, p = 0,0008) en
een HbA1c zonder gewichtstoename of gedocumenteerde symp-
tomatische hypoglycemieën (18,50% vs. 9,76%, p = 0,0009).
Volgens deze analyse levert de combinatie van basale insuline en
lixisenatide in termen van bloedsuikercontrole en tolerantie dus
interessantere resultaten op dan insuline alleen.
U300: eerste klinische resultaten
De geconcentreerde insuline U300 is ontwikkeld op basis van insu-
line glargine U100, de basale insuline die het vaakst wordt gebruikt
en het best gedocumenteerd is. U300 biedt een vlakker, stabieler
en ook langer farmacokinetisch profiel. Bovendien moet er minder
van worden geïnjecteerd, wat de injectie comfortabeler voor de pa-
tiënt maakt. Tijdens de persconferentie besprak prof. Matthew Rid-
dle (Oregon University, VS) de allereerste klinische resultaten van
deze molecule tijdens het programma EDITION. De EDITION-studie
(9) werd uitgevoerd bij patiënten die al lang type 2 diabetes hebben
en combineerde basale en prandiale insuline. Uit de resultaten blijkt
dat insuline U300 op het vlak van het glycemisch evenwicht niet
slechter presteert dan de insuline glargine U100 (in beide groepen
was het HbA1c na 6 maanden met 0,83% gedaald). U300 verlaag-
de daarentegen wel significant (met 21%) het risico op ernstige of
gedocumenteerde nachtelijke hypoglycemie tussen de derde en de
zesde maand. Ten slotte was het percentage van patiënten die over
de hele duur van de studie minstens één hypoglycemische episode
tijdens een etmaal rapporteerden, in de groep U300 gelijk aan of
lager dan in de groep met insuline glargine U100.
Referenties
1.
Inzucchi SE, et al. Diabetes Care 2012:35;1364-79.
2.
Aronoff, et al. Diabetes Spectrum 2004;17(3):183-90.
3.
Buse, et al. Ann Intern Med 2011;35:1-16.
4.
Lorenz, et al. Diabetes 2012;61(Suppl 1):A280.
5.
Kapitza, et al. Diabetes Obes Metab 2013; doi: 10.1111/dom. 120760(Epub ahead of print)
6.
Fineman, et al. Diabetes Obes Metab2012;14(8):675-88.
7.
Inzucchi SE, et al. Diabetes Care 2012;35:1-16.
8.
Charbonnel B, et al. Genearl Poster Session 1, Poster 1047, ADA 2013, Chicago
9.
Riddle MC, et al. ADA 2013. Abstract#43-LB.
ADA 2013: Sanofi tekent de toekomst van
de diabetesbehandeling uit
Aan therapeutische innovaties is er bij de Sanofi Groep geen gebrek, zoveel werd duidelijk tijdens editie 2013 van het congres
van de American Diabetes Association in Chicago. Wat de insulinetherapie betreft werden de eerste en erg veelbelovende klinische
resultaten bekendgemaakt van de studie EDITION I over het geconcentreerde insuline U300. Bij de incretinomimetica bleek uit
nieuwe gegevens van het programma GetGoal dat de combinatie van basale insuline plus lixisenatide, een eenmaaldaagse
prandiale agonist van de GLP-1-receptoren, een betere bloedsuikercontrole en een interessanter tolerantieprofiel biedt dan basale
insuline alleen. Deze strategie strookt bovendien perfect met de aanbevelingen die de ADA en de EASD in 2012 gezamenlijk hebben
uitgevaardigd voor een patiëntgerichte benadering van diabetes (1).
VC649N
VC649N.indd 1
19/09/13 09:37