![]() afsterving van de bètacellen. Deze worden blootgesteld aan pro-inflammatoire cytoki- nes zoals interleukine-1, tumornecrosefac- tor en interferonen (IFN) , en , die dus potentiële mediatoren zijn in de afsterving van de bètacellen bij diabetici type 1. in de mechanismen waarmee de verschil- lende subcomponenten van de Bcl-2-familie een familie van eiwitten die de apoptose regelen via mitochondriale signalen de apoptose van de bètacellen moduleren. De mechanismen waarmee de cytokines en endoplasmatisch-reticulumstress `de afster- vingssignalen' overdragen op het mitochon- drium in de bètacellen zijn vrij uniek: ver- stresssignalen activeren pro-apoptotische Bcl-2-eiwitten in de bètacellen (contextaf- hankelijke activering). Het pro-apoptotische eiwit Bim is bijvoorbeeld een belangrijke mediator van de door cytokines, maar niet door palmitaat geïnduceerde apoptose van vetzuur dat een rol speelt in de afsterving van de bètacellen bij diabetes type 2. Dit verschil wijst op het bestaan van verschil- lende routes voor de afsterving van bèta- cellen in modellen van diabetes type 1 en 2. Een logisch gevolg is dat de strategieën om de verschillende vormen van diabetes te voorkomen, moeten worden geperso- naliseerd. die betrokken zijn bij de diabetogenese component in de pathogenese van diabe- tes type 1. De laatste jaren konden dankzij associatiestudies op het volledige genoom meer dan 50 genen worden geïdentificeerd die betrokken zijn bij het ontstaan van dia- betes. "Ons team ontdekte onlangs dat meer dan 60% van de kandidaatgenen voor DT1 wordt uitgedrukt ter hoogte van de eilandjes van de pancreas bij mensen", preciseert prof. Eizirik. De fysiopathologische mechanismen waarmee de meeste kandidaatgenen ie- mand voorbeschikken voor de ontwikkeling van DT1 blijven vaag, maar algemeen wordt aangenomen dat ze het immuunsysteem regelen. De meest recente ontdekkingen van het team van Prof. Eizirik brachten een ander belangrijk effect van die kandidaatgenen aan het licht: de regeling van de cellulaire respons op het niveau van de bètacellen. chromosoom 18p11, is een kandidaatgen dat mogelijk is betrokken bij de ontwikke- ling van DT1. Het wordt uitgedrukt door zowel de cellen van het immuunsysteem als de bètacellen van de pancreas. venden van wie de immuunrespons voldoende sterk was om bestand te zijn tegen de druk van infectieziekten zoals de pest of tuberculose. Nu antibiotica beschik- baar zijn en we in een veel schonere omgeving leven, neemt de incidentie van auto-immuunziekten toe (hygiënistische hypothese). Zo zou diabetes, maar ook de ziekte van Crohn bijvoorbeeld, één van de manifestaties zijn van een overactief immuunsysteem, dat is gewapend tegen een hoge infectieuze druk", speculeert prof. Eizirik. - Een verlies van stimulatie door de groeifactoren. - Hormonale signalen, zoals de glucocorticoïden (een belangrijk regelmecha- - De blootstelling aan inflammatoire cytokines (of aan ds-RNA's) kan aanlei- reticulum stapelen zich afwijkende conformatie-eiwitten op. Dat geeft aan- leiding tot een zogenaamde UPR-respons (voor Unfolded Protein Response of ongevouwen eiwitrespons). De door deze stress uitgelokte intracellulaire signalisatieroutes activeren transmembranaire eiwitten van het endoplas- matisch reticulum en brengen een niet-conventionele splitsing van een messenger-RNA in beweging. Als die adaptieve respons ontoereikend is, wordt een apoptotische reactie in gang gezet. berustenop2activeringsroutes.Bij de eerste, zogenaamd extrinsieke route zijnTNF-receptoren betrok- ken. Bij de tweede, zogenaamd intrinsiekeroute,speelthetmito- chondriumeenrol,alsookeiwitten van de Bcl-2-superfamilie. Deze twee routes geven aanleiding tot deactiveringvancaspasen(cysteï- neproteasen),dieverantwoordelijk zijnvoordemorfologischeenbio- chemische verschijnselen van de apoptose. |