![]() (inductie, amplificatie en instandhouding of resolutie). Prof. Eizirik wijst erop dat de proliferatie- capaciteiten van bètacellen heel beperkt van bètacellen om bijvoorbeeld een virale infectie te bestrijden, zouden dus een soort van compensatie kunnen vormen voor die zwakheid en maken deel uit van hun overle- vingsstrategie en hun strategie om de insuli- probleem bij 99,5% van de mensen, maar 0,5% overreageert en/of slaagt er niet in om de geïnduceerde ontstekingsverschijnselen het hoofd te bieden en ontwikkelt DT1. Bij die mensen stellen we vast dat de dialoog tussen de bètacellen en het immuunsysteem op hol slaat. wijzen overigens uit dat ongeveer 70% van de kinderen met meerdere auto-antilichamen gericht tegen de bètacellen, later DT1 ont- wikkelt, meestal binnen een tijdspanne van 5 tot 10 jaar. En daar kunnen we niets aan doen, toch niet op een aanvaardbare manier (de bijwerkingen van de huidige immunomo- dulerende behandelingen zijn erger dan de nadelen en ongemakken van DT1). van de apoptose kaart van de mitochondriale signalisatie en de wisselwerking ervan (`dialoog') met lichaamseigen patronen (PRR, voor Pattern Recognition Receptors) door exogene liganden (dsRNA van virale oorsprong, andere liganden...) of endogene liganden (nucleïnezuren van afstervende cellen) (?) immuunreactie kan genereren of de insulinaire integriteit kan herstellen) een chronische auto-immuunrespons - Verdere afsterving van bètacellen - Onderdrukking van de proliferatie OF - Stimulatie van de proliferatie van |