background image
Bloedvaten, Hart, Longen
n
Vol 18
n
Nr 7
n
2013
22
V1842N
Waarom aandacht voor de lever bij
diabetespatiënten?
Philippe Mauclet, naar een uiteenzetting van prof. Isabelle A. Leclercq*
Institut de Recherche Expérimentale et Clinique, UCL
Niet-alcoholische steatohepatitis wordt
gekenmerkt door de opstapeling van vet-
ten in de hepatocyten. De diagnose is een
mogelijkheid na uitsluiting van een secun-
daire oorzaak: alcohol, geneesmiddelen,
toxische stoffen, virussen... Op histolo-
gisch vlak moet een onderscheid worden
gemaakt tussen gewone steatose (NAFLD,
nonalcoholic fatty liver disease), een inerte
ziekte, en niet-alcoholische steatohepatitis
(NASH, nonalcoholic steato-hepatitis), een
progressieve aandoening die kan evolueren
naar steatose en terminale leverziekte.
Van steatose naar
steatohepatitis
Steatose (NAFLD) wordt gedefinieerd door
de opstapeling van lipidenvacuoles in de
levercellen. Het kan gepaard gaan met de
aanwezigheid van glycogeeninsluitsels in
de kernen, wat wijst op hyperglykemie en
insulineresistentie.
We spreken van steatohepatitis (NASH)
als daar drie factoren bijkomen. De eerste
factor: tekens van hepatocellulaire aantas-
ting, gekenmerkt door ballooning van de
hepatocyten, die opgezwollen en disfunc-
tioneel zijn. Deze toestand kan geassocieerd
zijn met tekens van necrose en apoptose.
Het tweede pathognomonische element
van niet-alcoholische steatohepatitis op
histologisch vlak is ontsteking, het derde
pericellulaire fibrose.
De redenen waarom iemand evolueert van
steatose naar steatohepatitis zijn nog niet
helemaal opgehelderd.
Epidemiologie
Gewone steatose is de meest verspreide
vorm van de ziekte en vertegenwoordigt
75% van de gevallen. Evolutieve of termi-
nale vormen worden vastgesteld bij 10 tot
25% van de patiënten.
In Europa bedraagt de prevalentie van stea-
tose (NAFLD) in de algemene bevolking
20%. Bij personen met zware obesitas kan
ze echter oplopen tot 80%. De entiteit is de
meest frequente oorzaak van een verhoging
van de transaminasen.
NASH, hepatische
manifestatie van het
metaboolsyndroom
De lever speelt een bepalende rol in de stof-
wisseling van koolhydraten en vetten. Het is
ook de eerste plaats waar voedingsstoffen
en bacteriële of neuro-endocriene factoren
passeren. Er is steeds meer bewijs voor het
concept dat steatohepatitis een cardiovas-
culaire risicofactor is. De lever zou overigens
actief kunnen bijdragen aan de ontluiking
van het metaboolsyndroom, zonder er uit-
sluitend de weerspiegeling van te zijn.
Algemeen wordt aangenomen dat er een
verband bestaat tussen de Body Mass In-
dex
en de verminderde gevoeligheid voor
insuline. Ook blijkt dat er grote interindi-
viduele verschillen in dat verband bestaan
(Figuur 1) (1). Sommigen zijn van mening
dat de aanwezigheid van vet in de lever de
· Eenaantalobservatiessuggererendatniet-alcoholischesteatohepatitisde
werkingvanhetvetweefselendespierenkanbelemmerenenopdiemanier
kanbijdragenaandepathogenievandiabetestype2.
· Hetzouookhypercoagulabiliteitenatherogenedyslipidemieindehand
werken.
· Alsleversteatose,hetbeginstadiumvandeaandoening,wordtontdekt,zou
depatiëntmoetenwordenonderzochtoptekensdiewijzenopeenevolutie
naarsteatohepatitis.Ookdeinsulinegevoeligheidenhetcardiovasculaire
risicomoetenwordengeëvalueerd.
M E T A B O L I S M E
* 10
e
UCL-congres voor endocrinodiabetologie, maart 2013
Niet-alcoholische steatohepatitis, een
evolutieve ziekte, wordt gekenmerkt door
hepatocellulaire aantasting, ontsteking en
pericellulaire fibrose.