![]() De overleving is na percutane aortaklep- vervanging significant beter dan met de medische behandeling. Bij de hoogrisi- copatiënten is er geen resultaatsverschil tussen percutane aortaklepvervanging en een operatie. Bij patiënten met ernstige aortastenose, moet het meten van de flow deel uitma- ken van de evaluatie in het therapeutische beslissingsproces. achteruitgang de beste test om de functionele achteruit- gang te voorspellen bij patiënten van 70 jaar of ouder die een percutane aortaklepver- vanging hebben ondergaan (14). cutane aortaklepvervanging hebben onder- gaan wordt het slachtoffer van een CVA: 2,7% in de eerste 24 uur en 2,4% tussen D 1 en D 30 (15). De verplaatsing van de klep is een voorspellende factor van acuut CVA. Voorkamerfibrillatie (VKF) wordt geasso- cieerd met een verhoogde kans op subacuut CVA, terwijl chronische VKF voorspellend is voor latere CVA's. Er moet dus bijzondere ritme van patiënten bij wie een percutane aortaklep werd ingeplant. Van Mieghem en zijn medewerkers onder- wierpen de resten die werden opgevangen tijdens de procedure aan een histopatholo- gisch onderzoek, waarbij ze vaststelden dat in niet minder dan 75% van de procedures macroscopische resten aanwezig zijn (16). Deze resten zijn samengesteld uit fibrine, versteend amorf materiaal en bindweef- sel afkomstig van de natieve klep. Percu- tane aortaklepvervanging is dus potentieel emboligeen. opereerbare patiënten of patiënten met een hoog operatierisico baat hebben bij percu- tane aortaklepvervanging. De procedure zou ook interessant zijn voor patiënten met een laag of matig risico, maar de beslissing mag uiteraard pas worden genomen na interdis- ciplinair overleg (17). Een gerandomiseerde studie zou dit moeten bevestigen. waarvan de vorm van patiënt tot patiënt erg verschilt. De classificatie van de ver- interessant, het laat ook toe om de kans op CVA beter te beoordelen bij patiënten met een hartafwijking en voorkamerfibrillatie. Di Biase en zijn medewerkers stelden vast dat een morfologie van het type `Chicken Wing' wordt geassocieerd met een kleinere kans op een embolisch event (18). van het hartoor nuttig is bij patiënten met voorkamerfibrillatie en een hoog risico, waarbij orale anticoagulatie gecontra- indiceerd is (19). Geen enkele van deze percutane technieken werd echter geëva- lueerd ten opzichte van de nieuwe anti- coagulantia. deling van mitralisregurgitatie met Mitra- Clip met een operatie. De gegevens na 4 jaar tonen geen significant verschil aan in overlijden en symptomatische verbete- ring tussen beide behandelingen (20). Het percentage regurgitaties die herhaalde procedures vergen is echter hoger bij de percutane behandeling. 1. [Epub ahead of print] van wezenlijk belang om te bepalen welke behandeling optimaal is voor oudere, kwetsbare patiënten met een stenose met een lage flow of van wie ook de nieren zijn aangetast. methodes om het te kwantificeren worden nog onderzocht. worden ingeplant. |